Les 1

1 / 31
volgende
Slide 1: Video

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Module E

Deze periode werken we met module E 
Deze module gaat over reizen, verkeer, de weg vragen en openbaar vervoer. 

Slide 2 - Tekstslide

Was machen wir heute?
1. Huiswerk in agenda zetten en plannen
2. Voorstellen
3. Uitleg Module E
4. Wanneer welke proefwerken?
5. Hausaufgaben
We doen vandaag een deel van les 1 ivm het kennismaken en uitleg module




 

Slide 3 - Tekstslide

Wer bin ich?
Ich bin Frau Koppe
Ich bin verheiratet und wir haben drei Kinder, Lisa (28) Luke (27) und Guus (19)
Ich liebe reisen, Griechenland, Kuchen backen, radfahren, spazieren, lesen und basteln. 

Slide 4 - Tekstslide

De regels van 
Frau Koppe
  • Telefoons in de kluis of thuis! 
  • Geen jassen in de klas, geen petten op
  • Eten en drinken doe je in de pauze
  • Zorg dat je voor de les naar het toilet bent geweest .
  • Tijdens de uitleg ben je stil
  • Je hebt ALTIJD je module bij je AB +TB!
  • We beginnen de les met een liedje, als het liedje klaar is, zit je aan je tafel met je module en een pen klaar.

Slide 5 - Tekstslide

Classroom
Je hebt via de mail een uitnodiging gekregen om in Classroom in te loggen, lukt dit niet dan log je in met de volgende code:
V2A: wesnwk3
V2B: ylf6hnf 

In Classroom zet ik alle LessonUp's  en ander handig 
oefen materiaal
  



Slide 6 - Tekstslide

Was nehmt ihr jede Deutschstunde mit?
Deine Module (AB & TB)
Ein Heft
Ein Kugelschreiber
Textmarker
Gute Laune


Slide 7 - Tekstslide

Kennismaken

Log in bij LessonUp
Als je naam in beeld komt zeg je hoe je heet, hoe oud je bent en waar je woont
 ich heiße---
Ich  bin --- Jahre alt
ich wohne in ---
(elf, zwölf, dreizehn)

Slide 8 - Tekstslide

Kennismakingsbingo

Loop door de klas, neem een pen mee, je stelt de vragen aan je klasgenoten. Stel je vraagt aan een klasgenoot, hast du ein Haustier?
Dan zet je de naam van je klasgenoot onder de vraag en meteen erbij wat voor huisdier hij/zij heeft. 

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg module
Ik deel de modules eerst uit, dan kunnen we deze samen doorlopen.

Elke week is er een les. Een les bestaat uit 5 onderdelen.
bijv les 1
1.1 = Lesen
1.2 = Wörter
1.3 = Grammatik
1.4 = Hören, Sehen & Lesen
1.5 = Aussprache & Sprechen

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg module
Je hebt een Textbuch (TB) en 
een  Arbeitsbuch. (AB) 
1.1 in het Textbuch is de uitleg of de leestekst
1.1 in het Arbeitsbuch is de opdracht die bij het lezen hoort.  We doen één les per week. De meeste opdrachten kun je in de les maken. Wat niet af is, is huiswerk.  
Ben je er een les niet? Dan is toch je huiswerk af de les erna! Heb je vragen na de les? kom naar een keuzeuur. 
Neem elke week je Text- en Arbeitsbuch mee!!

Slide 11 - Tekstslide

Pak je EF agenda
Hausaufgaben les 2 (volgende week):
(Af)maken een deel van de opdrachten van les 1:
1.1+1.2+1.3
Leren Worterliste A Du - Ne & Ne - Du

De meeste opdrachten kun je in de les al maken. 
Noteer het in je agenda, wat in de les af is kun je alvast doorstrepen






 

Slide 12 - Tekstslide

Prüfungen P1
Periode 1 Week 35 t/m week 43

Week 41 Luistertoets
Week 43-43  proefwerkweek


Slide 13 - Tekstslide

1.1 Lesen 
Elke week lezen we een hoofdstuk, daarna krijg je de tijd om aan de opdrachten te werken
 - we doen dit in de klas
- Je maakt het alleen
Soms lees ik voor, soms lees je zelfstandig. 
Pak je Textbuch erbij op Seite 6.
en je Arbeitsbuch op Seite 2

 


 

Slide 14 - Tekstslide

1.1 Antworten
1. De kern van een goed antwoord bevat: Strand, gevaar, avontuur.
2. 16
3. Berlijn, Hamburg, Bremen
4. Schleswig Holstein
5. Kiel
6. Eindelijk vakantie
7. 15
8. zeilen
9. 10

Slide 15 - Tekstslide

1.2 Wörter 
Textbuch Seite drei und vier
Wörterliste A Du - Ne & Ne - Du
Wörterliste B alleen Du - Ne
Luister mee naar de uitspraak

Arbeitsbuch Seite 3
1.2 Maak in tweetallen de opdracht, houd de woordenlijsten erbij!


timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

1.2 Antworten
1.2 Wörter

1. der Strand            6. das Hotel
2. der Stadtplan     7. das Meer
3. der Zug                  8. das Gepäck
4. der Abfahrt          9. das Gleis
5. die Fahrkarte      10. fahren

Slide 17 - Tekstslide

1.3 Grammatik
Textbuch Seite 9 Personalpronomen Persoonlijke voornaamwoorden.
Een persoonlijk voornaamwoord kan naar personen verwijzen of naar een groep personen, maar het is niet zo dat het alleen maar naar personen verwijst. Deze woordsoort kan namelijk ook verwijzen naar dieren of dingen. Voorbeelden van persoonlijke voornaamwoorden zijn: 'jij', 'jou', 'het' en 'u'.
U in het Duits is Sie dit schrijf je altijd met een hoofdletter!



Slide 18 - Tekstslide

1.3 Grammatik
Arbeitsbuch  Seite 3 en 4
Er zijn 3 opdrachten. 
1. Vertaal de persoonlijke voornaamwoorden naar het Nederlands
2. Vertaal de persoonlijke voornaamwoorden naar het Duits
3. Sudoku





Slide 19 - Tekstslide

1.3 Antworten
1. Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands
1. hij         5. zij
2. wij       6. jij
3. jullie   7. u
4. ik         8. Zij (mv)
2. Vertaal de woorden in de kantlijn in het Duits
1. ich       5. er
2. wir      6. Ihr
3. sie      7. es
4. Sie     8. du






Slide 20 - Tekstslide

1.3 Antworten
3.

Slide 21 - Tekstslide

Tijd voor wat beweging

Maak tweetallen
Ga tegenover elkaar staan, leerling A zegt 1 
leerling B zegt 2 
Leerling 1 zegt 3 
Leerling 2 zegt 1......
probeer dit steeds sneller











Slide 22 - Tekstslide

Tijd voor wat beweging

Maak tweetallen
Ga tegenover elkaar staan, leerling A klapt in de handen leerling B zegt 2 
Leerling 1 zegt 3 
Leerling 2 klapt in de handen
probeer dit steeds sneller











Slide 23 - Tekstslide

Tijd voor wat beweging

Maak tweetallen
Ga tegenover elkaar staan, leerling A klapt in de handen leerling B draait een rondje
Leerling 1 zegt 3 
Leerling 2 klapt in de handen
probeer dit steeds sneller











Slide 24 - Tekstslide

Tijd voor wat beweging

Maak tweetallen
Ga tegenover elkaar staan, leerling A klapt in de handen leerling B draait een rondje
Leerling 1 springt omhoog
Leerling 2 klapt in de handen
probeer dit steeds sneller











Slide 25 - Tekstslide

1.4 Hören, Sehen, Lesen
Kijk mee en luister mee naar het filmje over het openbaar vervoer en maak de opdracht in je werkboek tijdens het kijken. 
AB Seite 5


Slide 26 - Tekstslide

1.4 Antworten
1.Hören
1. openbaar vervoer
2. c. metro
3. a. een uur
4. Omdat deze op de staat rijdt.
5. ’s nachts als de metro niet meer rijd
6. b. ze had haar fiets bij zich
7. b. Makkelijker
8. Kaartje voor een enkele ries
9. b. een kaartje kopen



Slide 27 - Tekstslide

1.4 Lesen
Lees de tekst in je TB op Seite 10.
Bekijk de plattegrond in je AB op Seite 6. Teken nu aan de hand van de tekst de route in op de plattegrond. 
Je mag samenwerken met je buurman/buurvrouw.
Tip: werk met potlood

Slide 28 - Tekstslide

1.4 Antworten
2. Lesen
Als het goed is, is die de route die je genomen hebt.

Slide 29 - Tekstslide

1.5 Aussprache
TB Seite 10, luister mee naar de uitleg over de uitspraak. 
De docent leest een zin voor en jullie zeggen deze na. 

Daarna gaan jullie samen aan de slag met de opdracht in je AB op Seite 7

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide