Techniek, veiligheid en milieu - oefenvragen

Wetten en reglementen - oefenvragen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBeroepsopleiding

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wetten en reglementen - oefenvragen

Slide 1 - Tekstslide

De aanbevolen hoogte van een zeereling is minimaal:
A
30 centimeter
B
40 centimeter
C
50 centimeter
D
60 centimeter

Slide 2 - Quizvraag

Op welke plaats in het schip zal zich bij lekkage propaan- of butagas gaan verzamelen?
A
in de buurt van het lek
B
vooral in het laagste gedeelte van het schip
C
voornamelijk boven in de kajuit

Slide 3 - Quizvraag

Een gasdetector is uitgerust met 1 of meer sensoren. De sensor(en) dien(t)(en) geplaatst te worden:
A
in het laagst gelegen deel van de ruimte waarin het gastoestel is geplaatst
B
zo dicht mogelijk bij de stuurstand
C
zo dicht mogelijk bij een gastoestel
D
in de leiding in de gasbun

Slide 4 - Quizvraag

Goedgekeurde reddingsvesten zijn zo gemaakt dat de drenkeling, ook als hij bewusteloos is, automatisch:
A
op de buik komt te drijven
B
rechtop blijft drijven
C
op de rug komt te drijven
D
op de rug komt te drijven, waarbij het hoofd op de kraag rust

Slide 5 - Quizvraag

Een radarreflector is aan te bevelen (en soms verplicht) bij slecht zicht om:
A
onder alle omstandigheden opgemerkt te worden
B
andere schepen beter te kunnen waarnemen
C
de kans te vergroten dat uw schip wordt opgemerkt door andere schepen die op radar varen
D
andere schepen te laten zien dat u zelf geen radar hebt of gebruikt

Slide 6 - Quizvraag

Voor het ontstaan van brand moeten tegelijkertijd drie factoren aanwezig zijn: brandbare stof, voldoende hoge temperatuur en ...?
A
kooldioxide
B
stikstof
C
zuurstof

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn C-branden
A
gasbranden zoals propaan, butaan enz.
B
metaalbranden zoals magnesium, natrium enz.
C
vloeistofbranden zoals benzine, petroleum enz.
D
branden in vaste stoffen zoals hout, papier enz.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het nadeel van alleen poederblussers?
A
geringe bluswerking
B
schade aan elektrische apparatuur en metalen bij nat worden na het blussen
C
kunnen alleen in gesloten ruimten gebruikt worden

Slide 9 - Quizvraag

Bij een benzinemotor kan men brand- en explosiegevaar het beste tot een minimum reduceren door:
A
de luiken open te zetten
B
een vonkvrije elektrische ventilator onder de motor voor het starten eventuele dampen te laten afzuigen
C
een ventilatiepijp zo diep mogelijk in de machinekamer aan te brengen

Slide 10 - Quizvraag

Jerrycans met reservebenzine moeten bij voorkeur opgeslagen worden:
A
in de motorruimte
B
in een aparte, geventileerde ruimte
C
bij de reservegasfles
D
onder de afgesloten kuipbanken

Slide 11 - Quizvraag

Hierna volgen twe beweringen over de open koeling van een scheepsmotor:
1. De impeller van de koelwaterpomp moet regelmatig worden vernieuwd in verband met slijtage door onder andere vuil buitenwater.
2. Bij vorst moeten er bij een open koelsysteem maatregelen genomen worden door het buitenwater af te tappen en het koelsysteem te vullen met antivries vloeistof

Slide 12 - Tekstslide

Welke bewering is juist of onjuist?
A
Beweringen 1 en 2 zijn beide juist
B
Beweringen 1 en 2 zijn beide onjuist
C
Bewering 1 is onjuist en bewering 2 is juist
D
Bewering 1 is juist en bewering 2 is onjuist

Slide 13 - Quizvraag

U vaart met uw motorschip met een dieselmotor. U heeft op het dashboard twee metertjes. Eén geeft de temperatuur van de koelvloeistof aan en de andere is een amperemeter. Er zijn twee beweringen:
1. Als de temperatuur van de koelvloeistof te hoog is, valt de motor stil.
2. Als de dynamo stuk is, stopt het schip met varen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is juist of onjuist?
A
Beweringen 1 en 2 zijn beide juist
B
Beweringen 1 en 2 zijn beide onjuist
C
Bewering 1 is onjuist en bewering 2 is juist
D
Bewering 1 is juist en bewering 2 is onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Niet goed bevestigde accuklemmen kunnen vonken trekken als de accu gebruikt wordt. Hierdoor kan:
A
de accu te weinig stroom trekken
B
de accu defect raken
C
een eventueel aanwezig gasmengsel ontstoken worden
D
korstsluiting ontstaan

Slide 16 - Quizvraag

Twee gelijk accu's van 6V met een capaciteit van 200Ah worden in serie geschakeld. De spanning:
A
wordt tweemaal zo groot
B
blijft hetzelfde
C
wordt tweemaal zo klein

Slide 17 - Quizvraag

Al een goed afgestelde binnenboordmotor op bedrijfstemperatuur is, is de kleur van de uitlaatgassen:
A
kleurloos
B
lichtblauw
C
lichtgrijs

Slide 18 - Quizvraag

Een keerkoppeling dient om:
A
een trillingsvrije verbinding te maken tussen schroefas en motor
B
de draairichting van de schroefas te kunnen veranderen
C
een waterdichte doorvoer voor de schroefas te kunnen maken

Slide 19 - Quizvraag

Een wierfilter dient om:
A
te voorkomen dat er vuil water in het koelsysteem komt
B
het water in een 'gesloten' koelsysteem te filteren
C
vuil uit de smeerolie te filteren

Slide 20 - Quizvraag

Hier volgen twee op
Hier volgen twee op zichzelf staande beweringen. Je moet deze los van elkaar lezen. Let op: elke bewering kan juist of onjuist zijn.
1. een goed onderhouden automatisch opblaasbaar reddingsvest is even goed als een vast, niet opblaasbaar reddingsvest
2. een automatisch opblaasbaar reddingsvest kan ook manueel (met de hand) worden geactiveerd

Slide 21 - Tekstslide

Welk antwoord is juist?
A
Beweringen 1 en 2 zijn beide juist
B
Beweringen 1 en 2 zijn beide onjuist
C
Bewering 1 is onjuist en bewering 2 is juist
D
Bewering 1 is juist en bewering 2 is onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Je vaart met een motorboot en je weet dat de V-snaar die de dynamo en de waterpomp aandrijft teveel speling heeft. Vervolgens zie je op een van de metertjes, dat de temperatuur van de koelvloeistof onverantwoord hoog oploopt. Dat komt waarschijnlijk door:
A
een verstopt wierpotje
B
een verstopt wierpotje of een te slap gespannen V-snaar
C
een te lage oliedruk
D
te weinig stroom doordat de dynamo niet goed werkt

Slide 23 - Quizvraag

Een apparaat van 200 watt is met een verlengsnoer aangesloten op 230 volt. Je kunt het apparaat omschakelen van 230 volt naar 12 volt. Kun je voor het aansluiten op 12 volt hetzelfde snoer gebruiken?
A
je moet dezelfde bedrading gebruiken
B
je moet een dunnere bedrading gebruiken
C
je moet een dikkere bedrading gebruiken

Slide 24 - Quizvraag

Je huurt een voor jou onbekende boot, waarin twee in serie aan elkaar gekoppelde 12Volts accu's staan. De accu's raken leeg. Er is een 12-Volt/24-Volt acculader aanwezig. Kun je deze acculader gebruiken?
A
ja, als je de acculader aansluit op de meest linkse minpool en de meest rechtse pluspool en de lader op 24 volt zet
B
ja. als je de acculader aansluit op de meest linkse minpool en de meest rechtse pluspool en de lader op 12 Volt zet
C
nee

Slide 25 - Quizvraag