H1: Ik kan uitleggen waarom de 17e eeuw in Nederland de Gouden Eeuw wordt genoemd (r).
S1.1: Ik kan uitleggen hoe door handelspolitiek de VOC ontstaat.
S1.2: Ik kan benoemen waar de VOC een monopolie op kreeg.
S1.3: Ik kan via onderzoek aantonen hoe de route van een VOC-schip verliep. (t)
H2: Ik kan uitleggen welke rol de WIC speelde in de 17e eeuw. (t+i)
S2.1: Ik kan 2 oorzaken en 2 gevolgen noemen van het ontstaan van de WIC. (r)
S2.2: Ik kan uitleggen welke producten er in de driehoekshandel werden verhandeld. (r)
S2.3: Ik kan 2 argumenten bedenken waarom de term ‘Gouden Eeuw” toch niet klopt. (i)
S2.4: 'Ik kan een standpunt innemen over de term 'Gouden Eeuw' en dit uitwerken in een betoog' (i)