lesdoel: begrijpen bedrijfskolom en de begrippen die daarbij horen
Uitleg bedrijfskolom
Aan de slag met het huiswerk: 3.1 t/m 3.4
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Wat gaan we doen vandaag?
lesdoel: begrijpen bedrijfskolom en de begrippen die daarbij horen
Uitleg bedrijfskolom
Aan de slag met het huiswerk: 3.1 t/m 3.4
Slide 1 - Tekstslide
Bedrijfskolom
De weg die een product aflegt van grondstof
tot eindproduct is voor te stellen met de
bedrijfskolom. -->
Tussen de schakels van een bedrijfskolom
bevindt zich een markt
Slide 2 - Tekstslide
Bedrijfskolom (2)
Bedrijfskolommen staan niet los van elkaar!
Een spinnerij schaft bijvoorbeeld niet alleen katoen aan maar ook machines en hulpstoffen uit andere bedrijfskolommen.
Slide 3 - Tekstslide
Specialisatie/Parallellisatie
Specialisatie: Een bedrijf stoot activiteiten af naar een andere bedrijfskolom.
Een kledingbedrijf dat alleen nog maar kinderkleding gaat verkopen.
Parallellisatie: Wanneer een bedrijf in verschillende bedrijfskolommen actief is.
Een dameskledingzaak gaat ook herenkleding verkopen.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Waar is hier sprake van? Een fietsenwinkel gaat naast gewone fietsen ook mountainbikes verkopen.
A
Differentiatie
B
Integratie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie
Slide 7 - Quizvraag
Waar is hier sprake van? Een fietsenwinkel gaat alleen nog maar e-bikes verkopen.
A
Differentiatie
B
Integratie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie
Slide 8 - Quizvraag
Maken/kopen
(Verticale) Integratie: Als bedrijven meerdere schakels uit de eigen bedrijfskolom omvatten. De tussengelegen markten verdwijnen.
Differentiatie is het tegenovergestelde van integratie. Een productiefase wordt afgestoten.
Bijvoorbeeld een kledingconcern dat eerst stoffen maakte gaat deze nu inkopen in plaast van zelf maken.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Waar is hier sprake van? Een groenteboer gaat zijn groente inkopen in plaats van zelf telen.
A
Differentiatie
B
Integratie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie
Slide 12 - Quizvraag
Waar is hier sprake van? Een uitgeverij neemt een aantal boekwinkels over.
A
Differentiatie
B
Integratie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie
Slide 13 - Quizvraag
Redenen voor integratie
Wegnemen van onzekerheid (als een bedrijf afhankelijk is van een grondstof)
Te hoge transactiekosten
Problemen tussen toeleverancier en fabrikant (dure, specifieke investering en dus verzonken kosten)
Slide 14 - Tekstslide
Transactie- en verzonken kosten
Transactiekosten zijn alle kosten die gemaakt moeten worden om een ruil tot stand te brengen en deze af te wikkelen
Verzonken kosten zijn kosten die niet meer zijn terug te verdienen als de productie stopt, omdat er geen andere gebruiksmogelijkheden zijn --> Berovingsprobleem of hold-upprobleem.