Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Hoofdstuk 3 Bedrijfsvormen
Bedrijfsvormen
1 / 10
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Drank en horeca
MBO
Studiejaar 3
In deze les zitten
10 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Bedrijfsvormen
Slide 1 - Tekstslide
Welke bewering is juist voor een 'eenmanszaak'?
A
Een bedrijfsvorm waar maar één persoon werkzaam is
B
Een bedrijfsvorm in eigendom van één persoon die ook personeel kan hebben
C
Een bedrijfsvorm waarvan de eigenaar een man is
Slide 2 - Quizvraag
Welke bewering geldt nog meer voor een eenmanszaak?
A
De eigenaar is altijd ook de leidinggevende
B
De eigenaar hoeft niet tevens de leidinggevende te zijn
C
De eigenaar moet altijd aanwezig zijn
Slide 3 - Quizvraag
Moeten bij een Vennootschap onder firma (V.O.F.) alle partners altijd tevens leidinggevende zijn?
A
Ja, ze hebben namelijk beide de algemene leiding en moeten beide aan de eisen voldoen
B
Nee, als één leidinggevende zijn certificaat Sociale Hygiëne nog moet halen, wordt dit gedoogd
C
Nee, als de ene vennoot zich niet bemoeit met de financiën en de algemene leiding van het bedrijf
Slide 4 - Quizvraag
Welke bewering geldt voor een Besloten Vennootschap (B.V.)?
A
Een B.V. is een rechtspersoon geleid door één of meerdere directeuren
B
In de oprichtingsfase zijn de oprichters van de B.V. hoofdelijk aansprakelijk
C
Na de oprichtingsfase is de B.V. aansprakelijk en niet de directeur(en) als persoon
D
Zowel A, B als C zijn juist
Slide 5 - Quizvraag
Hoe noemen we een rechtspersoon waarbij het kapitaal verdeeld is in aandelen die al dan niet op naam staan en dus al dan niet vrij overdraagbaar zijn?
A
Naamloos Vennootschap (N.V.)
B
Besloten Vennootschap (B.V.)
C
Stichting
Slide 6 - Quizvraag
Wat geldt voor een Commanditaire Vennootschap (C.V.)?
A
Eén vennoot doet het werk en de andere brengt bijvoorbeeld geld mee maar bemoeit zich niet met de bedrijfsvoering
B
Een C.V. bestaat uit beherende vennoten en zogenaamde 'stille' of commanditaire vennoten
C
De stille (of commanditaire) vennoot is geen leidinggevende in de zin van de Alcoholwet
D
Zowel A, B als C zijn juist
Slide 7 - Quizvraag
Mag een stichting winst maken?
A
Ja, dit mag zonder voorwaarden
B
Ja, maar de winst moet dan wel weer gebruikt worden om het doel van de stichting te verwezenlijken
C
Nee, dit mag nooit. Een stichting heeft immers geen winstoogmerk
Slide 8 - Quizvraag
Kun je lid worden van een stichting?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
Kun je lid worden van een vereniging?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
5.2 Waar kun je werken?
October 2018
- Les met
42 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Bedrijfsvormen
January 2022
- Les met
10 slides
Alcoholwet
MBO
Studiejaar 2
5.2 Waar kun je werken?
November 2018
- Les met
38 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
StableSucces les 2
September 2024
- Les met
41 slides
Les. 2 Bedrijven en het recht 1.5 t/m 1.7.4
September 2021
- Les met
39 slides
ecm rechten en klachten
MBO
Studiejaar 1
Inleiding recht - les 2
September 2024
- Les met
24 slides
Inleiding recht
MBO
Studiejaar 1
1.1 Rechtsvormen
January 2021
- Les met
29 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
11.5
February 2023
- Les met
18 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4