H4 week 14
1 / 35
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
1. ongeveer 1 op de 4 mensen in de wereld is christen
2. in Nederland is meer dan de helft van de bevolking christen
2. in Nederland is meer dan de helft van de bevolking christen
A
beide stellingen zijn juist
B
alleen stelling 1 is juist
C
alleen stelling 2 is juist
D
beide stellingen zijn onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Wat is juist?
A
de joodse heilige schrift en de christelijk zijn hetzelfde
B
de joodse heilige schrift maakt deel uit van de christelijke bijbel
C
de christelijke bijbel maakt deel uit van de joodse heilige schrift
D
de joodse heilige schrift en de christelijke bijbel hebben niets met elkaar te maken
Slide 8 - Quizvraag
Met Pinksteren vieren we
A
het sterven van Jezus
B
de komst van de heilige Geest
C
de hemelvaart van Jezus
D
de opstanding van Jezus
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
De Bijbel bestaat uit twee delen. hoe worden die genoemd?
A
helften
B
parten
C
testamenten
D
afleveringen
Slide 11 - Quizvraag
Hoe worden de leerlingen van Jezus in het Nieuwe testament genoemd?
A
discipelen
B
alumni
C
junioren
D
apostelen
Slide 12 - Quizvraag
Hoe heet een bijbelboek over het leven van Jezus?
A
biografie
B
profetie
C
psalm
D
evangelie
Slide 13 - Quizvraag
Welke naam is geen evangelist?
A
Paulus
B
Mattheus
C
Lukas
D
Johannes
Slide 14 - Quizvraag
Hoe heet het hoofd van de Rooms katholieke kerk?
A
Patriarch
B
Bisschop
C
Paus
D
Directeur
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
1. Een belangrijke figuur tijdens de reformatie was Maarten Luther
2. De reformatie betekende het begin van de Rooms Katholieke kerk
2. De reformatie betekende het begin van de Rooms Katholieke kerk
A
beide stellingen zijn juist
B
alleen stelling 1 is juist
C
alleen stelling 2 is juist
D
beide stellingen zijn onjuist
Slide 17 - Quizvraag
welk symbool is geen christelijk symbool?
A
B
C
D
Slide 18 - Quizvraag
Het christendom kent geen regels die het bidden regelen
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een hostie?
A
een priesterkleed
B
het heilige brood in de room katholieke kerk
C
een kerkvergadering
D
een mislukte tosti
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Waar denk je dat alle christenen in geloven?
Slide 25 - Woordweb
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Waarom is deze kerk
typisch protestants?
typisch protestants?
A
Omdat de preekstoel centraal staat
B
Omdat deze kerk er al ouder uitziet
C
Vanwege de kleurstelling
