Dinsdag 19 april ochtend

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les
* Leerdoelen vandaag
                - bedoeling van de schrijver
                                              -bedoeling van tekstgedeeltes en                                                             beoordeling tekstgedeeltes
* Zelfstandig aan de slag
* Kahoot 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les
* Leerdoelen vandaag
                - bedoeling van de schrijver
                                              -bedoeling van tekstgedeeltes en                                                             beoordeling tekstgedeeltes
* Zelfstandig aan de slag
* Kahoot 

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn hoofdzaken?
A
De belangrijkste delen van een tekst
B
informatie over de hoofdpersoon
C
kun je weglaten uit een tekst
D
heb je nodig om de tekst te begrijpen

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een hoofdzaak en een bijzaak?

Slide 3 - Open vraag

Het tegenovergestelde van hoofdzaken is bijzaken.
Bijzaken kunnen zijn:
A
voorbeelden
B
belangrijke informatie
C
herhaling
D
uitleg

Slide 4 - Quizvraag

Hoofdzaken
Bijzaken
Conclusie
Hoofdgedachte
Onderwerp
Extra uitleg
Voorbeelden
Eigenschappen van het onderwerp

Slide 5 - Sleepvraag

Leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les kan je:

De bedoeling van de schrijver verwoorden. 

De bedoeling van tekstgedeeltes verwoorden en  tekstgedeeltes beoordelen

Slide 6 - Tekstslide

Een schrijver heeft met zijn tekst een bepaalde bedoeling, dit noem je het...

Slide 7 - Open vraag

Wat is de bedoeling van de schrijver?
Elke tekst heeft een doel, elke schrijver heeft een bedoeling. Een schrijver heeft de tekst geschreven met een reden.
De bedoeling van de schrijver vind je in de inleiding en soms in het slot van de tekst.
Ook kan de kop je helpen om de bedoeling van de schrijver te achterhalen.
Je schrijft nooit een woord op, maar altijd een hele zin. 

Slide 8 - Tekstslide

Hoe weet je wat er met een tekstgedeelte wordt bedoeld?
Voordat een schrijver begint met het schrijven van een tekst, bedenkt hij waarover hij wil gaan schrijven.
Hij bepaalt het onderwerp en daarna de deelonderwerpen. Deze deelonderwerpen hebben allemaal een doel.
Hij kiest ze niet zomaar. 
Daarna bedenkt hij een inleiding en een slot.
Deze delen hebben ook een doel. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Inleiding
In de inleiding zal hij bijvoorbeeld het onderwerp aankondigen, over de opbouw vertellen of een anekdote vertellen.
Een anekdote is een leuk verhaaltje om je onderwerp te introduceren.
Bijvoorbeeld een verhaaltje over wat je zelf hebt meegemaakt. 

Slide 11 - Tekstslide

Kern/middenstuk
In het middenstuk zal de schrijver de deelonderwerpen uitwerken, bijvoorbeeld een uitleg geven, de voor- en nadelen beschrijven, of argumenten voor en tegen geven van het onderwerp.

Slide 12 - Tekstslide

Slot
In het slot zal hij bijvoorbeeld een korte samenvatting geven of een conclusie.
Ook kan hij een oproep of een aanbeveling doen of zijn eigen mening geven.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld
Onderwerp: schooluniform

Schrijfdoel: overtuigen waarom scholieren verplicht een schooluniform moeten dragen

Inleiding
     Alinea 1: anekdote over kleding op school
     Alinea 2: standpunt aankondigen: ik vind dat schooluniformen verplicht moeten worden op Nederlandse scholen. 

Middenstuk
     Alinea 3: eerste argument (niet iedereen heeft voldoende geld om mooie kleding te kopen)
     Alinea 4: tweede argument (iedereen is gelijk)
     Alinea 5: tegenargument weerleggen (niet mooi, maar scholieren zouden zelf een uniform kunnen kiezen voor hun school)

Slot
     Alinea 6: conclusie en herhalen van belangrijkste argument.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Zelfstandig aan het werk
Verder werken aan de doelen van Nederlands >
 portal > Blok 2 > Trede 9

Van het kopje lezen maken >
- Niets zomaar

Klaar? > verder werken aan Nederlands of eigen leerdoelen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link