Havo 2 - Paragraaf 2.4 - Absolutisme

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Paragraaf 2.4: Vorsten met absolute macht

Met deze LessonUp ga je aan de slag met de leerdoelen en leertekst van paragraaf 2.4, bladzijde 86 in boek 2A.

Het is belangrijk dat je de leertekst uit het boek goed doorleest en de slides in de deze LessonUp goed bestudeert, daarin kun je alle antwoorden vinden voor de opdrachten in deze LessonUp.

Leg met 2 voorbeelden uit hoe de koningen sinds de Late Middeleeuwen steeds meer macht naar zich toetrekken. Leg ook uit wat dit betekent voor de positie van de adel.

Leg in eigen woorden uit wat het betekent als een koning absolute macht heeft.

Wat hield de absolute macht van koning Lodewijk XIV van Frankrijk in? Geef 3 voorbeelden.

Op welke manier wist Lodewijk XIV zijn absolute macht te behouden? Geef 4 voorbeelden.

Lees eerst de teksten 'Lodewijk XIV krijgt absolute macht' & 'Nog meer machtige vorsten'. Benoem een overeenkomst op militair gebied tussen Lodewijk XIV en Peter de Grote.

Is de invoering van een absoluut bestuur in Rusland positief of negatief voor het land? Kies positief of negatief en onderbouw je keuze met voorbeelden.

Doen als je klaar bent:

• Deze opdrachten worden in de volgende les besproken
• Maak opdracht 1 t/m 10 van paragraaf 2.4 in Memo (mag ook in je schrift/werkboek)