P2_10_debat_3_

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Debatteren (3)

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

• Weet je hoe je een sterk argument maakt met AUB
• Weet je de groepsindeling en heb je een stelling aan  mij     voorgelegd.

Planning

• Herhalen theorie vorige les
• Theorie sterke argumenten formuleren
• Aan de slag

Parlementair debat

• twee groepen van drie: voor- en tegenstanders
• opzetbeurt voorstanders (2-3 minuten)
• opzetbeurt tegenstanders (2-3 minuten)
• verweerbeurt voorstanders (2-3 minuten)
• verweerbeurt tegenstanders (2-3 minuten)
• slotbeurt tegenstanders (1,5-2 minuten)
• slotbeurt voorstanders (1,5-2 minuten)

Opzetbeurt voorstanders

Taken	Uitleg
inleiding	pakkende opening wat is het probleem? (ernst/grootte)
definitie stelling	stelling uitleggen: wat bedoel je precies ermee?
oplossing	wat is het plan? (wie, wat, waar, hoe?) waarom is dit het beste plan?
eigen argumenten	kort benoemen
slot	samenvatten + uitsmijter

Opzetbeurt tegenstanders

Taken	Uitleg
inleiding	pakkende opening probleem: waarom wel/niet?
oplossing afkeuren + argumenten weerleggen	waarom werkt het plan wel/niet? wat zijn eventuele nadelen?
eigen argumenten	kort benoemen
slot	samenvatten + uitsmijter

Verweerbeurt voorstanders

Taken	Uitleg
inleiding	pakkende opening
(definitie stelling)	stelling verduidelijken: kort herhalen
weerleggen	argumenten tegenpartij weerleggen
eigen argumenten	uitgebreid toelichten
slot	samenvatten + uitsmijter

Verweerbeurt tegenstanders

Taken	Uitleg
inleiding	pakkende opening
weerleggen	argumenten voorstanders weerleggen
eigen argumenten	uitgebreid toelichten
slot	samenvatten + uitsmijter

Slotbeurt tegenstanders

Taken	Uitleg
inleiding	pakkende opening
geschilpunten samenvatten	argumenten/weerleggingen samenvatten
conclusie	conclusie dat het plan (beleidsvoorstel) niet de juiste oplossing is
slot	jury aanmoedigen om het plan te verwerpen + uitsmijter

Slotbeurt voorstanders

Taken	Uitleg
inleiding	pakkende opening
geschilpunten samenvatten	argumenten/weerleggingen samenvatten
conclusie	conclusie dat het plan (beleidsvoorstel) wél de juiste oplossing is
slot	jury aanmoedigen om het plan aan te nemen + uitsmijter

Goede argumenten (2)

Stel jezelf drie vragen:

1. Over welk probleem gaat de stelling? Waarom is dat erg?
2. Wat zijn de voordelen of nadelen?
3. Wie zijn er bij de stelling betrokken? Is de verandering die komt door de stelling goed of slecht voor die mensen?

Maar, hoe formuleer je zo'n goed argument?

Sterke argumenten (1)

• A: argument noemen
  
  
• U: uitleggen argument
  
  
• B: bijvoorbeeld -> voorbeeld

Sterke argumenten (1)

• A: argument noemen
  
  
• U: uitleggen argument
  1. Leg uit waarom het zo is
  2. Leg uit waarom dit goed/slecht is
  
  
• B: bijvoorbeeld -> voorbeeld

Mijn argument is dat...

want/omdat..

Dit is goed/slecht, want...

Stel je voor... OF

Het is onderzocht dat...

Sterke argumenten (2)

Leerlingen moeten een schooluniform aan.

• A: argument
  
  

‘Mijn argument is dat het dragen van schooluniformen ervoor zorgt dat er minder gepest wordt.’

Sterke argumenten (2)

Leerlingen moeten een schooluniform aan.

• A: argument
  
• U: uitleggen
  
  
  

1. Vaak wordt iemand gepest, omdat hij er anders uitziet. Met een schooluniform ziet iedereen er hetzelfde uit en daarom valt die reden om te pesten weg.

2. Dat is goed, want pesten heeft grote en nare gevolgen.

Sterke argumenten (2)

Leerlingen moeten een schooluniform aan.

• A: argument
  
• U: uitleggen
  
• B: bijvoorbeeld

‘Stel je voor dat iemand heel ongelukkig is omdat hij vanwege zijn kleding gepest wordt. Als diegene een schooluniform zou dragen, wordt hij niet meer gepest. Dan wordt hij weer gelukkig’.

Nu zelf aan de slag in tweetallen

Noteer je antwoorden op je iPad/Macbook

Opdracht 1

LEERLINGEN DIE GEMIDDELD EEN 7 STAAN, MOETEN VRIJSTELLING VAN LESSEN KUNNEN KRIJGEN.

• Bedenk een argument vóór de stelling (in één zin)

A

Opdracht 2

LEERLINGEN DIE GEMIDDELD EEN 7 STAAN, MOETEN VRIJSTELLING VAN LESSEN KUNNEN KRIJGEN.

• Leg je argument uit
  1. Leg uit waarom het zo is
  2. Leg uit waarom dit goed/slecht is

U

Opdracht 3

LEERLINGEN DIE GEMIDDELD EEN 7 STAAN, MOETEN VRIJSTELLING VAN LESSEN KUNNEN KRIJGEN.

• Verzin bij je argument een voorbeeld vóór de stelling. Bedenk een voorbeeld dat het argument duidelijker maakt. 

B

Theorie weerleggen

Argumenten ontkrachten

Theorie weerleggen (1)

Argumenten ontkrachten

Theorie weerleggen (2)

• Je onderbouwt je eigen argumenten
  
  
• Je ontkracht de argumenten van de andere partij

Theorie weerleggen (3)

1. Aankondigen: op welk argument reageer je?
2. Samenvatten: in één zin het argument waarop je reageert
3. Reageren: wat klopt er niet aan het argument?
4. Conclusie: hoe heb jij het argument weerlegd?

IEDEREEN DIE LANGER DAN EEN JAAR IN EEN ASIELZOEKERSCENTRUM ZIT MOET EEN VERBLIJFSVERGUNNING KRIJGEN

Theorie weerleggen (4)

1. Aankondigen: op welk argument reageer je?

Ik wil graag reageren op het punt over wachtlijsten.

Theorie weerleggen (5)

1. Aankondigen: op welk argument reageer je?
2. Samenvatten: in één zin het argument waarop je reageert

De tegenstanders beweren dat door deze maatregel er meer asielzoekers komen waardoor wachtlijsten langer worden.

Theorie weerleggen (6)

1. Aankondigen: op welk argument reageer je?
2. Samenvatten: in één zin het argument waarop je reageert
3. Reageren: wat klopt er niet aan het argument?

Dat is niet waar, want met deze maatregelen moeten aanvragen sneller verwerkt worden. Omdat na een jaar wachten iemand automatisch een verblijfs-vergunning krijgt, wil je voor die tijd weten of iemand geschikt is om hier te mogen blijven of niet. Daarom zullen alle aanvragen binnen een jaar worden verwerkt.

Theorie weerleggen (3)

1. Aankondigen: op welk argument reageer je?
2. Samenvatten: in één zin het argument waarop je reageert
3. Reageren: wat klopt er niet aan het argument?
4. Conclusie: hoe heb jij het argument weerlegt?

Dus van mensen na een jaar een verblijfsvergunning geven worden wachtlijsten niet langer, ze worden juist korter!

Debat - groepsindeling

*Uitdelen stencil --> doornemen. 

* Zie beoordelingsmodel op SOM.

* Neem morgen je leesboek mee --> zodra je de ingezonden brief hebt ingeleverd, ga je lezen.

* Iedereen morgen? --> In drietal voorbereiden debat (beide kanten voor en tegen).

* Woensdag: in drietal voorbereiden debat (beide kanten voor en tegen).

* Maandag 9 december: loten voor of tegen --> rolverdeling doorgeven --> voorbereiden voor OF tegen de stelling.

* Dinsdag 10 december: debatteren. Heb je geen rol (debat of jury, tijdbewaker) --> leerlingruimte.