Les 4 Populatiebiologie

startopdracht
Diep in de helderblauwe oceaan ligt een kleurrijk koraalrif, waar talloze organismen samenleven. De zon schijnt fel door het water, wat het koraal helpt groeien dankzij de symbiotische algen in hun weefsels. Een papegaaivis knabbelt aan het koraal, terwijl een kleine garnaal schuilgaat tussen de takken tot hij weer algen kan eten op het rif. Een vlindervis glijdt sierlijk voorbij en eet de algen die op het rif groeien. Ondertussen sluipt een murene door een schaduwrijke spleet (temperatuur), op zoek naar een prooi zoals een nietsvermoedende garnaal. Boven het rif jaagt een rifhaai op de murene. Het zoute water stroomt zachtjes langs het rif en houdt het ecosysteem in balans.

teken het voedselweb, en benoem 2 abiotische factoren


1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

startopdracht
Diep in de helderblauwe oceaan ligt een kleurrijk koraalrif, waar talloze organismen samenleven. De zon schijnt fel door het water, wat het koraal helpt groeien dankzij de symbiotische algen in hun weefsels. Een papegaaivis knabbelt aan het koraal, terwijl een kleine garnaal schuilgaat tussen de takken tot hij weer algen kan eten op het rif. Een vlindervis glijdt sierlijk voorbij en eet de algen die op het rif groeien. Ondertussen sluipt een murene door een schaduwrijke spleet (temperatuur), op zoek naar een prooi zoals een nietsvermoedende garnaal. Boven het rif jaagt een rifhaai op de murene. Het zoute water stroomt zachtjes langs het rif en houdt het ecosysteem in balans.

teken het voedselweb, en benoem 2 abiotische factoren


Slide 1 - Tekstslide

DOEL
Je kunt in een gegeven situatie beargumenteren wat de beste methode is om een populatiegrootte te bepalen. Je kunt de volgende methoden toepassen: Tellen, Steekproef, Vangen-Merken-Terugvangen

Slide 2 - Tekstslide

Hoe bepaal jij het aantal reuzenbromelia's?

Slide 3 - Tekstslide

Tellen of steekproef?
Tellen:
Weinig individuen en makkelijk te zien

Steekproef:
Veel individuen en homogeen verdeeld

Slide 4 - Tekstslide

Check
Een ornitholoog wil schatten hoeveel spreeuwen er in een natuurgebied leven. Hij kiest willekeurig 10 locaties binnen het gebied en telt daar het aantal spreeuwen: in totaal telt hij 280 spreeuwen. Hij weet dat deze locaties samen ongeveer 20% van het totale natuurgebied beslaan.
  • Bereken het geschatte aantal spreeuwen in het natuurgebied.

Een ecoloog wil het aantal herten in een bosgebied schatten. Hij telt herten in 5 willekeurig gekozen telgebieden van elk 2,5 hectare groot (25.000 m2 ). In totaal telt hij 60 herten in deze gebieden. Het totale bosgebied heeft een oppervlakte van 30 km².
  • Berken het geschatte aantal herten in het bosgebied.

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden
280 spreeuwen * 100%/20%=1400 spreeuwen totaal


(60 herten/25.000m2) * 30 * 10002 = 14.400 herten
  • bereken eerst het aantal herten per vierkante meter
  • vermenigvuldig met het totaal aantal vierkante meter
  • (of ga uit van 100 hectare in 1 vierkante km)




Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

vangen-merken-terugvangen
  1. vang en merk een deel van de populatie
  2. geef dieren tijd om zich opnieuw te verdelen
  3. vang een deel van de populatie en tel de gemerkte dieren

aanname:
verhouding gemerkt/ongememerkt is bij de 2e vangst gelijk aan de verhouding in de totale populatie

Slide 9 - Tekstslide

voorbeeld
  • 1000 knikkers
  • ik kleur er 50 knalgroen én meng ze goed

  • stel ik haal er 100 uit, hoeveel zijn er groen?


Slide 10 - Tekstslide

aanpak
  • noteer formule:

gemerkt 1e / totaal = gemerkt 2e/ gevangen 2e

  • vul de getallen in die je hebt

50/1000 = ? / 100

  • schrijf om / kruislings vermenigvuldigen / verhoudingstabel,  tot je '?' hebt
(50*100)/1000 = 


Slide 11 - Tekstslide

Samen een voorbeeld uitwerken
  • bedenk een (denkbeeldig) organisme
  • hoe gaan we ze merken (geen regels)

Slide 12 - Tekstslide

Een boswachter in nationaal park de hoge veluwe wil weten hoeveel zwijnen er in het park zijn. Hij beschiet er 25 met watervaste verf. Hij vraagt een groepje studenten om een week later zwijnen te zoeken. Van de 100 zwijnen die ze vinden hadden er 2 een verfvlek. Bereken de grootte van de zwijnenpopulatie.

Slide 13 - Open vraag

Mogelijke problemen
  • Dieren met territoria verdelen zich niet
  • Dieren die in groepen leven verdelen zich niet homogeen
  • Dieren die gemerkt zijn gaan sneller dood
  • Eenmaal gevangen dieren zijn moeilijker terug te vangen
etc

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
  • Maak in tweetallen een oefenopgave over vangen-merken -terugvangen. 
  • Plaats deze in het gedeelde document in teams
  • Noteer het correctievoorschrift op de laatste pagina
  • leukste/beste opgave -> komt in de toets

eerder klaar? Werk bij je opgave een voorbeeld uit, met één van de volgende problemen
  • Dieren met territoria verdelen zich niet
  • Dieren die in groepen leven verdelen zich niet homogeen
  • Dieren die gemerkt zijn gaan sneller dood
  • Eenmaal gevangen dieren zijn moeilijker terug te vangen
vraag: Toon met een berekening aan of de eerste berekening een over- of onderschatting was van de werkelijke populatiegrootte.

Slide 15 - Tekstslide

huiswerk
23.4 oefenvragen:3a en 3b, 4, 8,9,10

Slide 16 - Tekstslide

DOEL
Je kunt in een gegeven situatie beargumenteren hoe verschillende factoren bijdragen aan populatiegroei (of afname)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

BALANS
populatiegroei = (geboorte-sterfte) + (immigratie - emigratie)

i= in
e=exit

hoe zijn deze begrippen van toepassing op het vorige filmpje?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Geboortecijfer
populatiegrootte
voedselbeschikbaarheid
soort

Slide 21 - Tekstslide

Sterftecijfer
biotisch
predatie
ziekte
voedseltekort

abiotisch
droogte
hitte/kou

Slide 22 - Tekstslide

DOEL
Je kunt veel voorkomende patronen in populatiedynamiek in een gegeven context herkennen en verklaren (lotka-volterra, S-curve, J-curve)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

fasen
  1. Exponentiele groei (J-curve)
  2. Stabilisatie (S-curve)
  3. biologisch evenwicht


"verspreid zich in een rap tempo"

Slide 25 - Tekstslide

Exponentiele groei
Geen beperkende factoren
Vaak verrassend
Geeft J-curve

bv:
Epidemie (ebola, corona, SARS)
Invasieve exoten



Slide 26 - Tekstslide

Stabilisatie
Beperkende factoren gaan een rol spelen (Welke?)

Groei stopt als draagkracht is bereikt

Slide 27 - Tekstslide

Beperkende factoren
  • Broedplekken verwijderen
  • Inzet natuurlijke vijanden
  • Voedel afschermen (gaas)
  • Gif

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

J-curve, S-curve en dan
biologisch evenwicht

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

fasen
  1. Exponentiele groei (J-curve)
  2. Stabilisatie (S-curve)
  3. biologisch evenwicht

In welke fase zit de menselijke populatie?

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Huiswerk
Maken oefen opgaven 23.4 en toetsvragen 23.5
Lezen 23.8

Slide 39 - Tekstslide