21 april H2b Les 2: Grammatica

Welkom!
Do. 21 april
  • Grammatica: Opdracht in de klas maken
  • De Brug: woordsoorten, pag. 248 t/m 249
  • Keuzeboek
  • Afsluiting
DIT NOG UITWERKEN!!
in de les opdrachten laten maken uit boek
of een doe-les bedenken à la Johannes.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Do. 21 april
  • Grammatica: Opdracht in de klas maken
  • De Brug: woordsoorten, pag. 248 t/m 249
  • Keuzeboek
  • Afsluiting
DIT NOG UITWERKEN!!
in de les opdrachten laten maken uit boek
of een doe-les bedenken à la Johannes.

Slide 1 - Tekstslide

32
Grammatica
De Brug: woordsoorten, pag. 248 t/m 249


Slide 2 - Tekstslide

40
Woordsoorten
  • Aanwijzend en vragend voornaamwoord
  • Vragende voornaamwoorden 
  • Voorzetsel
  • Bijwoord

Slide 3 - Tekstslide

40-42
Voorkennis ophalen, beurten geven
Geen vingers
30 sec tijd geven
Woordsoorten
Aanwijzend voornaamwoord
  • deze, die
  • dat, dit
  • zulk(e), zo’n
  • dergelijk(e) 
  • zelf, hetzelfde, dezelfde

Slide 4 - Tekstslide

43-45
Voorkennis ophalen, beurten geven
Geen vingers
30 sec tijd geven
Maken 5 min.

Woordsoorten
Vragende voornaamwoorden 
  • wie 
  • wat
  • welk(e)
  • wat voor (een)

Slide 5 - Tekstslide

43-45
Voorkennis ophalen, beurten geven
Geen vingers
30 sec tijd geven
Maken 5 min.

Woordsoorten
Voorzetsel
  • plaats: na, voor
  • tijd: tijdens
  • reden: wegens
  • richting: (áchter een zn): de school in

Slide 6 - Tekstslide

46-48
Voorkennis ophalen, beurten geven
Geen vingers
30 sec tijd geven
Maken 5 min.

Woordsoorten
Bijwoord
  • tijd: gisteren, straks, vroeger, wanneer
  • plaats: er, daar, hier, nergens, overal
  • richting: waar, waarheen
  • zekerheid: absoluut, ongetwijfeld, vast, echt
  • ontkenning: niet, nooit, geenszins

Slide 7 - Tekstslide

48-50
Voorkennis ophalen, beurten geven
Geen vingers
30 sec tijd geven
Maken 5 min.

Woordsoorten
Een bijwoord kan iets vertellen over:
  • werkwoord (De auto / rijdt / hard.)
  • bijvoeglijk naamwoord (Deze ijscoman / heeft / bijzonder lekker softijs.)
  • ander bijwoord (Margje / schreef / de zinnen / heel netjes / in haar schrift.)

Slide 8 - Tekstslide

48-50
Voorkennis ophalen, beurten geven
Geen vingers
30 sec tijd geven
Maken 5 min.

Woordsoorten oefenen
  • Maken: opdr. 4, 5, 6 (p. 248-249) (10 min.)
  • Werk in je schrift
  • Als iedereen klaar is, schrift ruilen met je buur
  • Kijk schrift na van je buur met antwoorden op het bord

Slide 9 - Tekstslide

50-55

Woordsoorten antwoorden
Opdr 4
1. hetzelfde (aanw)
2. wie (vr), zo'n, deze (aanw)
3. wat (vr), zulke (aanw)
4. dergelijke (aanw)
5. dit (aanw)
6. welke (vr), die (aanw)

Slide 10 - Tekstslide

50-55

Woordsoorten antwoorden
Opdr 5
1. in, naar
2. over
3. van, met
4. na, op
5. tijdens
6. uit, voor, volgens

Slide 11 - Tekstslide

50-55

Woordsoorten antwoorden
Opdr 6
1. ongetwijfeld, binnenkort
2. lang, uiterst
3. zorgvuldig
4. wanneer, hier
5. gisteravond, zeer
6. zojuist, direct


Slide 12 - Tekstslide

50-55

Lezen
Keuzeboek lezen (15 min.)
23 mei boek uit (opdracht)


Slide 13 - Tekstslide

min. 40-51
Keuzeboek: NL of vertaald uit EN, niet verfilmd. 
Huiswerk
Huiswerk donderdag 21 april 
  • H. 1 (pag. 30-31) theorie lezen, opdracht 1 maken

Slide 14 - Tekstslide

min. 51-53
Huiswerk in SOM
Hoe vonden jullie het zelf (beurt geven aan onrustige leerling).