Oefenen AK TOETS

Toets volgende week 
week vanaf 22 maart 

Basis: 20 vragen 
Kader: 25 vragen 
G/L: 30 vragen 


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Toets volgende week 
week vanaf 22 maart 

Basis: 20 vragen 
Kader: 25 vragen 
G/L: 30 vragen 


Slide 1 - Tekstslide

Van binnenkant naar buitenkant
A
aardkern, aardmantel, aardkorst
B
aardkorst, aardmantel, aardkern
C
aardkern, aardkorst, aardmantel,

Slide 2 - Quizvraag

Dit is de belangrijkste vorm van energie die platentektoniek mogelijk maakt:
A
Convectiestromen
B
Warmte vanuit de aardkern
C
Spanning in de aardkorst

Slide 3 - Quizvraag

In Groningen hebben we aardbevingen door gasboringen. Waarom heeft de rest van Nederland geen last van aardbevingen?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een continent?
A
Een oceaan
B
Een eiland
C
Een stuk land begrensd door een oceaan
D
Een stad

Slide 5 - Quizvraag

Binnenste van de aarde, vloeibaar ijzer en nikkel
A
aardkorst
B
mantel
C
binnenkern
D
buitenkern

Slide 6 - Quizvraag

De laag van de aarde is 5 tot 60 km dik.
A
Aardkorst
B
Aardmantel
C
Aardkern
D
Aarde

Slide 7 - Quizvraag

Wat is Lava?
A
gesmolten magma
B
Zo wordt Magma genoemd als het boven de aardkost is
C
vloeibaar gesteente onder de aardkorst
D
vast gesteente in de diepe mantel

Slide 8 - Quizvraag


Wat is een epicentrum?
A
Hier kan je schuilen voor een aardbeving.
B
De plek waar de aardbeving ontstaat.
C
De plek waar de aardbeving het krachtigst is.
D
Een druk centrum in een stad.

Slide 9 - Quizvraag

Op welke schaal meet je hoe zwaar een aardbeving is?

Slide 10 - Open vraag

De plek aan het aardoppervlak recht boven de aardbeving noemen we?
A
De aardkorst
B
Het epicentrum
C
Een aardbeving
D
Het hypocentrum

Slide 11 - Quizvraag

Noem 1 gunstig gevolg en 1 ongunstig gevolg van een vulkaanuitbarsting.

Slide 12 - Open vraag

Noem 1 bekende vulkaan

Slide 13 - Open vraag

Wat betekend het woord Tsunami?

Slide 14 - Open vraag

Hoe kun je voorkomen dat er zoveel slachtoffers vallen?

Slide 15 - Open vraag

Wat veroorzaakt een tsunami?
A
Orkaan
B
Aardbeving
C
Vloedgolf
D
Exogene krachten

Slide 16 - Quizvraag

Waar is een tsunami het gevaarlijkst?
A
Bij het epicentrum
B
Midden op zee
C
Aan de kust
D
Op het terras

Slide 17 - Quizvraag

Ik kan alleen ontstaan boven zeewater warmer dan 27 graden, wie ben ik?
A
Tornado
B
Orkaan

Slide 18 - Quizvraag

Ik kan honderden kilometers lang worden, wie ben ik?
A
Tornado
B
Orkaan

Slide 19 - Quizvraag

Ik ben lastig te voorspellen, wie ben ik?
A
Tornado
B
Orkaan

Slide 20 - Quizvraag

Ik besta meestal maar voor korte duur, wie ben ik?
A
Tornado
B
Orkaan

Slide 21 - Quizvraag

Wanneer ik aan land kom word ik minder sterk, wie ben ik?
A
Tornado
B
Orkaan

Slide 22 - Quizvraag