* werkwoorden in de gebiedende wijs correct spellen.
* verschillende, maar gelijkklinkende werkwoordsvormen correct spellen.
timer
10:00
Leg je schrift open op tafel bij §11 opdr. 1 t/m 3.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Lesplanning
* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige les §11
* theorie §12 en §14
* oefeningen
Lesdoel
Aan het eind van de
les kan/weet ik:
* werkwoorden in de gebiedende wijs correct spellen.
* verschillende, maar gelijkklinkende werkwoordsvormen correct spellen.
timer
10:00
Leg je schrift open op tafel bij §11 opdr. 1 t/m 3.
Slide 1 - Tekstslide
§11 pv in een samengestelde zin
Je hebt opdracht 1 t/m 3 gemaakt. Deze wissel je met je buurman of -vrouw uit en je kijkt elkaars werk na. Gebruik een andere kleur pen/potlood om na te kijken en noteer het aantal fouten.
timer
5:00
Slide 2 - Tekstslide
Gebiedende wijs
Wat is gebiedende wijs?
Hoe schrijf je de gebiedende wijs?
Slide 3 - Tekstslide
Gebiedende wijs (gw)
De gebiedende wijs gebruik je bij een bevel, instructie, advies of waarschuwing te geven.
- geen onderwerp in de zin
- schrijf je als de ik-vorm tt (ook als je meerdere personen aanspreekt)
Slide 4 - Tekstslide
Homofone werkwoordsvormen
Slide 5 - Tekstslide
Homofoon = gelijk van klank
Homofone werkwoordsvormen = werkwoorden die hetzelfde klinken, maar verschillend geschreven worden.
Slide 6 - Tekstslide
Voorbeeld
betaalt - betaald
Hij betaalt de rekening.
Hij heeft de rekening betaald.
Slide 7 - Tekstslide
Bij pvtt is vaak de keuze tussen -d en -dt een probleem. Je hoort het verschil tussen -d en -dt niet, maar je schrijft het wel.
Alleen bij ww met in de infinitief een d voor de uitgang -en, zoals aanmelden, antwoorden en landen.
Slide 8 - Tekstslide
-d of -dt?
Bepaal eerst het onderwerp dat bij de persoonsvorm hoort.
Kies vervolgens voor -d:
als het onderwerp het woord ik is.
Ik laad mijn telefoon op. Antwoord ik voor mijn beurt?
als het onderwerp het woord jij of je is dat achter de persoonsvorm staat.
Meld jij ons even aan?
Slide 9 - Tekstslide
-d of -dt?
Kies voor -dt:
in alle andere gevallen in het enkelvoud.
Het vliegtuig landt om drie uur. Je laadt mijn iPad toch wel op tijd op?
Verbrandt je (= jouw) vader zijn tuinafval? De docent raadt je (= jou) aan goed te leren voor de toets. Welke minister beantwoordt de vraag?
Slide 10 - Tekstslide
Bij werkwoorden met in de infinitief geen d voor de uitgang -en krijg je dus nooit -dt: vormen als *beroofdt of *verbouwdt bestaan niet, want in beroven en verbouwen zit geen d.
In de verleden tijd komt geen dt voor.
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht
§12 m. opdr. 1 t/m 3
§14 lees de theorie (blz. 267) + m. opdr. 1 t/m 3
Vragen? Eerst de theorie in het boek (opnieuw) lezen, dan (zachtjes) je buurvrouw of -man vragen. Als het dan nog niet lukt, steek je je hand omhoog en kom ik eraan.
timer
20:00
Slide 12 - Tekstslide
Een gebiedende wijs is:
A
u-vorm
B
hele werkwoord
C
hij-vorm
D
gebod of bevel
Slide 13 - Quizvraag
Gebiedende wijs ... daarmee op!
A
Hout
B
Houd
C
Hou
D
Houdt
Slide 14 - Quizvraag
Welke vorm is juist?
A
Je raadt nooit hoeveel kilometers ik heb gelopen!
B
Je raad nooit hoeveel kilometers ik heb gelopen!
Slide 15 - Quizvraag
(redden, TT) ______________ je het wel om nog voor het eten weer thuis te zijn?
Slide 16 - Open vraag
Wat heb je deze les geleerd?
Slide 17 - Open vraag
Welke vragen heb je nog?
Slide 18 - Open vraag
Ik kan werkwoorden in de gebiedende wijs en verschillende, maar gelijkklinkende werkwoordsvormen correct spellen. 0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel