§4.2 Keizers, koningen en heren

§4.2 Keizers, koningen en heren
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§4.2 Keizers, koningen en heren

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk
(voor volgende week)
Schrijf op in je agenda
Volgende week: Maken & lezen: opdracht 1 t/m 6 van §4.2
Lezen: §4.2


Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
(voor over twee weken)

Schrijf op in je agenda
Volgende week: Maken & lezen: opdracht 6 t/m 13 van §4.2
Lezen: §4.2

Slide 3 - Tekstslide

Planning
  1. Terugblik paragraaf 4.1
  2. Uitleg over Frankische Rijk (Clovis en Karel de grote)
  3. Verwerken van de uitleg (huiswerk)
  4. Bespreken van de lesdoelen

Slide 4 - Tekstslide

De edelen
Eignaars van de grond, bestuurden het land, zorgden voor rechtspraak en voerden oorlog
Huis van de heer
Vaak niet meer dan een iets groter houten huis met een muur. Hierkonden de boeren schuilen bij een aanval.
Ophaalbrug
Kan gesloten worden bij een aanval
Gracht
Extra verdediging tijdens een aanval
Simpele huizen
Binnen de muren voor de belangrijkste mensen
Boomgaard
Ook binnen de muren werd voedsel verbouwd. Alle opbrengst hier was voor de heer
Boer buiten de muur
Er waren twee soorten boeren:
  1. Vrije boeren: bezaten hun eigen grond
  2. Horigen: hadden geen bezit en moesten werken voor de heer
Herendiensten
Horigen werden door de heer beschermd en gevoed, maar daar wilde de heer wel iets voor terug
De heer kon vragen om herendiensten
  • graan malen
  • druiven persen
  • vechten voor de heer
  • graan betalen
  • wegen onderhouden
  • gracht graven
Vroonland
Dit is het land van de heer. De oogst die hier wordt binnen gehaald, gaat rechtstreeks naar de heer. Het werk werd gedaan door de horigen (herendiensten).
Weiland
Buiten de muren lagen weilanden voor de dieren

Slide 5 - Tekstslide

Herendiensten
Horigen
Heer
Bescherming
Een stuk land
Deel v/d oogst
Militaire steun

Slide 6 - Sleepvraag

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer
(de heer)
De heer geeft 
  • Bescherming
  • Landbouwgrond
In ruil geeft de boer:
  • Deel van oogst
  • Herendiensten
Horigen

Slide 7 - Tekstslide

Leg het begrip 'hofstelsel' in eigen woorden uit.

Slide 8 - Open vraag

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Hoe het Frankische Rijk ontstaat
- Waarom de hulp van de Katholieke Kerk voordelig was voor koningen, door twee voordelen te noemen
- Waarom de hulp van koningen voordelig was voor de Katholieke kerk, door twee voorbeelden te noemen
- Welk cultureel gevolg wij in de les van vandaag hebben besproken

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? Maak intro opdracht 1 en 2
Hoe? In tweetallen (fluisterend)
Doel? Kennismaking met de nieuwe paragraaf
Klaar? Lees de leestekst (in stilte!)

timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Filmpje
De Franken

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Koning Clovis
Frankische Koning Clovis kan alle Franken onder zich verenigen
Het succes van Clovis heeft twee oorzaken:
Goed leider
Clovis leidt zijn leger zeer goed en verslaat veel vijanden
Christendom
Clovis laat zich dopen tot christen (terwijl veel Franken nog niet christelijk zijn)

Slide 13 - Tekstslide

Samenwerking tussen Clovis en de christelijke kerk
Steunt de kerk bij het uitbreiden van de macht
Helpen bij het bestuur, want ze zijn opgeleid en machtig

Slide 14 - Tekstslide

Organisatie van de katholieke kerk
Paus
De Paus is de leider van de Katholieke Kerk
Bisschop
De Bisschop is de leider van een kerkelijke provincie (Bisdom)
Priester
Een priester is de leider van een kerk in een stad of dorp. Hij leert mensen over het Christendom.

Slide 15 - Tekstslide

(Opdracht 3 uit het werkboek)
Welke twee oorzaken verklaren dat het Frankische Rijk onder Clovis groot en machtig werd?
A
Clovis' kroning tot keizer
B
De kracht van het Frankische Leger
C
De samenwerking tussen kerk en koning
D
Het redden van de paus

Slide 16 - Quizvraag

Karel de Grote
De bekendste Frankische koning is Karel de Grote
Het rijk wordt door hem rond 800 op zijn grootst
Karel de Grote verspreidt ook het christendom
Hierdoor kroont de paus hem dan ook tot keizer

Slide 17 - Tekstslide

Filmpje
Karel de Grote

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Hier staan landen van Europa. Horen ze wel of niet bij het rijk van Karel de Grote? 
Sleep ze naar de juiste plek.
Nederland
België
Frankrijk
Italië
Duitsland
Engeland
Niet
Wel

Slide 21 - Sleepvraag

Rondreizend bestuur
Het rijk van Karel de Grote is erg groot:


Om dit te besturen wil hij overal in zijn rijk zijn
Vaak stuurt hij een boodschapper, maar hij reist zelf ook veel
Maar het is te traag en neemt veel tijd in beslag
Er moet toch een betere manier zijn...

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? Maak  opdracht 4 en 5
Hoe? In tweetallen (fluisterend)
Doel? Verwerken van de stof over Clovis en Karel de Grote
Klaar? Maak de rest van het huiswerk

timer
7:00

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
(voor volgende week)
Schrijf op in je agenda
Volgende week: Maken & lezen: opdracht 1 t/m 6 van §4.2
Lezen: §4.2


Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Hoe het Frankische Rijk ontstaat
- Waarom de hulp van de Katholieke Kerk voordelig was voor koningen, door twee voordelen te noemen
- Waarom de hulp van koningen voordelig was voor de Katholieke kerk, door twee voorbeelden te noemen

Slide 25 - Tekstslide

§4.2 Keizers, koningen en heren

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk (volgende week)
Schrijf op in je agenda
Lezen: 4.3
Maken: Intro 4.3

Slide 27 - Tekstslide

Planning
  1. Terugblik
  2. Uitleg leenstelsel
  3. Verwerken van de uitleg (huiswerk)
  4. Bespreken opdracht 13
  5. Bespreken lesdoelen 

Slide 28 - Tekstslide

Geef twee voordelen voor koningen als Clovis om samen te werken met de Katholieke Kerk

Slide 29 - Open vraag

Geef twee voordelen voor de Katholieke Kerk om samen te werken met koningen als Clovis

Slide 30 - Open vraag

Samenwerking tussen Clovis en de christelijke kerk
Steunt de kerk bij het uitbreiden van de macht
Helpen bij het bestuur, want ze zijn opgeleid en machtig

Slide 31 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
  • Hoe het leenstelsel werkt 
  • Wat een leenheer, leenmannen en achterleenmannen zijn
  • Je kunt een economische oorzaak en een politiek-bestuurlijke oorzaak noemen voor het ontstaan van het leenstelsel 
  • Je kunt een politiek-bestuurlijk gevolg noemen van het leenstelsel
  • Je kunt een nadeel noemen van het leenstelsel
  • Je kunt een voordeel noemen van het leenstelsel

Slide 32 - Tekstslide

Rondreizend bestuur
Het rijk van Karel de Grote is erg groot:


Om dit te besturen wil hij overal in zijn rijk zijn
Vaak stuurt hij een boodschapper, maar hij reist zelf ook veel
Maar het is te traag en neemt veel tijd in beslag
Er moet toch een betere manier zijn...

Slide 33 - Tekstslide

Filmpje
Het leenstelsel

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Het leenstelsel
Karel de Grote vraagt hulp aan de adel
Deze edelen mogen dan een stuk van het rijk besturen
Het gebied blijft van Karel, maar ze mogen het lenen
Dit noemen we het leenstelsel
Je kon graaf of hertog worden:
  • Graaf: De baas in een klein gebied, een graafschap. Dit was minder belangrijk
  • Hertog: De baas in een groot gebied, een hertogdom (bijvoorbeeld Brabant). Dit was erg belangrijk

Slide 36 - Tekstslide

Leenstelsel

Slide 37 - Tekstslide

Hofstelsel

Slide 38 - Tekstslide

Leenstelsel

Slide 39 - Tekstslide

De afspraken
De Leenheer
Houdt het gebied in bezit, maar leent het gebied aan iemand van adel.

De Leenman
Mag het gebied lenen en:
- Bestuurt het gebied
- Spreekt er recht
- Levert soldaten
- Mag inkomsten van het gebied houden
- Moet de leenheer trouw zijn

De persoon die een gebied uitleent
De persoon die een gebied leent

Slide 40 - Tekstslide

Bij wie hoort het?
Moet soldaten leveren
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 41 - Quizvraag

Bij wie hoort het?
Mag rechtspreken
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 42 - Quizvraag

Bij wie hoort het?
Leent het gebied uit
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 43 - Quizvraag

Bij wie hoort het?
Mag de inkomsten van het gebied houden
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 44 - Quizvraag

Probleem met leenstelsel
Veel leenmannen doen alsof het gebied hun bezit is
Soms gaan leenmannen het gebied zelfs opnieuw uitlenen
Op deze manier krijg je achterleenmannen
Hierdoor hebben middeleeuwse koningen weinig macht

Slide 45 - Tekstslide

De invoering van het leenstelsel was het gevolg van een belangrijke economische verandering. Leg dit uit door:

- De economische verandering te noemen:
- Uit te leggen waarom het leenstelsel hier een oplossing voor was

Slide 46 - Open vraag

Zet de namen op de juiste plek
Leenheer
Leenman
Achterleenman

Slide 47 - Sleepvraag

Verschillen tussen leenstelsel en hofstelsel
Leenstelsel
Hofstelsel
Afspraak tussen belangrijke edellieden (koning/hertogen)
Afspraak tussen lagere mensen (ridder/geestelijke/boer)
Gaat over een groot gebied (provincies van landen)
Gaat over een klein gebied (een dorp met omgeving)
Bepaalt hoe een gebied bestuurd wordt (politiek)
Bepaalt hoe mensen zichzelf onderhouden en met elkaar omgaan (economie/sociaal)

Slide 48 - Tekstslide

Leenstelsel
Hofstelsel

Slide 49 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? Maak de rest van de paragraaf af (6 t/m 13)
Hoe? In tweetallen (fluisterend)
Doel? Verwerken van de stof over Clovis en Karel de Grote
Klaar? Maak de rest van het huiswerk

timer
10:00

Slide 50 - Tekstslide

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Volgende week: Lezen 4.3
Maken: Intro 4.3

Slide 51 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
  • Hoe het leenstelsel werkt 
  • Wat een leenheer, leenmannen en achterleenmannen zijn
  • Je kunt een economische oorzaak noemen voor het ontstaan van het leenstelsel 
  • Je kunt een politiek-bestuurlijk gevolg noemen van het leenstelsel
  • Je kunt een nadeel noemen van het leenstelsel
  • Je kunt een voordeel noemen van het leenstelsel

Slide 52 - Tekstslide