In deze les zit 21 slide, met interactieve quiz en tekstslide.
Lesduur is: 100 min
Onderdelen in deze les
Klantvriendelijkheid
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
* Ik weet hoe belangrijk het is om klantvriendelijk te zijn;
* Ik weet hoe je de klant begroet en aanspreekt;
Slide 2 - Tekstslide
Hoe spreek jij een klant aan?
Slide 3 - Woordweb
klanten begroeten en aanspreken.
Begroeten betekent dat je de klant groet. Zeg op een vriendelijke manier “Goedemorgen”, “Dag meneer” ....
Slide 4 - Tekstslide
Let bij het begroeten en aanspreken van een klant op de volgende regels:
- Je spreekt de klant altijd aan met ‘u’
- Je kijkt de klant aan als je tegen hem praat en naar hem luistert
- Je praat duidelijk en verzorgd
- Je bent vriendelijk
Slide 5 - Tekstslide
Wanneer ben je klantvriendelijk?
Slide 6 - Woordweb
Wanneer ben je klantvriendelijk?
Klant begroeten 2. Aardig of netjes zijn naar de klanten 3. Zorg dat je een positieve uitstraling hebt 4. Blijf 'professioneel' 5. Probeer de klant altijd zo goed mogelijk te helpen
Slide 7 - Tekstslide
Waar is het belangrijk klantvriendelijk te zijn?
A
In een winkel
B
Als je klanten moet bedienen
C
Als je mensen moet helpen in bejaardenhuis
D
Bij alle antwoorden
Slide 8 - Quizvraag
Hoe handel ik als een klant advies vraagt of een klacht heeft?
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Klanten met adviesvragen doorverwijzen....
Netjes aangeven dat je een vraag zelf niet kunt beantwoorden
Vriendelijk aangeven dat je de klant doorverwijst naar een andere collega die de klant verder kan helpen met de vraag
Met de klant mee te lopen naar de collega die de klant verder gaat helpen.
Je collega vertellen wat de vraag van de klant is.
Afscheid nemen van de klant door hem een fijne dag toe te wensen.
Slide 11 - Tekstslide
Welke eigenschappen horen bij klantvriendelijk gedrag?
Klantvriendelijk
Niet
klantvriendelijk
Geduldig
Vriendelijk
Haastig
Opdringerig
Behulpzaam
Egoïstisch
Slide 12 - Sleepvraag
Klanten met klachten doorverwijzen
Blijf klantvriendelijk
Let op je houding
Leef mee met de klant
Verwijs de klant door
Draag de klacht over aan een collega
Neem netjes afscheid van de klant
Slide 13 - Tekstslide
Noem een klacht die klanten kunnen hebben in de supermarkt