Schrijfstijl les 4

Hoofdstuk 4 Stijlwijzer
* Introductie hoofdstuk 4:  Zinnen uit de knoop
* Verwerkingsopdrachten  hoofdstuk 4

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 Stijlwijzer
* Introductie hoofdstuk 4:  Zinnen uit de knoop
* Verwerkingsopdrachten  hoofdstuk 4

Slide 1 - Tekstslide

Welke tips voor het schrijven van goede teksten hebben we tot dusver besproken?
timer
1:00

Slide 2 - Open vraag

Wat heb je tot nu toe geleerd?
Je woordkeuze moet passen bij de situatie en bij het publiek dat je tekst leest. 

Vervolgens heb je geleerd hoe je schrijfstijl ervoor kan zorgen dat een
tekst duidelijk en aantrekkelijk wordt.
- door verbanden te leggen met behulp van signaalwoorden
- door woordvariatie gebruik van verwijswoorden en synoniemen.
-door af te wisselen met enkelvoudige en samengestelde zinnen

Slide 3 - Tekstslide

Stijlstrategie 5
1. Wissel enkelvoudige en samengestelde zinnen af.
2. Met enkelvoudige zinnen kun je een mededeling extra krachtig maken.
3. Met nevenschikkende zinnen kun je meerdere gebeurtenissen of meningen gelijkwaardig
achter elkaar plaatsen.
4. Met onderschikkende zinnen kun je verbanden aangeven zoals doel - middel, oorzaak -
gevolg of tijd.
5. Maak samengestelde zinnen niet te lang: twee of drie deelzinnen zijn meestal genoeg.

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 4: Zinnen in en uit de knoop

In dit hoofdstuk leer je zorgvuldig kijken naar lange zinnen, zodat je in zulke zinnen mogelijke stijlfouten gaat herkennen. Je leert bij stijlstrategie 6 hoe je foutieve lange zinnen kunt verbeteren. Dus je leert duidelijke zinnen te schijven.

Slide 5 - Tekstslide

Introductie-opdracht
Hannes van der Wal wil graag op vrijdagmiddag op tijd met zijn vrouw en twee kinderen naar Pinkpop toe. Zijn kinderen vragen dus aan de afdelingsleider of ze op vrijdagmiddag de laatste uren vrij kunnen krijgen, maar dit wordt hen niet toegestaan. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Welke stijlproblemen spelen een rol in de tekst?

Slide 9 - Woordweb

Waar slaat dat op dat Tristan en Bennart volgende week vrijdag het zevende en achtste uur geen vrij krijgen!
A
niet-passende stijl
B
niet-correcte stijl
C
beide

Slide 10 - Quizvraag

Mijn zoons zijn gisteren netjes op jouw kantoortje geweest en daar werden ze afgebekt door jouw.
A
niet-passend
B
niet-correct
C
beide

Slide 11 - Quizvraag

Hun hebben het zevende uur tekenen...
A
niet-passend
B
niet-correct
C
beide

Slide 12 - Quizvraag

Aan de slag
  1. Lees en bestudeer de theorie 4.2 (blz. 31/32) 
  2. Maak de verwerkingsopdracht 4.3 (blz. 33/34) 
  3. Maak verwerkingsopdracht 4.4 (blz 34)

Slide 13 - Tekstslide

Hoe kun je foutieve lange zinnen verbeteren?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf nu je essay af
Pas de schrijfstijlstrategieën toe.

Lees de teksten de Rondvraag, de Recensie en de column
4. Maak van jouw notities een mini-essay (120 woorden) waarin je jouw leesgedrag beschrijft. Je maakt hierbij ook in op de informatie uit de teksten.
Je eindigt met een vraag over LEZEN waarop je het antwoord echt wilt weten, maar waarop je het antwoord niet in de tekst vindt

Slide 16 - Tekstslide