productie in ruime zin of enge zin

Zaken die je moet weten!
Welvaart--> In welke mate je in je behoefte kunt voorzien!
Meestal door het kopen van goederen en diensten.

Zelfvoorziening--> De mate waarin jij in je eigen behoefte voldoet.
vb1: Eigen moestuin, je kweekt eigen groente en fruit.
vb2: Je schildert je eigen huis, je huurt geen schilder in
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zaken die je moet weten!
Welvaart--> In welke mate je in je behoefte kunt voorzien!
Meestal door het kopen van goederen en diensten.

Zelfvoorziening--> De mate waarin jij in je eigen behoefte voldoet.
vb1: Eigen moestuin, je kweekt eigen groente en fruit.
vb2: Je schildert je eigen huis, je huurt geen schilder in

Slide 1 - Tekstslide

Zaken die je moet weten!
Formele productie--> alle geregistreerde productie door de overheid en de bedrijven.

Informele productie--> Niet geregistreerde productie
  • vrijwilligerswerk
  • zwart werk
  • huishoudelijk werk door je zelf

Slide 2 - Tekstslide

Zaken die je moet weten
Productie in ruime zin--> formele productie + informele productie.
Met andere woorden, alle productie in Nederland

Productie in enge zin--> Formele productie
Met andere woorden, alle geregistreerde productie. Dit is de productie die bekend is bij de overheid.

Slide 3 - Tekstslide

Productie in ruime zin
alle productie bij elkaar (overheid, bedrijven, doe-het-zelvers)
Productie in enge zin
Productie van bedrijven en overheid (zonder de doe-het-zelvers)
Geregistreerde productie

Slide 4 - Tekstslide

Zaken die je moet weten
Maatschappelijke kosten--> Kosten waar de gehele samenleving voor moet betalen.
vb: Jij koopt een blikje cola bij de plus en gooit het onderweg op straat. De directe veroorzaker betaald niet voor de gemaakte schade/kosten.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is welvaart
A
Een grote behoefte doen
B
Behoeften waarin je kunt voorzien
C
Fiets
D
Behoeften die je niet hebt

Slide 6 - Quizvraag

Scooterfabriek Vito levert
A
Goederen
B
Diensten
C
Goederen en diensten

Slide 7 - Quizvraag

Reisbureau Atlantis is levert
A
Goederen
B
Diensten
C
Goederen en diensten

Slide 8 - Quizvraag

De mate waarin we in onze behoeften kunnen voorzien, noemen we:
A
Welzijn
B
Geluk
C
Welvaart
D
Welbehagen

Slide 9 - Quizvraag

Je gaat naar de kapper. Welk begrip hoort hierbij?
A
Kopen
B
Zelfvoorziening
C
Collectieve voorziening
D
Natuur

Slide 10 - Quizvraag

Ellen gaat in de pauze naar de supermarkt om een frikandelbroodje te kopen, dit is...
A
Consumeren
B
Zelfvoorziening

Slide 11 - Quizvraag

Welke sector valt er onder productie in ruime zin?
A
Informele sector
B
Formele- en informele sector
C
Enge zin
D
Formele sector

Slide 12 - Quizvraag

Waarom is welvaart in ruime zin niet meetbaar?
A
omdat alleen de welvaart in enge zin meetbaar is.
B
Dat is het wel. Nederland is een rijk land.
C
Dat is het wel, aan alles hangt een prijs
D
Omdat de behoefte aan tijd en geld per persoon verschillen

Slide 13 - Quizvraag

I: Het opruimen van je kamer is geen voorbeeld van produceren.
II: Bedrijven produceren in ruime zin.
A
Beide zijn juist
B
1 is juist, 2 is onjuist
C
1 is onjuist, 2 is juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Welzijn is hetzelfde als welvaart
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quizvraag

Op het moment dat je verkering uit is gaat het niet goed met je ....
A
welzijn
B
welvaart

Slide 16 - Quizvraag

De mate waarin we in onze behoeften kunnen voorzien, noemen we:
A
Welzijn
B
Voortvarend
C
Welvaart
D
Welbehagen

Slide 17 - Quizvraag

maatschappelijke kosten wordt betaald door
A
Rutte
B
bedrijven
C
overheid
D
samenleving

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noem je de kosten die de samenleving betaald voor de kosten van milieuvervuiling?
A
Milieukosten
B
Productiekosten
C
Maatschappelijke kosten
D
planschade kosten

Slide 19 - Quizvraag

Wat zijn geen bedrijfskosten?
A
kosten van het gebouw
B
inkoopkosten
C
salaris van het personeel
D
reclamekosten

Slide 20 - Quizvraag

Om mee aan de slag te gaan
Maken--> opdr 1 t/m 8

Slide 21 - Tekstslide