H2.4 - Les 10: Neerslag en landbouw

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

4 MAVO
Hoofdstuk 2
Het weer en het klimaat
Paragraaf 4
Neerslag en landbouw
---
M. Zeelenberg
zlb@st-maartenscollege.nl

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Herhaling: Klimaat en plantengroei
Nieuw: Droogte in Spanje en landbouw

Slide 5 - Tekstslide

CHECK HUISWERK
  1. Je kunt 4 waterproblemen in Spanje benoemen.
  2. Je kun 2 oplossingen benoemen voor watertekorten in Spanje.
  3. Je kunt bij de 5 klimaten het juiste vegetatietype in Spanje geven.
  4. Je kunt de 5 hoogtegordels in de juiste volgorde benoemen.
  5. Je kunt uitleggen hoe verwoestijning, verzilting en verdroging ontstaan.
  6. Je kunt een oplossing voor verzilting benoemen.

Slide 6 - Tekstslide

Je kunt 4 waterproblemen in Spanje benoemen.
1. Erg ongelijke neerslagverdeling
  • Veel in de winter, weinig in de zomer.
2. Neerslagverdeling over het land.
  • Noordwest veel, zuidoost weinig.
3. Er valt vaak veel neerslag in korte tijd.
4. Veel neerslagverschillen per jaar.

Slide 7 - Tekstslide

Je kun 2 oplossingen benoemen voor watertekorten in Spanje.

  1. Er worden ...  gebouwd in rivieren.
  2. ... en ... vullen tekorten aan.

Slide 8 - Tekstslide

VEGETATIE
Plantengroei
Spanje:
  1. Gemengd loofbos
  2. Groene mediterrane vegetatie
  3. Steppevegetatie
  4. Naaldbos

Slide 9 - Tekstslide

KLIMATEN IN SPANJE
VEGETATIE IN SPANJE

Slide 10 - Tekstslide

Je kunt de 5 hoogtegordels in de juiste volgorde benoemen.
A) Waarom zijn er in de berggebieden op korte afstand van elkaar grote temperatuurverschillen?
B) Waaraan kun je dat grote temperatuurverschil op een berghelling zien?

Slide 11 - Tekstslide

VERWOESTIJNING
Uitbreiding van de woestijn.

Slide 12 - Tekstslide

VERZILTING
Het zouter worden van de bodem.

Slide 13 - Tekstslide

VERDROGING
Droger worden van de bodem door verlaging van de grondwaterstand.

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag
OPEN PAGINA 24/25 IN JE TEKSTBOEK EN MAAK DE VOLGENDE DOELEN:
50. Je kunt 2 overeenkomsten tussen de Nederlandse en Spaanse landbouw benoemen.
51. Je kunt 2 verschillen tussen de Nederlandse en Spaanse landbouw benoemen en verklaren.
52. Je kunt per klimaat aangeven welk soort landbouw erbij hoort.
53. Je kunt het verschil tussen intensieve- en extensieve landbouw beschrijven.
                                                               10 minuten

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het verband?

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het verband?

Slide 17 - Tekstslide

Geef per foto aan om welke vorm van landbouw het gaat, kies uit: Intensieve veeteelt, extensieve veeteelt, geïrrigeerde akkerbouw, droge akkerbouw en geïrrigeerde tuinbouw.

Slide 18 - Tekstslide

ANTWOORDEN

A - Geïrrigeerde tuinbouw
B - Extensieve veeteelt
C - Intensieve veeteelt
D - Droge akkerbouw
E - Geïrrigeerde akkerbouw

Slide 19 - Tekstslide

INTENSIEVE én
EXTENSIEVE VEETEELT

Slide 20 - Tekstslide

DROGE en
GEÏRRIGEERDE LANDBOUW

Slide 21 - Tekstslide

IRRIGATIE
Water op land brengen door besproeien van akkers

Slide 22 - Tekstslide

TUINBOUW
De tuinbouw onderscheidt zich van de akkerbouw door bedrijfsmatige, intensieve bewerking en hoge opbrengsten. 

Slide 23 - Tekstslide

ALMERIA

Slide 24 - Tekstslide

Ook in Nederland:
WESTLAND

Slide 25 - Tekstslide

LANDBOUW
  1. Veeteelt is met dieren.
  2. Akkerbouw is met gewassen op akkers (buiten).
  3. Tuinbouw is met groenten of fruit in kassen.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag
  1. Je kunt 2 overeenkomsten tussen de Nederlandse en Spaanse landbouw benoemen.
  2. Je kunt 2 verschillen tussen de Nederlandse en Spaanse landbouw benoemen en verklaren.
  3. Je kunt per klimaat aangeven welk soort landbouw erbij hoort.
  4. Je kunt het verschil tussen intensieve- en extensieve landbouw beschrijven.

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Lees H2.4: Neerslag en landbouw op pagina 24/25
  • Maak de kennen- en kunnenlijst: 50 t/m 53
  • Maak de examenvragen t/m 2.4
Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je werkt alleen en in stilte.
  • Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.

Slide 29 - Tekstslide

HUISWERK MORGEN
Maak de kennen- en kunnenlijst: 50 t/m 53

Slide 30 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?
Je kunt ze klassikaal stellen
Je kunt mij mailen; zlb@st-maartenscollege.nl
Je kunt me altijd opzoeken op school; 
aanwezig op maandag t/m donderdag

Slide 31 - Tekstslide