In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Scheikunde
Slide 1 - Tekstslide
1.4 Soorten mengsels en pH
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Herhalen
Lesdoelen
Opdrachten maken
Slide 3 - Tekstslide
We kennen 3 fasen waarin een stof zich kan bevinden. Welke zijn dat?
A
Oplossing, mengsel, zuivere stof
B
Vloeibaar, ijs, gas
C
Vloeibaar, vast, damp
D
Vloeibaar, vast, gas
Slide 4 - Quizvraag
Is het kaarsvet een zuivere stof of een mengsel?
A
Zuivere stof, want het heeft een stolpunt
B
Mengsel, want het heeft een stolpunt
C
Zuivere stof, want het heeft een stoltraject
D
Mengsel, want het heeft een stoltraject
Slide 5 - Quizvraag
Leerdoelen
Je leert wat het verschil is tussen een oplossing en een suspensie.
Je leert wat het verschil is tussen een emulsie, rook, nevel en mist en hoe je kunt voorkomen dat een emulsie ontmengt.
Je leert wat de pH van een oplossing is en hoe je die kunt bepalen.
Je leert berekenen hoe de pH verandert als je een oplossing verdunt.
Slide 6 - Tekstslide
Zuivere stof/ mengsel
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
timer
2:00
Mengsels?
Slide 9 - Woordweb
Soorten mengsels
verschillende mengsels:
- Oplossing
- Suspensie
- Emulsie
Slide 10 - Tekstslide
Oplossing = helder
vast, vloeibaar of gas in vloeibaar oplosmiddel
moleculen zitten door elkaar heen
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Suspensie = troebel
Vaste stof niet opgelost in een vloeistof
Slide 13 - Tekstslide
Emulsie
Vloeistof/ vloeistof
Troebel
Tweelagensysteem
Emulgator
Slide 14 - Tekstslide
Emulsie = troebel mengsel van vloeistofdruppels, verschil in dichtheid
Slide 15 - Tekstslide
ontmengen
emulsie
emulgator
Slide 16 - Tekstslide
blauw = oplossing
rood = emulsie
wit = suspensie
Slide 17 - Tekstslide
Mengsels
Oplossing: heldere vloeistof
Suspensie: een mengsel waar je NIET doorheen kunt kijken van een vaste stof in een vloeistof .
Emulsie: een mengsel van twee vloeistoffen waardoor je
niet heen kunt kijken
Slide 18 - Tekstslide
nog meer soorten mengsels
nevel (mist); vloeistof fijn verdeeld in een gas
rook; vaste stof fijn verdeeld in een gas
legering (alliage); metaal gemengd met een ander metaal
schuim; is een mengsel van een gas in een vloeistof
Slide 19 - Tekstslide
Welk soort mengsel is dit?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
Slide 20 - Quizvraag
Welk mengsel is altijd helder?
A
Suspensie
B
Oplossing
C
Emulsie
D
Emulgator
Slide 21 - Quizvraag
Water gemengd met zand is een
A
Suspensie
B
Emulsie
C
Oplossing
Slide 22 - Quizvraag
Spa rood is een ?
A
suspensie
B
emulsie
C
oplossing
D
nevel
Slide 23 - Quizvraag
Hoe heet het mengsel van een vloeistof in een gas?
A
schuim
B
rook
C
oplossing
D
nevel
Slide 24 - Quizvraag
Zuiver Water is neutraal
Een neutrale oplossing is niet zuur en niet basisch. Een neutrale oplossing is niet schadelijk.
Een oplossing met een te lage pH (zuur) of met een te hoge pH(base) hebben een bijtende werking en tasten je huid aan.
Slide 25 - Tekstslide
Wat is zuur ?
Een zure oplossing smaakt zuur en kan bijtend voelen op je huid. De zuurgraad (pH-waarde) geeft aan hoe zuur een oplossing is. Zuur: pH < 7 en is geschikt om kalkresten te verwijderen.
Slide 26 - Tekstslide
Wat is basisch?
Een basische oplossing smaakt zeepachtig en voelt glibberig.
Basisch is het tegenovergestelde van zuur. Hoe basischer des te hoger de pH. Geschikt om vetresten te verwijderen.
Base: pH > 7 en < 14
Slide 27 - Tekstslide
PH Meten
De pH kun je meten met pH-papier. Dit papier verkleurd afhankelijk van de pH-waarde. In het papier zit een indicator die verkleurd. Een indicator is een stof waarmee je andere stof kunt aantonen.
Slide 28 - Tekstslide
Evaluatie Leerdoelen
Je leert wat het verschil is tussen een oplossing en een suspensie.
Je leert wat het verschil is tussen een emulsie, rook, nevel en mist en hoe je kunt voorkomen dat een emulsie ontmengt.
Je leert wat de pH van een oplossing is en hoe je die kunt bepalen.