Skills theorie leerjaar 2 periode 1 : SP-katheter verzorgen & neusmaagsonde inbrengen

Skills theorie leerjaar 2 periode 1 

 SP-katheter verzorgen & neusmaagsonde inbrengen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Skills theorie leerjaar 2 periode 1 

 SP-katheter verzorgen & neusmaagsonde inbrengen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus
Dhr. van Dongen geb. datum 17-3-1941 VG: alzheimer, retentieblaas, recidiverende UWI, AF.
Dhr. van Dongen woont nog samen met zijn vrouw thuis. Dhr. heeft in het verleden al veel blaasproblemen gehad. Dhr. kan nu al een halve dag niet plassen. Je hebt dhr. gebladderd en er zit 900cc in dhr. zijn blaas. Je hebt overleg gehad met de huisarts en die heeft je de opdracht gegeven om dhr. eenmalig te katheteriseren en indien dhr. daarna niet zelfstandig kan urineren een verblijfskatheter te geven. Dhr. heeft dit in het verleden al een keer eerder gehad en wordt hier erg onrustig en gespannen van.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent een recidiverende urineweginfectie? (UWI)

Slide 3 - Woordweb

Recidiverende, betekent terugkerende 
Dus een urineweginfectie die meermaals terugkomt 
Wat betekent een retentieblaas?

Slide 4 - Woordweb

Een retentieblaas is een overvolle urineblaas en de zorgvrager niet (meer) kan plassen.

Verschil van residu / retentie uitleggen 
Waar houd je in deze casus specifiek rekening mee? Denk aan het welbevinden van dhr. in combinatie met een katheter.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Met de alzheimer van dhr. Het kan zijn dat dhr. niet snapt waarom hij een katheter krijgt en zich er daarom tegen gaat verzetten, of de katheter er later uit wil trekken.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een flipflow?
A
Dit is een kraantje aan de katheter
B
Dit is een flowmeter om de hoeveelheid in de blaas te meten
C
Dit is een urineopvangzak
D
Dit is het bevestigingsballonetje van de katheter.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zou je overwegen om dhr. een flip-flow te geven? Waarom wel/niet?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Ja. Als de katheter op constante afloop staat wordt de blaas ‘lui’ en wordt de werking minder doordat de spier krimpt. Omdat bij dhr. nog niet duidelijk is dat de katheter permanent is, kan de blaasfunctie behouden worden met een flipflow.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mag jij een man katheteriseren volgens de wet BIG?
Ja
Nee

Slide 10 - Poll

Ja, maar altijd onder toezicht van iemand die bevoegd en bekwaam is (tot het diploma).
Antwoord
Ja, maar altijd onder toezicht van iemand die bevoegd en bekwaam is (tot het diploma).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit in hoeverre je de partner van dhr. betrekt in de casus voor wat betreft de katheterzorg.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je als je de ballon niet leeg kan trekken bij het verwijderen van de CAD?
A
Spuit opnieuw aansluiten aan het juiste punt
B
Probeer de katheter al uit de urinebuis te halen (ballon is al leeg)
C
Spuit 5cc tot 10 cc extra in ballon en haal ballon dan leeg
D
Zowel, A, B en C zijn juist.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na hoeveel tijd moet een SP-katheter vervangen worden?
A
na 2 tot 4 weken
B
na 4 tot 6 weken
C
6 tot 8 weken
D
8 tot 10 weken

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Casus 
Mevrouw Hamer is 46 jaar en heeft de Ziekte van Crohn. Mevrouw heeft veel lichamelijke en psychische klachten ten gevolge van haar ziekte. Ze is hierdoor in de laatste zes weken veel afgevallen en verzwakt. Mevrouw Hamer heeft weinig eetlust, waardoor de internist heeft besloten haar extra te voeden via de neusmaagsonde. Mevrouw ziet er enorm tegenop. Gisteren heeft een collega al een poging gedaan om een sonde in te brengen, maar dat ging niet goed. Er moet een PUR-sonde worden ingebracht charrière 10 (110 cm).

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een neusmaagsonde en een duodenumsonde?
A
De neusmaagsonde ligt dieper in het verteringsstelsel dan een duodenumsonde
B
Er is geen verschil tussen een neusmaagsonde en een duodenumsonde
C
De duodenumsonde ligt dieper in het verteringsstelsel dan een neusmaagsonde
D
De manier van inbrengen van een sonde is verschillend.

Slide 16 - Quizvraag

Locatie. Neusmaagsonde eindigt in de maag en een duodenumsonde eindigt in het duodenum, deze ligt dus dieper. Dit komt bijvoorbeeld voor als een patiënt geen maag meer heeft door een maagresectie. Deze moet met een endoscoop worden ingebracht in tegenstelling tot de neusmaagsonde, deze kan met de hand via de neus ingebracht worden. Indicaties zijn onder andere: vermijden maagretentie en verlagen kans op aspiratie.
Het inbrengen van de maagsonde is de vorige dag niet gelukt. Waarmee houd jij nu specifiek rekening voor of tijdens het inbrengen van de maagsonde?

Slide 17 - Woordweb

Eventuele angst die een patiënt opgebouwd kan hebben voor de handelingen. Eventueel andere neusgat. Eventuele schade die is ontstaan door de vorige poging.
Antwoord
Eventuele angst die een patiënt opgebouwd kan hebben voor de handelingen. Eventueel andere neusgat. Eventuele schade die is ontstaan door de vorige poging.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er is geen verschil tussen een neusmaagsonde en een maaghevel
Waar
Niet waar

Slide 19 - Poll

Hevel wordt gebruikt bij misselijkheid om sappen uit de maag af te voeren of bij ileus om de darm rust te geven. Maagsonde wordt gebruikt om voeding, vocht en medicatie toe te dienen.
Antwoord
Hevel wordt gebruikt bij misselijkheid om sappen uit de maag af te voeren of bij ileus om de darm rust te geven. Maagsonde wordt gebruikt om voeding, vocht en medicatie toe te dienen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welk neusgat breng je de neusmaagsonde in?
A
Links
B
Rechts
C
Voorkeur van de patient
D
Voorkeur van de verpleegkundige

Slide 21 - Quizvraag

Voorkeur van de patiënt. Als één van de neusgaten drukplekken of andere schade heeft kies je het andere neusgat. Bij wisselen van een sonde wissel je vaak met de neusgaten. Je vraagt ook of de zorgvrager een gebroken neus gehad heeft of een scheefstaand neustussenschot.
Waarom werk je bij een blaaskatheter steriel en bij een NMS niet?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Een blaas is een steriele omgeving, bacteriën van buitenaf kunnen voor infecties zorgen. Bij een neusmaagsonde kom je in de slokdarm en de maag. Dit is geen steriele omgeving en bacteriën van buitenaf zorgen hier niet voor infectie. Het voedsel wat je eet is immers ook niet steriel.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw heeft sinds een paar uur last van zuurbranden / oprispingen.
Dit komt door de sondevoeding
Waar
Niet waar

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord: Niet waar
Doordat de maagsonde geplaatst is kan het afsluitklepje tussen maag en slokdarm niet volledig dicht waardoor de maaginhoud omhoog kan komen en dit geeft zuurbranden in de slokdarm. Kan je vaker tegenkomen bij een dikkere sonde.

Mevrouw kan te plat liggen waardoor het bovenlichaam niet hoger dan de maag ligt, waardoor maagzuur of voeding via de slokdarm omhoog kan komen.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun jij doen om de klachten van zuurbranden/oprispingen te verminderen?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
- Mevrouw wat rechterop laten zitten, zodat het bovenlichaam hoger ligt dan de maag, waardoor maagzuur of voeding niet via de slokdarm omhoogkomt.
- Sonde verwijderen na overleg arts eventueel een PEG. Als strotteklepje niet goed sluit.
- Maagzuurremmers

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goede uitslag van een PH-meting?
A
<5,5
B
>5,5
C
>7,5
D
>10

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moet je de PH-meting over een paar dagen nog eens herhalen als deze goed is? Waarom wel of niet?

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord 
Nee, dit hoeft niet. Je controleert of het markeringspunt op de sonde nog goed zit, of de pleister nog goed zit en of de sonde niet is opgekruld in de keelholte. Pas controle wanneer deze wanneer deze 3 checks niet goed zijn.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie bepaalt wat voor soort sondevoeding een zorgvrager moet krijgen?
A
arts en verpleegkundige
B
verpleegkundige en diëtiste
C
diëtiste en arts
D
diëtiste, arts en verpleegkundige

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de toedieningswijze in de casus via de voedingspomp over de nacht?
A
Continue
B
Bolus
C
Intermitterend
D
Porties

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies