In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
1. De betekenis van werk
Leerdoelen: 1. Wat is werk en waarom werken we? 2. Wat is arbeidsinhoud?
Slide 1 - Tekstslide
Wat is werk?
Alle activiteiten die nuttig zijn voor jezelf + anderen + de samenleving
Verschil tussen werk en hobby:
- voor werk word je betaald
- werken heeft ook nut voor anderen, hobby is voor jezelf
- op je werk worden dingen van je verwacht
Slide 2 - Tekstslide
Waarom werken we?
Slide 3 - Tekstslide
werk zorgt voor
- geld voor: eten, drinken, kleding, uitgaan
- veiligheid en zekerheid op lage termijn: auto, huis, wasmachine
- regelmaat: indeling van je dag en week
- sociale contacten: contact met collega's of klanten
- waardering: je bent trots, je beroep heeft status
- ontplooiing: jezelf ontwikkelen
Slide 4 - Tekstslide
Werk vormt je
met al deze behoeften ontwikkel je je identiteit. Werk wordt een deel van jezelf
"ik ben leraar" en niet "ik werk als leraar"
Slide 5 - Tekstslide
vrijwilligerswerk
werk zonder dat je er salaris voor krijgt.
naast je werk of als je al met pensioen bent
of als je geen betaalde baan hebt
zorgt voor waardering
Slide 6 - Tekstslide
schooltv.nl
Slide 7 - Link
Je krijgt een compliment over je werk.
A
Zelfontplooiing
B
Sociale behoeften
C
Erkenning
D
Veiligheid
Slide 8 - Quizvraag
Je hebt een baan gevonden en je eerste salaris ontvangen.
A
Zekerheid
B
Erkenning
C
Sociale behoeften
D
Fysieke of lichamelijke behoeften
Slide 9 - Quizvraag
Je mag een nieuwe werknemer inwerken.
A
Zekerheid
B
Erkenning
C
Zelfontplooiing
D
Sociale behoeften
Slide 10 - Quizvraag
Je collega's nodigen je uit voor een avondje stappen.
A
Fysieke of lichamelijke behoeften
B
Erkenning
C
Veiligheid
D
Sociale behoeften
Slide 11 - Quizvraag
Je hebt een vaste aanstelling gekregen en gaat kijken voor een eigen huisje.
A
Fysieke of lichamelijke behoeften
B
Erkenning
C
Zekerheid
D
Zelfontplooiing
Slide 12 - Quizvraag
Arbeidsinhoud
Als je een baan zoekt is het heel belangrijk dat je weet wat het werk inhoudt: wat ga je precies doen? Dat noemen we arbeidsinhoud.
Belangrijke vragen daarbij zijn:
Slide 13 - Tekstslide
Belangrijke vragen
- werk je met je hoofd of met je handen?
- heb je veel verantwoordelijkheid of moet je doen wat iemand zegt?
- doe je steeds hetzelfde werk of is het afwisselend?
- doe je het werk alleen of met anderen?
- werk je op een vaste plek of verschillende plaatsen?
- ben je er voor opgeleid of juist niet?
Slide 14 - Tekstslide
welk werk past bij mij?
Dit hangt voor een groot deel af van je capaciteiten
dus de kwaliteiten die je hebt.
Iedereen heeft andere kwaliteiten
Slide 15 - Tekstslide
capaciteiten worden bepaald door:
- je karakter bepaald wat je leuk vindt; je bent ook vaak goed in de dingen die je leuk vindt.
- je opleiding: je leert veel nieuwe dingen op school
- je werkervaring: als je ergens hebt gewerkt heb je daar dingen geleerd. Daarom zijn bijvoorbeeld bijbaantjes of vrijwilligerswerk ook belangrijk bij een sollicitatie
Slide 16 - Tekstslide
Betaald of onbetaald?
Betaald werk:
- in loondienst: je krijgt salaris
- zelfstandige: je hebt een eigen bedrijf
Onbetaald werk:
vrijwilligerswerk, huishoudelijk werk, huiswerk, voor kinderen zorgen
Slide 17 - Tekstslide
wit of zwart?
Wit: officieel werk met een contract, je betaalt belasting
Zwart: illegaal werk, je betaalt geen belasting - voordeel: je verdient meer want er gaat geen belasting af
- nadeel: het is strafbaar en je bent niet verzekerd bij een ongeval tijdens het werk.
Slide 18 - Tekstslide
werken of niet?
Als je niet werkt of niet kunt werken krijg je een uitkering (Bijstand)
voorwaarden:
- je woont op jezelf en gaat niet meer naar school
- je hebt geen recht op WW, WIA of AOW
Werkloos zijn lijkt leuk maar is het niet
Slide 19 - Tekstslide
Als je in loondienst werkt, ontvang je iedere maand salaris.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Sociale premies betaal je alleen als je wit werkt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Met capaciteiten bedoelen we de kwaliteiten die je hebt om je werk goed te kunnen doen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Als je wilt zwart werken mag dat gewoon in Nederland.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Als je een paar dagen ziek bent en niet kunt werken, ontvang je wel salaris.
A
Waar
B
Niet waar
C
Alleen als je wit werkt
D
Alleen als je zwart werkt
Slide 24 - Quizvraag
Aan de slag
Ga naar blz 7 van het boekje "werk"
maak opdrachten 1 t/m 4 Ga naar blz 9 van het boekje
Maak opdr 5 t/m 8
Slide 25 - Tekstslide
Nakijken
We kijken samen opdr 1 t/m 8 na
Daarna invulsamenvatting H1 maken op blz 15
Huiswerk: Maak een mindmap van H1 en lever deze (digitaal) in
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.