In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Symmetrie Hoofdstuk 10
Herhaling
Slide 1 - Tekstslide
Lijnsymmetrie
Een figuur is lijnsymmetrisch of spiegelsymmetrisch als deze uit twee helften bestaat, die elkaars spiegelbeeld zijn.
De vouwlijn noemen we de symmetrieas.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
De vlinder is lijnsymmetrisch
Slide 4 - Tekstslide
Een afbeelding kan ook méér dan één symmetrieas hebben
Slide 5 - Tekstslide
Hoeveel symmetrieassen heeft dit figuur?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Wat betekent dit voor de hoeken?
Slide 8 - Tekstslide
Wat betekent dit voor de hoeken?
Slide 9 - Tekstslide
Hoeveel gelijke zijden heeft een gelijkbenige driehoek?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 10 - Quizvraag
Hoeveel symmetrieassen heeft een gelijkzijdige driehoek?
Slide 11 - Open vraag
Bij welke driehoek zijn alledrie de hoeken even groot?
Slide 12 - Open vraag
Een spiegelbeeld tekenen met je geodriehoek
blz. 104/105
Slide 13 - Tekstslide
Wat heb je vorige les geleerd?
Hoe je een gelijkbenige driehoek herkent.
Wat de eigenschappen van een gelijkbenige driehoek zijn.
Hoe je een gelijkzijdige driehoek herkent.
Wat de eigenschappen van een gelijkzijdige driehoek zijn.
Slide 14 - Tekstslide
Wat gaan we nu herhalen?
Hoe je een figuur kunt spiegelen in een lijn.
Slide 15 - Tekstslide
Bekijk het volgende filmpje voor de uitleg over het spiegelen van een figuur in een lijn.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Hoe je een figuur kunt spiegelen in een lijn ga ik uitleggen aan de hand van een voorbeeld.
Zorg dat je elke stap mee doet! Ik wil je tekening namelijk zien.
Je hebt nodig:
Je wiskunde schrift, potlood, geodriehoek en eventueel een gum.
Slide 18 - Tekstslide
Voor de opdracht moet je de geodriehoek goed kennen!
Ingebouwde loodlijn
Lange zijde van de geodriehoek
Slide 19 - Tekstslide
Teken onderstaan figuur over in je schrift.
De driehoek ABC gaan wij spiegelen in de lijn.
Slide 20 - Tekstslide
Het spiegelbeeld van deze driehoek kunnen we spiegelen door de drie hoekpunten in de lijn te spiegelen. Deze hoeven we er na alleen nog te verbinden.
We gaan dus hoekpunt A, B en C
spiegelen in de lijn.
Slide 21 - Tekstslide
Stap 1: Spiegel hoekpunt A
Leg de ingebouwde loodlijn van je geodriehoek op de lijn. Zorg ook dat de lange zijde van je geodriehoek door
hoekpunt A gaat.
Zie de afbeelding hiernaast.
Slide 22 - Tekstslide
Stap 2
Spiegel hoekpunt A
Met je geodriehoek kijk je hoe ver
punt A van de lijn ligt. Dit is op mijn
tekening 1,8 cm.
Dat betekent dat het nieuwe punt
aan de linkerkant van de lijn ook op
1,8 cm afstand moet liggen.
Slide 23 - Tekstslide
Stap 3
Spiegel hoekpunt A
Als je 1,8 cm van de lijn vandaan bent, zet dan een punt neer. Verbind hoekpunt A met het nieuwe punt door een stippellijn te tekenen.
Nu heb je hoekpunt A gespiegeld in de lijn.
Slide 24 - Tekstslide
Stap 4
Spiegel hoekpunt A
Nu moeten we nog 2 dingen
aangeven.
Nummer 1: dat de stippellijn
loodrecht op de lijn staat.
Slide 25 - Tekstslide
Stap 5
Spiegel hoekpunt A
Nu moeten we nog 2 dingen
aangeven.
Nummer 2: Dat de beide kanten
even lang zijn.
Slide 26 - Tekstslide
Stap 6
Spiegel hoekpunt A
De letter A is al een keer gebruikt.
Om het spiegelbeeld van A
aan te geven, noemen we het
nieuwe punt A'
Slide 27 - Tekstslide
Het spiegelen van hoekpunt B en C gaat op precies dezelfde manier.
Slide 28 - Tekstslide
Stap 1: Spiegel hoekpunt B
Leg de ingebouwde loodlijn van je geodriehoek op de lijn.
Zorg ook dat de lange zijde van je geodriehoek door punt B gaat.
Zie de afbeelding hiernaast.
Slide 29 - Tekstslide
Stap 2: Spiegel hoekpunt B
Met je geodriehoek kijk je hoe ver punt B van de lijn ligt.
Dit is op mijn tekening 4,5 cm.
Dat betekent dat het nieuwe punt aan de linkerkant van de lijn ook op
4,5 cm afstand moet liggen.
Slide 30 - Tekstslide
Stap 3: Spiegel hoekpunt B
Als je 4,5 cm van de lijn vandaan bent, zet dan een punt neer. Verbindt hoekpunt B met het nieuwe punt door een stippellijn te tekenen. Nu heb je hoekpunt B gespiegeld in de lijn.
Slide 31 - Tekstslide
Stap 4: Spiegel hoekpunt B
Nu moeten we nog 2 dingen aangeven.
Nummer 1: dat de stippellijn loodrecht op de lijn staat.
Slide 32 - Tekstslide
Stap 5: Spiegel hoekpunt B
Nummer 2: Dat de beide kanten even lang zijn.
Dit keer zetten we twee streepjes neer want één steep hebben we al bij het spiegelen van A gebruikt.
Slide 33 - Tekstslide
Stap 6: Spiegel hoekpunt B
Het nieuwe punt krijgt een naam. De letter B is al een keer gebruikt. Om het spiegelbeeld van B aan te geven, noemen we het nieuwe punt B'
Slide 34 - Tekstslide
Bijna klaar!
We moeten nu alleen nog punt C spiegelen.
Eerst even controleren. Ziet jou tekenen er zo uit?
Nee? Kijk dan nog even terug.
Slide 35 - Tekstslide
Stap 1: Spiegel hoekpunt C
Leg de ingebouwde loodlijn van je geodriehoek op de lijn. Zorg ook dat de lange zijde van je geodriehoek door
hoekpunt C gaat.
Zie de afbeelding hiernaast.
Slide 36 - Tekstslide
Stap 2: Spiegel hoekpunt C
Met je geodriehoek kijk je hoe ver punt C van de lijn ligt. Dit is 2,2 cm.
Dat betekent dat het nieuwe punt aan de linkerkant van de lijn ook op
2,2 cm afstand moet liggen.
Slide 37 - Tekstslide
Stap 3: Spiegel hoekpunt C
Als je 2,2 cm van de lijn vandaan bent, zet dan een punt neer. Verbindt hoekpunt C met het nieuwe punt door een stippellijn te tekenen. Nu heb je hoekpunt C gespiegeld in de lijn.
Slide 38 - Tekstslide
Stap 4: Spiegel hoekpunt C
Nu moeten we nog 2 dingen aangeven.
Nummer 1: dat de stippellijn loodrecht op de lijn staat.
Slide 39 - Tekstslide
Stap 5: Spiegel hoekpunt C
Nummer 2: Dat de beide kanten even lang zijn.
Dit keer zetten we drie streepjes neer want één en twee steepjes hebben we al gebruikt.
Slide 40 - Tekstslide
Stap 6: Spiegel hoekpunt C
Het nieuwe punt krijgt een naam. De letter C is al een keer gebruikt. Om het spiegelbeeld van C aan te geven, noemen we het nieuwe punt C'
Slide 41 - Tekstslide
Laatste stap!
Nu moet je alleen nog de nieuwe punten verbinden zodat er een driehoek ontstaat!
Slide 42 - Tekstslide
Upload hier een foto van jou tekening die jij in je schrift hebt staan. Dan kan ik je feedback geven.
Slide 43 - Open vraag
Wat heb je nodig om zo'n figuur goed te kunnen spiegelen?
Als een hoekpunt op een lijn ligt, hoef je deze niet te spiegelen!
Slide 44 - Tekstslide
Wat heb je nodig om zo'n figuur goed te kunnen spiegelen?
Als een hoekpunt op een lijn ligt, hoef je deze niet te spiegelen!
Slide 45 - Tekstslide
Wat heb je nodig om zo'n figuur goed te kunnen spiegelen?
Als een hoekpunt op een lijn ligt, hoef je deze niet te spiegelen!
Slide 46 - Tekstslide
Einde!
Heb je de vorige weektaak al af en ingeleverd!
Ja? Goedzo!
Nee? Nu doen.
Ook de inleveropdracht makenals je dat nog niet gedaan hebt