In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
een deel van een organisme met een bepaalde taak
Slide 4 - Open vraag
een groep organen die samen een taak uitvoeren
Slide 5 - Open vraag
Sleep de woorden naar het juiste plaatje
Organismen
cel
Orgaanstelsel
orgaan
Slide 6 - Sleepvraag
Bekijk de afbeelding van de orgaanstelsels.
Zet de juiste naam onder het juiste orgaanstelsel.
Beenderstelsel
verteringsstelsel
Slide 7 - Sleepvraag
Bekijk de afbeelding van de orgaanstelsels.
Zet de juiste naam onder het juiste orgaanstelsel.
ademhalingsstelsel
bloedvatenstelsel
Slide 8 - Sleepvraag
B2 Organen van planten
Je kunt de bouw en functie van wortels, stengels en bladeren beschrijven.
Je kunt orgaanstelsels van planten noemen met hun functie.
Slide 9 - Tekstslide
Na het bekijken van de video wordt de volgende vraag gesteld:
Welke functie van stengels kun je aantonen met dit experiment?
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Welke functie van stengels kun je aantonen met dit experiment?
Slide 12 - Open vraag
Wat mist dit blad?
A
Nerven
B
Bladschijf
C
Bladskelet
D
Bladmoes
Slide 13 - Quizvraag
In de afbeelding is het wortelstelsel van een peen schematisch getekend. Bij welk deel of bij welke delen kan de plant water met voedingsstoffen opnemen?
A
Deel 1
B
Deel 2
C
Deel 3
D
Water wordt door de bladeren opgenomen
Slide 14 - Quizvraag
Wat is GEEN functie van wortels
A
Reserve voedsel opslaan
B
Water en voedingsstoffen opnemen
C
Plant vast zetten in de bodem
D
Glucose maken.
(Fotosynthese)
Slide 15 - Quizvraag
Wortelharen zijn .........
A
stevig en dik
B
klein en kwetsbaar
C
smal en dik
D
groot en sterk
Slide 16 - Quizvraag
Hoe heten de buisjes waardoor een plant water en voedingsstoffen vervoert?
A
Buisjes
B
Tunnels
C
Vaten
D
Bundels
Slide 17 - Quizvraag
De grootste vaatbundel in een blad is de:
A
zijnerf
B
bladmoes
C
bladschijf
D
hoofdnerf
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Welke onderdelen kunnen we vinden in een cel?
Slide 21 - Woordweb
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Cytoplasma
Celkern
Celmembraan
Slide 29 - Sleepvraag
Vacuole
Celkern
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand
Slide 30 - Sleepvraag
A
Zetmeelkorrels
B
Bladgroenkorrels
C
Kleurstofkorrels
Slide 31 - Quizvraag
A
Zetmeelkorrels
B
Bladgroenkorrels
C
Kleurstofkorrels
Slide 32 - Quizvraag
A
Zetmeelkorrels
B
Bladgroenkorrels
C
Kleurstofkorrels
Slide 33 - Quizvraag
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Sleep de juiste basen in het DNA molecuul
A
T
A
C
C
G
Slide 39 - Sleepvraag
B5 Celdeling
B5 Celdeling
Je kunt beschrijven hoe een cel zich deelt.
Je kunt de kenmerken van stamcellen noemen.
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Video
Kerndeling
celdeling
plasmagroei
dochtercel
moedercel
Slide 42 - Sleepvraag
Slide 43 - Tekstslide
B6 Weefsels
Slide 44 - Tekstslide
Orgaan
Organisme
Orgaanstelsel
Weefsel
Cel
Slide 45 - Sleepvraag
weefsel
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie
Slide 46 - Tekstslide
Botweefsel
A
B
C
Slide 47 - Quizvraag
B7 Eencellige organismen
Slide 48 - Tekstslide
Geef aan of de volgende beweringen juist of onjuist zijn.
Sleep de woorden juist en onjuist
over de beweringen.
pantoffeldiertje
amoebe
Bij pantoffeldiertjes vindt voortbeweging plaats door het vormen van schijnvoetjes.
Bij het pantoffeldiertje wordt met P een voedingsvacuole aangegeven.
Bij pantoffeldiertjes worden onverteerde voedselresten verwijderd via de celanus.
Een amoebe heeft een celkern.
Pantoffeldiertjes en amoeben zijn beide eencellige organismen.