1.4 Wordt alles duurder?

1. Hoe welvarend ben jij?
1.4 Wordt alles duurder?
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1. Hoe welvarend ben jij?
1.4 Wordt alles duurder?

Slide 1 - Tekstslide

1.4 Wordt alles duurder?
  • Ik kan een verandering in procenten berekenen.
  • Ik kan uitleggen wat het gevolg  is van inflatie voor mijn koopkracht.

Slide 2 - Tekstslide

1.4 Wordt alles duurder?
Een stijging of daling in procenten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

1.4 Wordt alles duurder?
Inflatie en koopkracht
  • Inflatie: een algemene stijging van prijzen.  
  • Deflatie: een algemene daling van prijzen.

Het CBS (Centraal Bureau voor Statistiek) onderzoekt oa of er sprake is van inflatie of deflatie.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Ik krijg € 10 zakgeld.
  • Een drankje in de kantine kost € 2,50.
  • Een frietje in de snackbar kost € 2,-.
  • Een ijsje in het ijssalon kost € 3,-.

Ik kan dus 2 drankjes, een frietje en een ijsje kopen met mijn zakgeld!

Koopkracht
De hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kan kopen.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
Ik krijg € 10 zakgeld.
  • Een drankje in de kantine wordt € 3,00.
  • Een frietje in de snackbar kost € 2,50.
  • Een ijsje in het ijssalon kost € 3,50.

De prijzen zijn gestegen:
  • Een drankje kost nu 20% meer!
  • Een frietje kost nu 25% meer!
  • Een ijsje kost nu 16,7% meer!
Gemiddeld zijn de prijzen met 20,5% gestegen.
Inflatie
Een algemene prijsstijging van goederen en diensten.

Het gevolg is dat ik minder kan kopen met mijn geld. Mijn koopkracht daalt.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het gevolg van inflatie op je koopkracht?

Slide 9 - Open vraag

Inflatie
Je geld wordt minder waard
Wat is het gevolg van inflatie?
Prijzen 
stijgen
Je kan minder kopen voor hetzelfde geld
Je koopkracht daalt

Slide 10 - Sleepvraag

1.4 Wordt alles duurder?
Inflatie en koopkracht
Koopkracht is de hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kan kopen.

  • Gevolg inflatie: mijn koopkracht daalt.  
  • Gevolg deflatie: mijn koopkracht stijgt.

Slide 11 - Tekstslide

1.4 Wordt alles duurder?
  • Ik kan een verandering in procenten berekenen.
  • Ik kan uitleggen wat het gevolg  is van inflatie voor mijn koopkracht.

Slide 12 - Tekstslide