1BK recap

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

1BK recap

Today's goal

Today's goal is to know how and when to use the personal pronouns

Grammar

Een persoonlijk voornaamwoord gebruiken je in plaats van een zelfstandig naamwoord (een persoon, een dier, of een ding)...

Het meisje loopt - she walks

De jongen loopt   - he walks

De kat loopt -         it walks

Welke persoonlijke voornaamwoorden ken je nu al in het Engels?

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
Susan

1. he
2. we
3. you
4. she

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
dog

1. he
2. it
3. you
4. I

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
my teachers

1. you
2. we
3. I
4. they

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
my friends and I

1. I
2. they
3. we
4. you

Ana and Rob, (vul een persoonlijke vnw. in voor Anna and Rob)
____________
are great!

Persoonlijke voornaamwoorden
Snap je dit onderwerp en kun je dit toepassen in een Engelse zin?

1. Ja!
2. Jawel, maar ik wil er nog mee oefenen.
3. Jawel, maar ik zou het fijn vinden het nog even te herhalen.
4. Ik snap er niks van.

I

You

He / She/ It

We

You

They

am

are

is

are

are

are

Wat betekent to be in het Nederlands?

1. zijn
2. zijn/worden
3. worden
4. heb

Welke vorm van to be hoort bij
I

1. is
2. are
3. am
4. be

Welke vorm van to be hoort bij
HE/SHE/IT

1. are
2. am
3. be
4. is

Welke vorm van to be hoort bij
WE

1. be
2. am
3. is
4. are

(to be)
We ..... at school.

1. am
2. are
3. is

To be: You _____ (to be)hungry

1. was
2. to be
3. are
4. is

They .... (to be) friends

1. to be
2. are
3. is

Welke vorm van to be hoort bij
YOU

1. am
2. are
3. be
4. is

Choose the correct form of to be:

I ... tired (to be)

1. is
2. are
3. am
4. have

(to be)
Where ..... I?

1. am
2. are
3. is

To be:
....you hungry? (vragend)

1. are
2. Am
3. Is
4. Are

It ....... (to be) raining.

1. am
2. are
3. is

You _____ (to be)hungry

1. am
2. to be
3. are
4. is

____ (to be) it going to be a difficult test?

1. am
2. to be
3. are
4. is

That drawing _____ (to be) beautiful.

Stacey and Patrick _______ (to be) always late.

_____ (to be) you tired?

My brother ______ (to be) 12 years old.

My grandparents _______ (to be) very old.