ww-spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Werkwoordspelling

Tom (ontleden) vandaag die vijf moeilijke zinnen.

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord
3. infinitief
4. bijvoeglijk naamwoord

Tom (ontleden) vandaag die vijf moeilijke zinnen.

Er (kleven) nogal wat nadelen aan Huibs plan.

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord
3. infinitief
4. bijvoeglijk naamwoord

Er (kleven, vt) nogal wat nadelen aan Huibs plan.

Is je broer al naar zijn studentenkamer in Amsterdam (verhuizen)?

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord
3. infinitief
4. bijvoeglijk naamwoord

Is je broer al naar zijn studentenkamer in Amsterdam (verhuizen)?

De leerlingen mochten aan het einde van de les hun spullen (inpakken).

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord
3. infinitief
4. bijvoeglijk naamwoord

De leerlingen mochten aan het einde van de les hun spullen (inpakken).

De (verbranden) pizza was niet echt lekker.

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord
3. infinitief
4. bijvoeglijk naamwoord

De (verbranden) pizza was niet echt lekker.

(worden) jij ook zo moe van werkwoordspelling?

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord
3. infinitief
4. bijvoeglijk naamwoord

(worden) jij ook zo moe van werkwoordspelling?

De (verslijten) bank wordt eindelijk vervangen door een hippe hoekbank.

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord
3. infinitief
4. bijvoeglijk naamwoord

De (verslijten) bank wordt eindelijk vervangen door een hippe hoekbank.

De slagers (braden) gisteren het vlees tijdens de buurtbarbecue.

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord
3. infinitief
4. bijvoeglijk naamwoord

De slagers (braden) gisteren het vlees tijdens de buurtbarbecue.

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

1. Het cadeau is gegeven.          Het … cadeau.       
2. De route is gelopen.                De … route.           

3. De straat is verlicht.                 De … straat.           
4. De crimineel is gestraft.         De … crimineel.       

5. De dictator is gehaat.             De … dictator.       
6. De weg is verbreed.                 De … weg.           
7. De man is gered.                        De … man.           

De (verslijten) bank wordt eindelijk vervangen door een hippe hoekbank.

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord
3. infinitief
4. bijvoeglijk naamwoord

De (verslijten) bank wordt eindelijk vervangen door een hippe hoekbank.

De slagers (braden) gisteren het vlees tijdens de buurtbarbecue.

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord
3. infinitief
4. bijvoeglijk naamwoord

De slagers (braden) gisteren het vlees tijdens de buurtbarbecue.

Het hele weekend heb ik naar de muziek van Billie Eilish (luisteren).

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord
3. infinitief
4. bijvoeglijk naamwoord

Het hele weekend heb ik naar de muziek van Billie Eilish (luisteren).