Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
quiz havo 3
quiz havo 3
1 / 52
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
52 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
quiz havo 3
Slide 1 - Tekstslide
Zuur, base of neutraal?
Cola
A
Zuur
B
Basisch
C
Neutraal
Slide 2 - Quizvraag
Een zure oplossing heeft een
A
Gemiddelde pH
B
lage pH
C
neutrale pH
D
hoge pH
Slide 3 - Quizvraag
Jannieka voegt water toe aan een zure oplossing. Wordt de oplossing zuurder, minder zuur of geen verandering?
A
zuurder
B
minder zuur
C
geen verandering
Slide 4 - Quizvraag
Welke kleur heeft fenolrood bij een zuur?
A
rood
B
oranje
C
geel
D
kleurloos
Slide 5 - Quizvraag
Met een zuur schoonmaakmiddel kan ik?
A
vet verwijderen
B
de vaat wassen
C
ramen lappen
D
kalk verwijderen
Slide 6 - Quizvraag
De elektronenconfiguratie van fluor als atoom en ion is:
A
2,7 & 2,8
B
2,7 & 2,6
C
2,8 & 2,7
D
2,6 & 2,7
Slide 7 - Quizvraag
In welk land wordt het EK dit keer gehouden?
A
Spanje
B
Frankrijk
C
Portugal
D
Duitsland
Slide 8 - Quizvraag
een zure stof heeft een pH
A
van 7
B
van 0
C
kleiner dan 7
D
groter dan 7
Slide 9 - Quizvraag
Hoe is dit ion gevormd?
A
Het ion heeft een proton afgestaan
B
Het ion heeft een proton opgenomen
C
Het ion heeft een elektron afgestaan
D
Het ion heeft een elektron opgenomen
Slide 10 - Quizvraag
Welke stof is zuur?
A
azijn
B
soda
C
gootsteenontstopper
D
water
Slide 11 - Quizvraag
3- Op een etiket staat dit pictogram.
Wat is de betekenis van dit pictogram?
A
bijtend (corrosief)
B
explosief
C
giftig
D
schadelijk (irriterend)
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het tegenovergestelde van zuur
A
zoet
B
bitter
C
zout
D
basisch
Slide 13 - Quizvraag
Atoombouw:
Welke deeltjes zitten er in de kern?
A
protonen en elektronen
B
elektronen en neutronen
C
neutronen en protonen
Slide 14 - Quizvraag
Een natrium ion heeft 11 protonen en 10 elektronen (hij had 1 elektron weg gedaan). Wat is de lading van een natrium ion.
A
1 plus
B
1 min
C
ongeladen
Slide 15 - Quizvraag
wat betekent dit pictogram?
A
ontvlambaar
B
explosief
C
brandbevorderend
D
giftig
Slide 16 - Quizvraag
Welk atoom zal een positief ion vormen en welk ion een negatief ion?
A
metaal =>negatief ion niet-metaal => positief ion
B
metaal => positief ion niet-metaal => negatief ion
C
Ze kunnen allebei positieve en negatieve ionen vormen
D
Dat kan je niet zeggen
Slide 17 - Quizvraag
Hoeveel teams nemen deel aan Euro 2024?
A
16
B
20
C
24
D
28
Slide 18 - Quizvraag
Een zure oplossing heeft een
A
Gemiddelde pH
B
lage pH
C
neutrale pH
D
hoge pH
Slide 19 - Quizvraag
Wat voor mengsel
is dit?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie
Slide 20 - Quizvraag
Welke kleur heeft fenolrood bij een zuur?
A
rood
B
oranje
C
geel
D
kleurloos
Slide 21 - Quizvraag
Wat is dit voor mengsel?
A
Emulsie
B
Oplossing
C
Suspensie
D
Legering
Slide 22 - Quizvraag
Nederland speelde de eerste wedstrijd in
A
Berlijn
B
Dortmund
C
Dresden
D
Hamburg
Slide 23 - Quizvraag
Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de definitie van een mengsel? Een mengsel...
A
bestaat uit een soort moleculen.
B
bestaat uit meerdere soorten moleculen.
C
bestaat uit meerdere moleculen.
D
bestaat uit meerdere soorten atomen
Slide 25 - Quizvraag
Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie
Slide 26 - Quizvraag
Inmiddels is hij een veteraan: Ronaldo.
Hoe vaak deed hij aan het EK mee?
A
4 keer
B
5 keer
C
6 keer
D
7 keer
Slide 27 - Quizvraag
Welk mengsel is een homogeen mengsel?
A
emulsie
B
legering
C
residu
D
suspensie
Slide 28 - Quizvraag
Wat betekent dit pictogram?
A
Pas op, spinnen!
B
Spinnenverbod.
C
Angst!
D
Spinneninleverlocatie.
Slide 29 - Quizvraag
Wat voor mengsel is rook?
A
Vast in gas
B
Vast in vloeistof
C
Vloeibaar in gas
D
Gas in vloeistof
Slide 30 - Quizvraag
dit mengsel is .......?
A
homogeen
B
heterogeen
C
suspensie
D
emulsie
Slide 31 - Quizvraag
wat betekent dit pictogram?
A
giftig
B
irriterend
C
schadelijk
D
corrosief
Slide 32 - Quizvraag
HBrINClOF, wie/wat is dat?
A
meneer HBrINClOF ontdekte het periodiek systeem
B
ezelsbruggetje voor elementen die heftig reageren met zuurstof
C
elementen die alleen maar in de vloeibare fase voorkomen
D
ezelsbruggetje voor moleculen die uit 2 atomen bestaan
Slide 33 - Quizvraag
Wat betekent dit pictogram?
A
bommelding
B
ontploffing
C
dynamiet
D
explosief
Slide 34 - Quizvraag
Waarvan is deze pictogram?
A
Wifi
B
Spotify
C
Geluid
D
Internet explorer
Slide 35 - Quizvraag
Een verbranding is een
A
endotherme reactie
B
exotherme reactie
Slide 36 - Quizvraag
Wat betekent dit pictogram?
A
Schadelijke stof
B
Brandbevorderende stof
C
Licht ontvlambare stof
D
Explosieve stof
Slide 37 - Quizvraag
Wat betekent dit pictogram?
A
giftig
B
corrosief
C
milieugevaar
D
schadelijk
Slide 38 - Quizvraag
Hoe vaak BBQ't de
gemiddelde
Nederlander per jaar?
A
8
B
9
C
14
D
19
Slide 39 - Quizvraag
Hoe heten de stoffen uit groep 2 van
het periodiek systeem
A
aardalkalimetalen
B
alkalimetalen
C
edelgassen
D
halogenen
Slide 40 - Quizvraag
Wat betekent dit pictogram?
A
Giftig
B
Lange termijn gezondheidsproblemen
C
Bijtend
D
Ontplofbaar
Slide 41 - Quizvraag
De atomen in groep 18 van
het periodiek systeem noemen we...
A
alkalimetalen
B
aard-alkalimetalen
C
halogenen
D
edelgassen
Slide 42 - Quizvraag
Wie heeft het periodiek systeem bedacht?
A
Rutherford
B
Mendelejev
C
Einstein
D
Bouwman
Slide 43 - Quizvraag
Welk land wordt
niet
genoemd in dit nummer?
A
France
B
Deutschland
C
Österreich
D
Italia
Slide 44 - Quizvraag
Kolommen in het periodiek systeem worden ook ..... genoemd.
A
Groepen
B
Tabellen
C
Waarden
D
Perioden
Slide 45 - Quizvraag
De perioden in het periodiek systeem..
A
staan horizontaal
B
staan verticaal
C
zijn chemisch vergelijkbaar
D
hebben een oplopend atoomnummer
Slide 46 - Quizvraag
,
dit is een ..... verbranding
A
onvolledige
B
volledige
Slide 47 - Quizvraag
Wat is de naam van dit alkaan?
A
pentaan
B
butaan
C
hexaan
D
heptaan
Slide 48 - Quizvraag
Wat heb je nodig voor een verbranding?
A
brandbare stof, zuurstof
B
brandbare stof, zuurstof en temperatuur
C
brandbare stof, zuurstof en een vlam
D
brand en temperatuur
Slide 49 - Quizvraag
Geef de namen van de twee soorten stoffen die hier te zien zijn.
A
methaan en zuurstof
B
metaan en zuurstof
C
koolwaterstof en zuurstof
D
koolstofdioxodide en zuurstof
Slide 50 - Quizvraag
Wie won dit jaar het
Eurovisie Songfestival?
A
Joost Klein
B
Joost Groot
C
Alyona Alyona
D
Nemo
Slide 51 - Quizvraag
Welke pictogram is dit?
A
casper het spookje
B
snapchat
C
roblox
D
geen van de drie antwoorden
Slide 52 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Her hv3
Juli 2024
- Les met
27 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Parate kennis 5 havo en vwo
Februari 2024
- Les met
48 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5,6
Parate kennis 5 havo
12 dagen geleden
- Les met
37 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5,6
toetsvoorbereiding H1 en H2
September 2023
- Les met
17 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Oefenen SE2
Januari 2024
- Les met
25 slides
Scheikunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
CE training 3e keer (geheel)
Maart 2023
- Les met
33 slides
Scheikunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
Les 5: Het alfabet (feitjes om te leren)
Juli 2022
- Les met
42 slides
Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Stap 9 & 10 H4 Chemie
Juli 2021
- Les met
30 slides
Schoonheidsverzorging
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1