- Je herkent in een tekst dat iets niet letterlijk bedoeld wordt
- Je benoemt (straks) acht soorten stijlfiguren
Vandaag in de les:
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
- Welkom
- Boek gekozen?
- samen: H5 stijlfiguren I
- Aftekenen opdracht 11 H31 (leenwoorden)
Doel:
- Je herkent in een tekst dat iets niet letterlijk bedoeld wordt
- Je benoemt (straks) acht soorten stijlfiguren
Vandaag in de les:
Slide 1 - Tekstslide
Waar denken jullie aan bij stijlfiguren?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Stijlfiguren
Elke schrijver heeft zijn eigen manier van schrijven: de schrijfstijl.
Sommige schrijvers houden ervan om voorbeelden te gebruiken, anderen overdrijven graag en weer anderen vinden het leuk om dingen minder groot voor te stellen dan ze zijn.
Sommige van deze 'trucjes' noem je stijlfiguren.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
- Gebruikt om iets te benadrukken
- Eigen stijl schrijver
- Tekst minder taai of saai maken
- Vaste vorm:
Stijlfiguren
Slide 6 - Tekstslide
tricolon (drieslag): opsommingen in drieën
Heerlijk, helder, Heineken
climax: steeds sterker wordende serie
Het was een domper, een teleurstelling, een ramp.
anticlimax: steeds minder sterk wordende serie
Hij heeft hij een groot huis, een dik horloge, een dure auto en… een lege bankrekening.
H5 Herhalingen en opsommingen
Slide 7 - Tekstslide
repetitio: herhaling
Om de finish te halen moet je rennen, rennen en nog eens rennen.
anafoor: herhaling van een woord of woordgroep aan het begin van de zin
Bedankt voor jullie komst, bedankt voor jullie inzet en bedankt voor jullie aandacht.
H5 Herhalingen en opsommingen
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Nakijken en
aftekenen
timer
12:30
Leg je huiswerk open op tafel neer
Slide 11 - Tekstslide
Weektaak
H5: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8
Slide 12 - Tekstslide
Eufemisme: Verzachtende uitdrukking
Hij blies zijn laatste adem uit
Hyperbool: sterke overdrijving
Ik heb jou nog nooit op tijd zien komen
Understatement: afgezwakte uitdrukking
Dat had je wel wat aardiger mogen zeggen.
H5 overdrijven en nuanceren
Slide 13 - Tekstslide
Vandaag
Boek lezen (15 minuten): titel doorgeven
Stijlfiguren II (15 minuten)
Opdracht stijlfiguren tot nu toe
Weektaak
timer
15:00
Slide 14 - Tekstslide
Antithese: Samenvoeging van tegengestelde woorden
Hij steunde haar door dik en dun
Paradox: Schijnbare tegenstelling
Hoe gespecialiseerder iemand is, des te minder hij kan.
Waarin een klein land, groot kan zijn.
Litotes: iets zeggen door het tegenovergestelde te ontkennen
Het was niet bepaald een succes
H6 Tegenstellingen en ontkenningen
Slide 15 - Tekstslide
Retorische vraag: Het is niet de bedoeling dat er antwoord op gegeven wordt
Dat begrijpt toch iedereen?
Willen jullie even stil zijn?
Chiasme: Zinsopbouw, waarin overeenkomstige elementen in omgedraaide volgorde terugkomen (ABBA)
H6 Tegenstellingen en ontkenningen
Slide 16 - Tekstslide
Spot
Ironie: vriendelijke spot die niet kwetsend is bedoeld. Je zegt het tegenovergestelde van wat je bedoelt, als grapje. Het weer is geweldig. (als het pijpenstelen regent)
Sarcasme: scherpere spot, bedoeld om de ander te kwetsen."Vooral zo doorgaan, dan komt het wel goed! "(tegen leerling die weer een 3 haalt)
Slide 17 - Tekstslide
Spot
cynisme: heel wrede spot "Dan spring je toch lekker van de flat!" tegen depressieve vriend. Is meer een houding dan humor.
Een 'cynicus' gaat uit van het slechte in de mens. Niet meer geloven in een goede afloop.
Slide 18 - Tekstslide
Een muzikale onderbreking...
We luisteren nu naar het nummer 'Opzij' van Herman van Veen. Luister goed naar de tekst!
Slide 19 - Tekstslide
Aan de slag
Slide 20 - Tekstslide
Wat ga je doen:
- Stijlfiguren 1 en 2 (hoofdstuk 5 en 6)
Opdrachten:
H6: weektaak
Lezen in je boek
Wanneer: aftekenen volgende week maandag
Hoe: werk netjes en zet de antwoorden in je schrift
Aan de slag
Slide 21 - Tekstslide
Noem één ding dat je geleerd hebt tijdens deze les