Volgende les: Herhaling/reflectie en bespreken huiswerk
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen: na de les .....
Weet je wat het verschil is tussen afzet en omzet
Weet je hoe je de omzet berekent
Kun je de brutowinst berekenen
Weet je wat het verschil is tussen brutowinst en nettowinst en hoe je ze berekent
Slide 4 - Tekstslide
Uitleg en instructie...
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
vragen?
Slide 10 - Tekstslide
Maken opdrachten
Maken van opdrachten 2 t/m 5 (blz. 130-131)
timer
10:00
Slide 11 - Tekstslide
Bespreken opgave 2 t/m 5
Slide 12 - Tekstslide
Huiswerk volgende les
Maken Par. 5.3:
Opdrachten 4 t/m 14
Slide 13 - Tekstslide
Huiswerk bespreken
Maken Par. 5.3:
Opdrachten 4 t/m 14
Slide 14 - Tekstslide
Reflectie: Zijn de lesdoelen behaald?
Weet je wat het verschil is tussen afzet en omzet
Weet je hoe je de omzet berekent
Kun je de brutowinst berekenen
Weet je wat het verschil is tussen brutowinst en nettowinst en hoe je ze berekent
Slide 15 - Tekstslide
De verkoopprijs is €19,80 De afzet is 45.000 Bereken de omzet
Slide 16 - Open vraag
Wat betekent het begrip ‘afzet’?
A
Het aantal producten dat je hebt verkocht
B
Hoeveel geld er binnen is gekomen
C
Hoeveel je uiteindelijk hebt verdiend
D
Dat je bent opgelicht
Slide 17 - Quizvraag
Je hebt afgelopen maand 120 clownsneuzen verkocht. Deze kocht je in voor € 0,80 en verkocht je voor € 1,20. Hoeveel bedroeg de omzet afgelopen maand?
A
€48
B
€96
C
€144
D
€1,20
Slide 18 - Quizvraag
Van een winkel die handelt in rechtersokken is het volgende bekend: Omzet: € 80.000 Inkoopwaarde: € 45.000 Personeelskosten: € 15.000 Huur: € 4.000 Reclamekosten: € 3.000 Energiekosten: € 2.500 Bereken de totale brutowinst.
A
€35.000
B
€20.000
C
€13.500
D
€10.500
Slide 19 - Quizvraag
Van een winkel die handelt in linkersokken is het volgende bekend: Afzet: 160.000 sokken Verkoopprijs: € 0,50 Inkoopprijs: € 0,30 Personeelskosten: € 12.000 Huur: € 5.000 Reclamekosten: € 2.000 Energiekosten: € 1.500 Bereken de totale nettowinst.