Herhalingsstof voor M3D

Herhalingsstof H1 voor M3D
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhalingsstof H1 voor M3D

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we deze les?
  • Kijk eerst goed of je alle Lessonups hebt gemaakt die op het bord genoemd staan.
  • Extra oefenstof H1


Neem rustig de tijd om de opdrachten in deze LessonUp te maken. Je mag hierbij je boek gebruiken en natuurlijk je rekenmachine, als je vragen hebt, steek je vinger even op.

Slide 2 - Tekstslide

Jeroen heeft een goede baan, maar ook een duur huis, waardoor hij maandelijks maar weinig geld overhoudt om leuke dingen te gaan doen. Dat vindt hij lastig. Leo woont in een klein huis aan de rand van het dorp. Hij is werkloos, maar heeft zo genoeg tijd om in zijn tuin te werken. Hij verbouwt daar alles wat hij nodig heeft en voorziet zo in zijn behoeften.
Wie is volgens jou het meest welvarend? Leg je antwoord uit.

Slide 3 - Open vraag

Marian en Pieter hebben de laatste maanden geld gespaard voor een nieuwe auto. Met hun vakantiegeld erbij kopen ze een Volkswagen Golf. Het vakantiegeld hadden Marian en Pieter ook kunnen besteden aan een luxe vakantie naar Italië, waar ze graag heen wilden.
Waarom zouden Marian en Pieter van hun geld een auto kopen in plaats van op vakantie te gaan?
A
De behoeften zijn anders.
B
Ze stellen prioriteiten en een auto is belangrijker dan vakantie.

Slide 4 - Quizvraag

Geef bij elk marketinginstrument een voorbeeld.
A personeelsbeleid, B plaatsbeleid, C presentatiebeleid
D productbeleid, E promotiebeleid, F prijsbeleid.

Slide 5 - Open vraag

Bekijk de afbeelding hiernaast.
Van welke soort reclame is hier sprake?

A
Commerciële reclame
B
Ideële reclame
C
Informatieve reclame
D
Merkreclame

Slide 6 - Quizvraag

Bekijk de maandbegroting van Lianne hiernaast.
Bereken hoe groot het tekort van Lianne is in procenten van haar maandinkomsten.

Slide 7 - Open vraag

Bekijk de maandbegroting van Lianne hiernaast.
Bereken hoeveel Lianne gemiddeld per week uitgeeft aan dagelijkse uitgaven.

Slide 8 - Open vraag

In welk rijtje staan alleen incidentele uitgaven?
A
abonnementen – boodschappen – huur
B
Cadeautjes – nieuwe wasmachine – vakantie
C
Hypotheek – gas en elektra – verzekeringen

Slide 9 - Quizvraag

Sita wil een tweedehands motor kopen. Ze wil € 8.600 besteden en heeft inmiddels € 1.800 gespaard. Ze wil de motor over drie jaar kopen. Bereken het bedrag dat Sita elke maand moet reserveren.

Slide 10 - Open vraag

Neem de nummers van de afbeeldingen hiernaast over en schrijf op welk soort inkomen er bij past.

Slide 11 - Open vraag


Lees het krantenbericht hiernaast klik erop om te vergroten)
Welke uitspraak is juist?
A
De koopkracht stijgt met 1,7%.
B
De koopkracht stijgt met meer dan 1,7%.
C
De koopkracht stijgt met minder dan 1,7%.
D
De koopkracht stijgt helemaal niet.

Slide 12 - Quizvraag