12.2 Het zit in de familie

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Boeken + notitiespullen pakken
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Boeken + notitiespullen pakken

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel vorige les les
Ik kan een kruisingsschema van een  kruising maken en daar daar conclusies uit trekken over P, F1 en F2 . 

Je kent de termen intermediair en co-dominantie en kan deze toepassen in kruisingsschema's  




Slide 2 - Tekstslide

Noteer alle genotypen bij de bloedgroepen en geef daarachter aan welk fenotype daar bij hoort

Slide 3 - Open vraag

Herhaling. De kinderen van een man met bloedgroep A en een vrouw met bloedgroep AB kunnen de
volgende bloedgroepen hebben.... (T1)
A
Alleen A
B
Alleen AB
C
Alleen A, B en AB
D
Zowel A, B, AB als O

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoel deze les



Je leert hoe aandoeningen en ziektes overerven 


Slide 5 - Tekstslide

Vragen die bij de leerdoelen horen
Vragen die hier bij horen:
Waarom kunnen gezonde ouders zieke kinderen krijgen?
Waarom komen bepaalde ziektes vaker voor in families?
Waarom kun je dezelfde ziekte als je opa hebben, terwijl je ouders gezond zijn?
Waarom komt kleurenblindheid/autisme vaker bij jongens voor
komt

Slide 6 - Tekstslide

Monogene erfelijke aandoeningen
- Mono = één

Ziektes die op één gen staan.

Één gen - twee allelen 
Gezond allel (geen afwijking)
Allel met ziekte (allel met afwijking)


Slide 7 - Tekstslide

Monogene recessieve overerving
PKU is recessief allel

Heterozygote is slechts drager



Slide 8 - Tekstslide

Taaislijmziekte wordt veroorzaakt door slechts één gen. Een moeder met taaislijmziekte krijgt een kind met een man die slechts drager is. Wat is de kans dat het kind ook taaislijmziekte heeft? (T1)
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 9 - Quizvraag

Monogene dominante overerving
Darmkanker & alzheimer wordt veroorzaakt door dominante allelen


Ook borstkanker wordt zo overgeërfd (vrouwen met dit gen hebben 60-80% meer kans op borstkanker)


Slide 10 - Tekstslide

In stilte voor jezelf. Welke getallen zie je?

Slide 11 - Tekstslide

In stilte voor jezelf. Welke getallen zie je?







We zien de getallen 10, 74, 8 & 5. Mensen die dit niet kunnen lezen hebben last van rood-groen kleurenblindheid. Bij 1 op de 12 mannenkomt dit voor. Bij 1 op de 250 vrouwen komt dit voor.
Wat is hier aan de hand?

Slide 12 - Tekstslide

Geslachtsgebonden recessieve overerving
Man = XY
Vrouw = XX

Notatie hetzelfde als bij intermediaire allelen



Wat gebeurt er als een aandoening op het x-chromosoom ligt bij een vrouw? En bij een man?

Slide 13 - Tekstslide

Krijgt een jongen het X-chromosoom van zijn vader of moeder?
En van wie heeft hij het Y-chromosoom gekregen?
A
Het X-chromosoom kan alleen van zijn moeder komen; het Y-chromosoom alleen van zijn vader.
B
Het X-chromosoom kan alleen van zijn vader komen; het Y-chromosoom alleen van zijn moeder.
C
Het X-chromosoom kan zowel van zijn vader als moeder komen; het Y-chromosoom alleen van zijn vader.
D
Het X-chromosoom kan zowel van zijn vader als moeder komen; het Y-chromosoom alleen van zijn moeder.

Slide 14 - Quizvraag

X-chromosomale kruising
X^A : normale ogen
X^a : kleurenblind
Y- : geen gen voor de ogen aanwezig

Een vrouw die drager is wordt zwanger van een man met normale ogen. Het wordt een twee-eiige tweeling, een jongen en een meisje. Hoe groot is de kans dat de dochter kleurenblind wordt? Hoe groot de kans op een kleurenblinde zoon?

1: bepaal genotype van ouders
2: bepaal per ouder mogelijke genotypen van geslachtscellen
3: kruisingsschema, bepaal mogelijke genotypen van het kind, bereken de kans op elk genotype
4: bepaal welke genotypen leiden tot een zoon, welke tot een dochter
5: bepaal per geslacht de kans op elk fenotype



Slide 15 - Tekstslide

Aan het werk
Wat? Af volgende les:  opg 3 t/m 14 van paragraaf 12.2

Wanneer? Huiswerk voor volgende week
Hoe? Papieren werkboek

Klaar? Ga vast bezig met paragraaf 12.3 opdracht 3 en 4 
 Ga oefenen op biologiepagina.nl -> vwo 3 -> erfelijkheid en evolutie   -> oefenen -> oefentoets erfelijkheid: kruisingen (sla stamboom vragen over)

Vragen? Vraag je buurman/vrouw. Daarna pas de leraar
Tijd? Tot 5 minuten voor het einde





Slide 16 - Tekstslide

Twee grootmoeders behoren elk tot bloedgroep O en de beide grootvaders behoren elk tot
bloedgroep AB.
Hoe groot is de kans dat hun kleinkind bloedgroep B zal hebben? (I-vraag)
A
1/16
B
3/16
C
4/16
D
5/16

Slide 17 - Quizvraag