Debat H5

                                          Debat
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

                                          Debat

Slide 1 - Tekstslide

Deze les 
  • leer je wat een goede debatstelling is
  • weet je hoe een debat verloopt
  • beoordeel je een debat

Slide 2 - Tekstslide

Wat is debatteren? 

Slide 3 - Tekstslide

Een goede debatstelling is:
  • controversieel: het onderwerp is omstreden en roept een duidelijk verschil van mening op;

  • scherp geformuleerd: het is exact duidelijk wat het onderwerp van het debat is;

  • meestal gericht op een beleidsverandering.

Slide 4 - Tekstslide

Het debat

Het doel van een debat is om het publiek/de jury te overtuigen.
Je moet je stelling/mening dan ook goed onderbouwen.

Een debat heeft strenge en formele regels. Daarin wijkt het af van een discussie.

Slide 5 - Tekstslide

Regels debat 
• Elke debater/team heeft eigen spreektijd.


Je praat altijd via de jury(voorzitter).

• Korte spreekbeurten/rondes: opbouwbeurt, verweerbeurtslotronde.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe verloopt een debat
Het oefendebat verloopt in 3 rondes: 
  • Opbouwbeurt
  • Verweerbeurt
  • Slotbeurt

Slide 7 - Tekstslide

Opbouwbeurt
De voorstanders leiden in hun opbouwbeurt het onderwerp in en doen een voorstel voor verandering (=stelling). Ze geven argumenten hiervoor.

De tegenstanders betogen dat de beleidsverandering niet nodig is, niet zal werken of grote nadelen heeft. Zij zullen met hun argumenten het standpunt juist proberen te ontkrachten.

Slide 8 - Tekstslide

Verweerbeurt
De voorstanders moeten in hun verweerbeurt de argumentatie van de tegenstanders weerleggen.

De tegenstanders krijgen de kans de argumenten van de voorstanders te weerleggen.

Regels voor de verweerbeurten: onderbouw je argumenten en ga in op wat de tegenpartij heeft gezegd. Geen persoonlijke aanvallen.

Slide 9 - Tekstslide

Slotbeurt
Regels voor de slotbeurten:
  • Richt je tot de jury die overtuigd moet worden.
  • Je mag niet met nieuwe argumenten komen.
  • Laat de jury duidelijk zien en horen welke argumenten van de andere partij jullie weerlegd hebben. Geef ook aan wat jullie sterkste argumenten waren en waarom die door de anderen niet weerlegd zijn.
  • Sluit af met een krachtige uitsmijter.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video