H5 1hv les 10 het bijvoeglijk naamwoord

1HV
H5   ENTRE AMIS
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

1HV
H5   ENTRE AMIS

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le cours
Bron H: het bijvoeglijk naamwoord
  • Uitleg
  • Exercices

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

https://player.vimeo.com/video/383535411

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



La ceinture est (blauw)
A
bleu
B
bleus
C
bleue
D
bleues

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Les voitures (v) sont (groen).
A
vertes
B
verte
C
vert
D
verts

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Les chats (m) sont (rood).
A
rouge
B
rouges
C
rougee
D
rougees

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Olivier et Marc sont (frans).
A
français
B
française
C
françaiss
D
françaises

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Marianne est (verdrietig).
A
tristée
B
tristes
C
tristées
D
triste

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



L'actrice est (mooi).
A
beaux
B
belles
C
belle
D
beau

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Les sacs (m) sont (nieuw).
A
nouveau
B
nouvelles
C
nouvelle
D
nouveaux

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Mon grand-père est (oud).
A
vieux
B
vieille
C
vieilles
D
vieu

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Ik weet wat het bijvoeglijk naamwoord
is in het Nederlands en in het Frans.
A
Oui
B
Non
C
Un peu

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Ik weet hoe ik het bijvoeglijk naamwoord moet aanpassen naar het zelfstandig naamwoord in het Frans.

A
Oui
B
Non
C
Un peu

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Exercices p. 36
ex 30a, 30b. 30d, 30e

ex 31 b,c,d

ex 32 a,b,c

Eerder klaar? ga naar slim stampen Bron H (H5)


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies