Je kan de wetenschappelijke binominale naamgeving toepassen.
Je kan het biologische soortbegrip uitleggen.
Je kan uitleggen wat een hybride is, hoe deze ontstaat en wat dit zegt over de verwantschap van de ouderdieren.
Je kan uitleggen wat een taxonoom doet.
Je kan de drie domeinen benoemen en op grond waarvan organismen in deze groepen worden ingedeeld.
Je kan het verschil tussen pro- en eukaryoten benoemen en voorbeelden van organismen geven die tot deze groepen behoren.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
6.1 Soorten en populaties
Leerdoelen:
Je kan de wetenschappelijke binominale naamgeving toepassen.
Je kan het biologische soortbegrip uitleggen.
Je kan uitleggen wat een hybride is, hoe deze ontstaat en wat dit zegt over de verwantschap van de ouderdieren.
Je kan uitleggen wat een taxonoom doet.
Je kan de drie domeinen benoemen en op grond waarvan organismen in deze groepen worden ingedeeld.
Je kan het verschil tussen pro- en eukaryoten benoemen en voorbeelden van organismen geven die tot deze groepen behoren.
Slide 1 - Tekstslide
Dieren die er hetzelfde uitzien zijn niet altijd van dezelfde soort, waarom niet?
Slide 2 - Open vraag
Biologische definitie van een soort:
Organismen behoren tot dezelfde soort als ze:
1. Met elkaar kunnen voortplanten
en
2. Daar vruchtbare nakomelingen uit komen.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een hybride?
Slide 5 - Open vraag
Leg uit waarom de Bengaalse tijger en de Aziatische leeuw niet van dezelfde soort zijn volgens het soortsbegrip, ondanks dat zij zich wel kunnen voortplanten.
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Video
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
https:
Slide 13 - Link
Wat zijn de verschillen tussen de 3 domeinen; archaea, bacteriën en eukaryoten?
Slide 14 - Open vraag
https:
Slide 15 - Link
Behoren een hond en een wolf tot dezelfde soort? Leg uit.
Slide 16 - Open vraag
Afronden 6.1
- Maak 6.1 opdr. 1 t/m 10
- Controleer of je de leerdoelen beheerst
- Nog vragen? Noteer ze in de voor volgende opdracht -->
Slide 17 - Tekstslide
Hierover zou ik volgende les graag nog extra uitleg krijgen: