Oefentoets Wateroverlast

1 / 32
volgende
Slide 1: Video
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Sleep de begrippen naar de juiste afbeelding. 
Sleep de tekst rechts naar de juiste afbeelding!
dijkverbetering
uiterwaardvergraving
dijkverlegging
Aanleggen nevengeulen
Deze maatregel wordt alleen gekozen als er geen ruimte is voor andere maatregelen!

Slide 2 - Sleepvraag

Langs de IJssel en de Maas worden alle maatregelen van Ruimte voor de rivier uitgevoerd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Welke uitspraak is juist?
A
De klimaatverandering heeft geen invloed op de waterstand in de rivieren
B
De rivieren krijgen in de bovenloop veel water te verwerken
C
in de benedenloop krijgen de rivieren steeds meer water te verwerken
D
De dijken worden niet meer verhoogd

Slide 4 - Quizvraag

Einde opdrachten bij filmpje

Slide 5 - Tekstslide

Waarom draagt ontbossing bij aan wateroverlast?
A
Bossen verdampen meer
B
Bossen houden water vast
C
Bossen verdampen minder
D
Bossen hebben niets te maken met wateroverlast

Slide 6 - Quizvraag

Een gemengde rivier is een rivier die ... ?
A
Zijn water krijgt van regen- en smeltwater
B
Die zowel zoet als brak water heeft
C
Door twee of meer landen stroomt
D
Zijn water krijgt van grijs- en zwart water

Slide 7 - Quizvraag

Rondom de rivieren ligt veel klei in bodem, dit komt door ...
A
Verwering
B
Erosie
C
Sedimentatie

Slide 8 - Quizvraag

Vergelijk de foto en de kaart goed voor de volgende vraag
De foto en de kaart zijn van hetzelfde gebied, bij Wijhe (Overijssel)

Slide 9 - Tekstslide

Welke maatregelen van ruimte voor de rivier zijn hier uitgevoerd?
A
Winterdijk verplaatsen
B
Zomerdijk verplaatsen
C
Objecten verplaatsen
D
Uiterwaardvergraving

Slide 10 - Quizvraag

Bij deze foto van de Maas in Limburg (Nederland) past welk begrip?
A
Afvoeren
B
Meanderen
C
Harde oever
D
Uiterwaardvergraving

Slide 11 - Quizvraag

Primaire dammen liggen direct aan zee en dienen voor de veiligheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Secundaire dammen zorgen dat het zoete en zoute water van elkaar worden gescheiden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Relatieve zeespiegelstijging heeft absoluut niets te maken met absolute zeespiegelstijging
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Rivieren in de benedenloop vervoeren meer water dan rivieren in de bovenloop, doordat..
A
Het in de benedenloop meer regent.
B
Er in de benedenloop steeds meer zijrivieren bijkomen.
C
Rivieren in de benedenloop langzamer stromen.
D
Rivieren in de benedenloop meer materiaal vervoeren.

Slide 15 - Quizvraag

Voor rivier A is het verval ........ en het verhang ........... Voor rivier B is het verval .......... en het verhang ...........
A
200 m - 40 m/km; 200 m - 28,6 m/km
B
40m/km - 200m; 28,6 m/km - 200 m
C
200 m - 28,6 m / km; 40m/km - 200 m
D
200 m - 28,6 40 m/km - 200 m - 40 m/km

Slide 16 - Quizvraag

De Rijn is een ..... rivier en de Maas een .... rivier
A
regen, smeltwater
B
gemengde, smeltwater
C
regen, gemengde
D
gemengde, regen

Slide 17 - Quizvraag


Deze rivier heeft...
A
Een hoog debiet en een laag regiem
B
Een laag debiet en een hoog regiem
C
Een hoog debiet en een hoog regiem
D
Een laag debiet en een laag regiem

Slide 18 - Quizvraag


Deze rivier heeft...
A
Een hoog regiem
B
Een laag regiem
C
Een hoog debiet
D
Een laag debiet

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de vertragingstijd?
A
Bij meer water in de rivier stroomt het water langzamer
B
Bij meer regen doet de neerslag er langer over om de rivier te bereiken
C
Bij meer begroeiing doet de neerslag er langer over om de rivier te bereiken
D
De hoeveelheid tijd die water nodig heeft om na een regenbui in de rivier te komen

Slide 20 - Quizvraag

Twee beweringen:
1. Door verstening wordt de vertragingstijd langer
2. Door ontbossing wordt de vertragingstijd korter
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 21 - Quizvraag

Welke maatregel uit Ruimte voor de Rivier (maatregelen in het rivierengebied) zie je hier?
A
Uiterwaardvergraving
B
Dijkverlegging
C
Obstakels verwijderen
D
Nevengeul

Slide 22 - Quizvraag

Welke maatregel van ruimte voor de rivier zie je hier?
A
Ontpoldering
B
Aanleg nevengeul
C
Dijkverhoging
D
Kribverlaging

Slide 23 - Quizvraag

Welk deel van de kust is erg gevoelig voor kustafslag?
A
De Afsluitdijk
B
De Deltawerken
C
De Zandmotor
D
Zeereep

Slide 24 - Quizvraag

Een delta is...
A
Een samenloop van regenwater riviertjes in het hooggebergte.
B
Een bocht in de rivier.
C
Nieuw land in zee ontstaan door sedimentatie van een rivier.
D
Een ander woord voor gletsjer.

Slide 25 - Quizvraag

Welke maatregel uit het project 'ruimte voor de rivier' zie je in de afbeelding
A
Dijkverlegging
B
Uiterwaardafgraving
C
Obstakelverwijdering
D
Nevengeul

Slide 26 - Quizvraag

Relatieve zeespiegelstijging is een gevolg van zeespiegelstijging en . . .?
A
Verschuiving van de basiskustlijn
B
Het smelten van de poolkappen
C
Verzilting
D
Bodemdaling

Slide 27 - Quizvraag

In Nederland is de relatieve zeespiegelstijging groter dan de absolute zeespiegelstijging.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Bereken de relatieve
zeespiegelstijging als de
absolute zeespiegelstijging 2m is
en de bodemdaling 3m
A
1m
B
-1m
C
5m
D
-5m

Slide 29 - Quizvraag

Een belangrijke oorzaak van de toegenomen waterproblemen is
A
er valt meer neerslag in de zomer
B
er is meer verharding van de bodem
C
de zomers worden droger

Slide 30 - Quizvraag

Om waterproblemen op te lossen en verzilting tegen te gaan wordt er gebruik gemaakt van:
A
Tuinbouw in kassen
B
Extensieve landbouw
C
Intensief irrigatie
D
Druppel irrigatie

Slide 31 - Quizvraag

Wat is adaptatie
A
aanpassingen aan een veranderend klimaat en de gevolgen daarvan
B
maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.

Slide 32 - Quizvraag