- Vragen bespreken toets vrijdag en eventueel nog aftekenen van weektaak
- Je bepaalt of een uitspraak letterlijk of figuurlijk bedoeld is
- Je benoemt de figuurlijke termen die een herhaling of opsomming aangeven
Vandaag in de les:
Slide 2 - Tekstslide
Elke schrijver heeft zijn eigen manier van schrijven: de schrijfstijl.
Sommige schrijvers houden ervan om voorbeelden te gebruiken, anderen overdrijven graag en weer anderen vinden het leuk om dingen minder groot voor te stellen dan ze zijn.
Sommige van deze 'trucjes' noem je stijlfiguren.
- MAAK AANTEKENINGEN VAN DE VOLGENDE DRIE SLIDES!
Stijlfiguren
Slide 3 - Tekstslide
repetitio:
herhaling
-Om de finish te halen moet je rennen, rennen en nog eens rennen.
anafoor:
herhaling van een woord of woordgroep aan het begin van de zin
-Bedankt voor jullie komst, bedankt voor jullie input en bedankt voor jullie aandacht.
H5 Herhalingen en opsommingen
Slide 4 - Tekstslide
tricolon (drieslag):
opsommingen in drieën
- Heerlijk, helder, Heineken
climax:
steeds sterker wordende serie
- Het was een domper, een teleurstelling, een ramp.
anticlimax:
steeds minder sterk wordende serie
- Hij heeft hij een groot huis, een dik horloge, een dure auto en… een lege bankrekening.
H5 Herhalingen en opsommingen
Slide 5 - Tekstslide
Hyperbool:
sterke overdrijving
- Ik heb jou nog nooit op tijd zien komen
Eufemisme:
Verzachtende uitdrukking
- Hij blies zijn laatste adem uit
Understatement:
afgezwakte uitdrukking
- Dat had je wel wat aardiger mogen zeggen.
H5 overdrijven en nuanceren
Slide 6 - Tekstslide
Repetitio
Een woord of woordgroep wordt herhaald
Nooit, maar dan ook nooit, zal ik jou begrijpen.
"Nee, nee, nee", zei moeder boos.
Slide 7 - Tekstslide
Anafoor
Herhaling van hetzelfde woord of dezelfde woordgroep aan het begin van opeenvolgende zinnen of zinsdelen.