Kapitel 4 les 1

Kapitel 4 vmbo 1
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Kapitel 4 vmbo 1

Slide 1 - Tekstslide

lezen
10 minuten in stilte lezen en werkboekje bij je leesboek maken
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Periode drei!!
Toets                                   inl.          weging
Luistertoets                     week 16        2X
PO sprookjes                   week 23        1X

Leestoets + inleveren 
werkboekje lezen          week 23       3X 

Pww drei                             week 25
                                           &  week 26      5X                       

Slide 3 - Tekstslide

Was machen wir heute
1. Lesen
2. Lied
3. Wörter
4. Hören
5. Neue Grammatik

Ziel: Einleitung Kapitel 4, neue Wörter lernen und ihr könnt ein Gesprach über Füßball folgen.

Slide 4 - Tekstslide

Seite 116 Aufgabe eins 
Luister naar het lied en vul tijdens het luisteren de ontbrekende woorden in. 

Slide 5 - Tekstslide

  Aufgabe eins 
Antworten
Aufgabe 1: Lied
1. liegt
2. Beste
3. Zeit
4. Leben
5. Feuerwerk
6. Augenblick
 

Slide 6 - Tekstslide

Seite 117 Aufgabe drei
Luister naar het gesprek en vul tijdens het luisteren de merken in achter de produkten. 

Schlammslacht = sportwedstrijd op een modderig veld. 

Slide 7 - Tekstslide

Het bezittelijke voornaamwoord:

- geeft een bezit aan (mijn boek)

- staat vóór een zelfstandig naamwoord
   (mein Buch)

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden bezittelijk voornaamwoord:

- Ik eet mijn banaan. / Ich esse meine Banane.

- Dat is jouw huis.     /  Das ist dein Haus.

- Waar is zijn fiets?   /  Wo ist sein Fahrrad?

Slide 9 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer krijg je achter het bezittelijk voornaamwoord een extra E ?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 11 - Quizvraag


M
V
O
MV
ein
eine
ein
keine
Sein.. Vater (m) ist krank
A
sein
B
seine

Slide 12 - Quizvraag


M
V
O
MV
ein
eine
ein
keine
Ihr.. Oma (v) hat Blumen gekauft
A
Ihr
B
Ihre

Slide 13 - Quizvraag


M
V
O
MV
ein
eine
ein
keine
Euer- Schule ist wegen Corona geschlossen.
A
Eure
B
Euer

Slide 14 - Quizvraag

onze ... Lehrerin (v)
A
unser
B
unsere

Slide 15 - Quizvraag

mijn ... Bruder.
A
mein
B
meine

Slide 16 - Quizvraag

Was ist (jouw) Name (m)?
A
sein
B
mein
C
dein
D
Ihr

Slide 17 - Quizvraag

(Mijn) Hobby (o) ist Handball.
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein

Slide 18 - Quizvraag

Das sind (onze) Eltern (mv).
A
meine
B
dein
C
ihr
D
unsere

Slide 19 - Quizvraag

(Jullie) Auto (o) ist sehr schön.
A
Unser
B
Eure
C
Unsere
D
Euer

Slide 20 - Quizvraag

(Onze) Lehrer (m) heißt Meier.
A
Ihr
B
Ihre
C
Unser
D
Euere

Slide 21 - Quizvraag

Seite 120 Aufgabe sieben
 Vervang het onderwerp voor een pers. voornaamwoord (Personal Pronomen)
1. Michael und ich  = wir
mannelijk         er
vrouwelijk        sie
onzijdig (das) es 
meervoud        sie 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Seite 120/121 Aufgabe acht, neun, zehn
Vertaal het bezittelijke voornaamwoord (Possesiv-pronomen) naar het nederlands, maak gebruik van de tabel boven de opdracht. 
Seite 121 Aufgabe neun
Kies de juiste vorm van het Possesiv- pronomen. 
Seite 121 Aufgabe zehn
Vertaal he Possesiv Pronomen èn vul de juiste vorm in (wel of geen -e )

Slide 24 - Tekstslide

Wörterliste A üben

Slide 25 - Tekstslide

Aufgabe 4 Seite 117
Afmaken: opdracht   3, 4, 7,
8, 9 en 10

 
Leren Grammatik C
en Wörterliste A

Slide 26 - Tekstslide

Hausaufgaben
Afmaken: opdracht  4, 7,
8, 9 en 10
Leren Grammatik C
en Wörterliste A

Slide 27 - Tekstslide