Chapitre 3 - vouloir - pouvoir

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bonjour tout le monde!

Programme

1) révision werkwoord avoir (HEBBEN) / passé composé

2) onregelmatige werkwoorden vouloir en pouvoir

3) Exercices

Quel est l'objectif?

Aan het eind van de les kan je 

-weer het werkwoord 'avoir' gebruiken vervoegen

- de werkwoorden vouloir en pouvoir gebruiken en vervoegen

En nu het rijtje

j' ai

Tu as

Il a

Elle a

(On a)

Nous avons

Vous avez

Ils ont

Elles ont

de passé composé

De passé composé bestaat uit

            TWEE 

      werkwoorden

Passé composé

Pers.vnw	Hulp.ww	Volt.dw
J' (ik)	ai	dans é
Tu (jij)	as	dans é
Il/elle/on (hij/zij/wij)	a	dans é
nous (wij)	avons	dans é
Vous (jullie/u)	avez	dans é
Ils/elles (zij)	ont	dans é

Ik heb gedanst.

Verleden tijd: passé composé 

Passé composé

H. Grammaire

'vouloir' - 'pouvoir'

willen - kunnen/mogen

Onregelmatig werkwoord = stampen!!! 

on regarde la vidéo

Ik wil

jij wilt

Hij wil

Wij willen

jullie willen

u wilt

zij willen

... voulons

... voulez

tu veux

... veut

... veulent

je veux

pouvoir betekent mogen en kunnen

1. waar
2. niet waar

je (kunnen)

1. peu
2. peut
3. peux

nous (willen)

1. pouvons
2. voulons
3. pouvez
4. voulez

tu (kunnen)

1. peu
2. peux
3. peut

ils (willen)

1. pouvent
2. peuvont
3. pouvez
4. peuvent

ik wil een ijsje eten

1. Je veux manger une glace
2. Je veut manger une glace
3. Je peux manger une glace
4. Je peut manger une glace

U mag een broek kopen

1. Vous voulez acheter un pantalon
2. Vous voulez un pantalon acheter
3. Vous pouvez acheter un pantalon
4. Vous pouvez un pantalon acheter

wij kunnen

1. nous voulons
2. vous voulez
3. nous pouvons
4. vous pouvez

on veut

1. jij wilt
2. wij willen
3. zij wil
4. jullie willen

Au travail 

Je maakt de opdrachten die 

hiernaast op het bord staan.

Klaar? Zoek op google naar

Verbuga.eu Franse werkwoorden: 

Kies de présent en de werkwoorden vouloir - pouvoir

Les devoirs

Tu vas apprendre:

de onregelmatige werkwoorden vouloir et pouvoir 

en de regelmatige werkwoorden op -er