PTA hfs 11&12, ka 37-45 + Ka 1 tm 36 alleen koppel/volgordevraag
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Leerstof
PTA hfs 11&12, ka 37-45 + Ka 1 tm 36 alleen koppel/volgordevraag
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk 11
WOI
Sovjet-Unie
Economische crisis
Slide 2 - Tekstslide
dieperliggende oorzaken WOI
Bondgenoot-
schappen
nationalisme
modern imperialisme
Revanche Frans-Duitse oorlog
Vlootbouw Duitsland
machts-evenwicht bewaren
Slide 3 - Sleepvraag
Wat is GEEN voorbeeld van de totale oorlog (WOI)?
A
propaganda
B
eigen voedsel kweken
C
vrouwen maken wapens
D
soldaten sterven op het slagveld
Slide 4 - Quizvraag
Economie VS: Zet op chronologische volgorde
1
2
3
4
Roosevelt start de New Deal
De beurs in New York stort in
De werkeloosheid is voorbij
De VS worden een consumptie-maatschappij
Slide 5 - Sleepvraag
Wanneer wordt Rusland communistisch?
A
Tijdens de Februarirevolutie in 1917
B
Tijdens de Oktoberrevolutie in 1917
C
Tijdens de Burgeroorlog 1918-1922
D
In 1922 bij de stichting van de Sovjet-Unie
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het verband tussen deze tabel en de collectivisatie van de landbouw?
A
Dit is een directe oorzaak van de collectivisatie
B
Dit is een bedoeld gevolg van de collectivisatie
C
Dit is een onbedoeld gevolg van de collectivisatie
D
Dit is een indirecte oorzaak van de collectivisatie
Slide 8 - Quizvraag
Hoofdstuk 12
Opkomst nazi-Duitsland
WOII
Nederlandse bezetting
verzet in koloniën
Slide 9 - Tekstslide
Waarover gaat deze afbeelding?
A
De Duitse bezetting van Nederland
B
De Tweede Wereldoorlog
C
De appeasementpolitiek van Engeland en Frankrijk
D
De conferentie van München in 1938
Slide 10 - Quizvraag
Waarom voerde Engeland een appeasementpolitiek? Eén antwoord hoort er NIET bij.
A
Engeland was nog niet klaar voor een oorlog
B
Ze wilden oorlog met Hitler voorkomen
C
Ze zagen de Sovjet-Unie als grotere vijand
D
Ze zagen Frankrijk als grootste vijand
Slide 11 - Quizvraag
Wat is géén kenmerk van het nationaalsocialisme?
A
antisemitisme
B
leidersbeginsel
C
wereldrevolutie
D
lebensraum
Slide 12 - Quizvraag
Japans imperialisme: zet op de juiste volgorde
1931
1937
1941
1942
Aanval op Pearl Harbor
Bezetting Mantsjoerije
Bezetting Nederlands-Indië
aanval rest van China
Slide 13 - Sleepvraag
Welk politieke gevolg had de Duitse bezetting van Nederland?
A
Er kwam een SS-dictatuur
B
De NSB kreeg de macht over Nederland
C
De Nederlandse regering collaboreerde met de Duitsers
D
Anton Mussert werd de Rijkscommissaris van Nederland
Slide 14 - Quizvraag
Wat was géén gevolg van de bezetting?
A
nazificatie
B
collaboratie Nederlandse regering
C
roof geld en goederen
D
jodenvervolging
Slide 15 - Quizvraag
Jodenvervolging: koppel de ontwikkeling aan de fase uit de vervolging
buitensluiten
terreur
deportatie
moord
razzia's
Ariër-
verklaring
vergassing Auschwitz
joden-ster
Slide 16 - Sleepvraag
Het grootste deel van de Nederlandse bevolking paste zich aan tijdens de Duitse bezetting. Kies het juiste begrip.
A
appeasementpolitiek
B
nazificatie
C
accommodatie
D
collaboratie
Slide 17 - Quizvraag
Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en betrokkenheid van de burgerbevolking bij de oorlogvoering. Wat hoort hier NIET bij?
A
Atoombommen op Hiroshima en Nagasaki
B
Bombardementen op Dresden
C
De Blitzkrieg tegen Nederland in 1940
D
Loopgravenoorlog tijdens de WOI
Slide 18 - Quizvraag
Wat is niet waar over de Conferentie van Teheran?
A
Stalin, Eisenhower en Churchill vormden De Grote Drie
B
Stalin eiste een tweede front in West-Europa
C
Stalin 'kreeg' Polen en de Baltische staten
D
De conferentie was in november 1943
Slide 19 - Quizvraag
Wat was géén gevolg van het einde van de WOII?
A
Er kwam een einde aan de invloed van het fascisme
B
Het antisemitisme kwam ten einde
C
De VS en de SU bleven als enige grootmachten over
D
Er kwam een dekolonisatieproces op gang in de koloniën
Slide 20 - Quizvraag
Holocaust komt uit het Grieks en betekent 'brandoffer'. Welke term gebruiken joden liever zelf?