Bijwoordelijke bepaling les 2 (11/04)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Ga rustig op je plek zitten en leg je boeken op tafel

Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 1, 2 en 3 op bladzijde 92)

Bijwoordelijke bepaling les 2

Wat gaan we vandaag doen?

- Wat weet je al/nog over bijwoordelijke bepaling?  

- Theorie over bijwoordelijke bepaling 

- Oefenen

- Verwerkingsopdracht 

Aan het einde van de les weet je hoe je de bijwoordelijke bepaling van een zin kunt beredeneren.

Wat weet je al?

Wat weet je nog over de bijwoordelijke bepaling?

Theorie

Bijwoordelijke bepaling 

Theorie 

Thomas geeft zijn oma een bos bloemen

• Een zin met alleen voorwerpen is een beetje kaal. Dit kan worden aangevuld door bepalingen.

• Thomas geeft zijn oma een bos bloemen in het ziekenhuis
  
  

• Bepalingen kun je aan iedere zin toevoegen. Bijwoordelijke bepalingen kun je vrij aan het gezegde toevoegen. Je geeft daardoor extra informatie. 

Theorie 

Er zijn verschillende soorten bijwoordelijke bepalingen:

• Plaats
  -> Mijn boek ligt op school. 
  
• Tijd
  -> Eten doe je in de pauze.
• Oorzakelijkheid
  -> Door de wind zijn drie bomen omgevallen.
  
  

Theorie 

• Hoeveelheden
   -> De kerkklokken slaan driemaal.
  
• Werkwoord
  -> Ze maaide het gras snel.
• Mogelijkheid en mening
  -> Het gaat niet regenen.
• Vraagwoorden
  -> Hoe laat gaat de trein?
  

Theorie 

Benoem ook altijd eerst de andere zinsdelen, degene die overblijven zijn (vaak) bijwoordelijke bepalingen. 

• Vanwege een storing was 112 dinsdag korte tijd onbereikbaar.
  
  

• Vanwege een storing
• dinsdag
• korte tijd 

Oefenen

Oefenen

De beroemde Amerikaanse taalkundige Noam Chomsky heeft ooit een jaar lang in Italië gewerkt aan de universiteit van Pisa. 

Om die reden reisde hij met het vliegtuig van het Amerikaanse New England naar Europa. 

Vanwege de duur van het verblijf nam hij toch maar zijn hele gezin mee. 

Verwerkingsopdracht

Verwerkingsopdracht

Wat? Maak opdracht 5 en 6 op bladzijde 113

Hoe? Zelfstandig (eerste 3 min in stilte)

Tijd? 10 minuten (het is huiswerk voor 18/04)

Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs (na 3 min)

Klaar? Lees verder in je leesboek of maak ander huiswerk 

Afsluiting

Huiswerk

Voor 18/04/24 moet opdracht 5 en 6 op bladzijde 113 af zijn. 

Schrijf dit op in je plenda.