HOOFDLETTERS en LEESTEKENS

beste mevrouw vergeer
In de bovenstaande zin moet...
A
1 hoofdletter
B
2 hoofdletters
C
3 hoofdletters
D
geen hoofdletters
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

beste mevrouw vergeer
In de bovenstaande zin moet...
A
1 hoofdletter
B
2 hoofdletters
C
3 hoofdletters
D
geen hoofdletters

Slide 1 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
CAO
B
cao

Slide 2 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
PSV
B
psv

Slide 3 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
Pinksteren
B
pinksteren

Slide 4 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
anwb
B
ANWB

Slide 5 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
havo
B
HAVO

Slide 6 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
Gucci
B
gucci

Slide 7 - Quizvraag

Je gebruikt geen hoofdletters bij windstreken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Hoofdletters: goed of fout?
Mevrouw van Vliet
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

Bij straatnamen gebruik je geen hoofdletters.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Hoofdletters: goed of fout?
Zuid-Hollandse
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quizvraag

Tijdens Kerst zitten wij altijd in Frankrijk in een vakantiehuis
A
Alle hoofdletters zijn correct
B
Niet alle hoofdletters zijn correct

Slide 12 - Quizvraag

De Kermis staat van Woensdag tot Zaterdag op het plein.
A
hoofdletters staan allemaal goed
B
niet alle hoofdletters staan goed

Slide 13 - Quizvraag

We rijden vandaag door Nederland, België, en Luxemburg.
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 14 - Quizvraag

'Waarmee kan ik u helpen?', vroeg de medewerkster.
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 15 - Quizvraag

De jongen riep: "pas op met oversteken hoor!!"
A
Alle leestekens/hoofdletters zijn juist
B
Alle hoofdletters/leestekens zijn niet juist

Slide 16 - Quizvraag

In de supermarkt kun je brood, kaas, chips appels en een zak snoep kopen.
A
Alle hoofdletters en leestekens staan goed.
B
Niet alle hoofdletters/leestekens staan goed.

Slide 17 - Quizvraag

Staan de hoofdletters goed?

In het westen komt er vandaag onweer.
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Kloppen de hoofdletters in deze zin?

'S ochtends moet Tim vroeg opstaan.
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Zijn de hoofdletters en leestekens juist gebruikt?

'Het is mooi weer voor een wandeling' : zei de buurman.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Waar staan de hoofdletters goed?
A
'S middags gaat hij vroeg weg.
B
's Middags gaat hij vroeg weg.
C
's middags gaat hij vroeg weg.

Slide 21 - Quizvraag