Thema 3, Les 11a uitdrukkingen

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

lesdoel

Ik leer acht Uitdrukkingen over het menselijk lichaam.

de stuipen op het lijf jagen

iemand erg laten schrikken

Ik heb haar de stuipen op het lijf gejaagd.

Wat was dat grappig!

er wel oren naar hebben

iets interessant of leuk vinden

Oh, een nieuwe elektrische fiets.

Daar heb ik wel oren naar.

het hemd van het lijf vragen

iemand veel vragen stellen

Joris is zo nieuwsgierig.

Hij vraagt mij het hemd van het lijf.

oog hebben voor

 aandacht hebben voor iets

De schilder heeft aandacht voor alle details

Hij heeft er oog voor.

iemand op de hielen zitten

vlak achter iemand aan zitten

De agent zit de dief op zijn hielen.

iets uit zijn mouw schudden

iets kunnen zeggen of doen zonder er moeite voor te doen

Zij kan zonder moeite zomaar een lied schrijven.

Zij schud dat uit haar mouw.

je uit de voeten maken

ergens snel weggaan

Toen zijn moeder boos werd ging Remco er snel vandoor.

Hij maakt zich uit de voeten.

op de vuist gaan

vechten

De jongens waren zo boos op elkaar.

Zij gingen op de vuist.

Bas laat zijn broertje flink schrikken.

Jaafar is benieuwd naar de nieuwste smartphone. 

De interviewer stelt veel vragen

Rijmpiet hoeft geen moeite te doen voor een rijm. 

De stuipen op het lijf jagen

Er wel oren naar hebben

Het hemd van het lijf vragen

Iets uit zijn mouw schudden

De fotograaf let op elk detail.

De leeuw zit achter het hert aan. 

De dief rent snel de winkel uit. 

De voetballers vechten met elkaar op het veld. 

Op de vuist gaan

Je uit de voeten maken

Iemand op de hielen zitten

Oog hebben voor