H5 Thema 3 B2 Het verteringsstelsel

Thema 3 Vertering
B2 Het verteringsstelsel
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 Vertering
B2 Het verteringsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma B2
  • Leerdoelen  B2 (2 minuten)

  • Uitleg B2 Darmkananaal, verteringsorganen en -sappen (10 minuten)
  • Zelfstandig opdracht 17 t/m 20 maken (max. 5 minuten)
Uitleg B2 Vertering bij dieren (10 minuten)
  • Maak opdracht 21 t/m 27 (10 minuten)
  • Lesafsluiter B2(5 minuten)
  • Oefen de Flitskaarten en maak Test Jezelf

Eerder klaar? Lees en maak 
Context Leefwereld 'De python, een alleseter'

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel B2

10.2.1 Je kunt de bouw, werking en functies van de verteringsorganen van de mens beschrijven.

10.2.2 Je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en organenstelsels van de mens en verschillende diersoorten.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Vertering
  • Je hebt voedingsstoffen uit voedings-middelen nodig om te functioneren.
  • Voordat je deze kunt opnemen, moet je voedsel verteerd worden.
  • Grootste deel verteringsstelsel (van mond tot anus) noem je het darmkanaal

Vertering: grotere voedinsstoffen afbreken tot kleinere verteringsproducten die door je darmwand heen in je bloed kunnen worden opgenomen

Slide 5 - Tekstslide

Darmperistaltiek
  • Door afwisselend samentrekken en ontspannen van de 
       kringspieren en lengtespieren, wordt het voedsel in de darm 
       voortgeduwd
  • voedingsvezels prikkelen de spieren in de darmwand

Slide 6 - Tekstslide

Kauwen
  • Snijtanden: afbijten van voedsel

  • Kiezen: fijnmalen van voedsel

  • Mechanische vertering: door voedsel in kleine stukjes te verdelen, wordt het oppervlakte vergroot

Slide 7 - Tekstslide

Enzymen
  • Chemische vertering: stoffen worden omgezet in andere stoffen
  • Veel verteringssappen bevatten enzymen
  • Enzymen versnellen scheikundige reacties 
  • Kauwen vergroot dus het oppervlak waar de enzymen op kunnen inwerken
  • Voedingsstoffen beter bereikbaar voor de enzymen

Slide 8 - Tekstslide

Verteringsklieren
  • Vertering gebeurt met behulp van verteringssappen

  • Die verteringssappen worden gemaakt in verteringsklieren:
     - de speekselklieren
     - de maagsapklieren
     - de lever
     - de alvleesklier
     - de darmsapklieren




Slide 9 - Tekstslide

Mondholte, keelholte, slokdarm
  • Speeksel door speekselklieren
  • Bevat water, slijm en enzymen
  • Slijm verhoogt glijbaarheid
  • Enzym in speeksel verteert voor een deel het zetmeel (grote koolhydraat) in voedsel
  • Tong verplaatst voedsel via keelholte naar slokdarm
  • Darmperistaltiek slokdarm zorgt voor voedsel in de maag.

Slide 10 - Tekstslide

Maag
  • Maag constant in beweging door kring- en lengterspieren
  • Kneden, mengen en mixen van voedsel met maagsap gemaakt door maagsapklieren 
  • Maagsap bestaat uit water, enzym en zoutzuur
  • Zoutzuur doodt bacteriën
  • Ingang maag bevat kringspier die ontspant bij slikken.
  • Maagportier: kringspier die uitgang kan afsluiten

Slide 11 - Tekstslide

Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier

  • Na de maag komt de voedselbrij terecht in de twaalfvingerige darm

  • De lever en de alvleesklier zijn verbonden aan de twaalfvingerige darm

  • Na de twaalfvingerige darm komt het eten terecht in de dunne darm

Slide 12 - Tekstslide

Alvleessap
  • Alvleessap is een verteringssap, gemaakt door de alvleesklier
  • bevat enzymen voor vertering van koolhydraten, vetten en eiwitten

Slide 13 - Tekstslide

Lever
  • produceert gal
  • gal opgeslagen in de galblaas
  • afgegeven aan de twaalfvingerige darm via galbuis
  • galblaas dus geen klier
  • gal emulgeert vetten (oppervlaktevergroting) en verteert ze niet

Slide 14 - Tekstslide

Twaalfvingerige darm
Gal --> galkleurstoffen en zouten

Galkleurstoffen --> afbraakproduct rode bloedcellen --> geeft bruine kleur aan ontlasting.

Galzouten --> emulgeren vetten (oppervlakte vergroting) 
De lever maakt gal.  (link)

Slide 15 - Tekstslide

Maak opdracht 17 t/m 20

Slide 16 - Tekstslide

Vertering bij eencellige dieren 
Intracellulaire vertering
  • Eencelligen nemen voedsel op door fagocytose --> instulpen celmembraan en afsnoeren van blaasjes.  
  • De voedingsvacuolen (blaasjes) versmelten met lysosomen met verteringsenzymen.  
  • Verteringsproducten komen via het 
     membraan van de voedingsvacuole in het
     cytoplasma van b.v. de amoebe of het 
     pantoffeldiertje


Slide 17 - Tekstslide

Vertering eenvoudige meercellige dieren
  • eenvoudige meercelligen (poliep) hebben een speciale ruimte: maag-darmholte. Dit is een holte één opening die mond en anus tegelijk is
  • extracellulaire vertering, cellen nemen alleen eindproducten op

Complexere gebouwde dieren, zoals rondwormen, 
hebben darmkanaal met een mond en anus
  • éénrichtingsverkeer
  • efficiëntere bewerking en verwerking
  • extracellulair
  • compartimenten bij nog ingewikkeldere dieren
  • in elk compartiment bepaalde voedingstoffen verteerd en opgenomen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Maak opdracht 21 t/m 27
Klaar?

Check of je de leerdoelen hebt gehaald met de flitskaarten en Test Jezelf

Klaar?
Lees de context 'De python, een alleseter' en maak de 
opdrachten 28 t/m 32



Slide 20 - Tekstslide

Lesafsluiter B2


10.2.1 Je kunt de bouw, werking en functies van de verteringsorganen van de mens beschrijven.

10.2.2 Je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en organenstelsels van de mens en verschillende diersoorten.

Slide 21 - Tekstslide

Welke voedingsstof hoeft niet verteerd te worden
A
Vetten
B
Eiwitten
C
Koolhydraten
D
Glucose

Slide 22 - Quizvraag

Hoe wordt kauwen ook wel genoemd?
A
mechanische vertering
B
chemische vertering

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noem je de bewegingen van de darmwand?

Slide 24 - Open vraag

Wat is de functie van gal en daar welk orgaan wordt gal gemaakt?

Slide 25 - Open vraag

Nog eventueel een andere uitlegvideo over...


bouw en functie van de overdelen van het verteringsstelsel

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video