T1B3 Cellen van dieren en planten

De bouw van een organisme
Basisstof 3: Cellen van dieren en planten
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De bouw van een organisme
Basisstof 3: Cellen van dieren en planten

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Huiswerk bespreken
  • Basisstof 2 afronden
  • Tekening dierlijke en plantaardige cel
  • Zelf aan de slag
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Aan de slag
Wat: afronden basisstof 2: opgave 6, 7
Hoe: zelfstandig of rustig in tweetallen.
Tijd: Na 15 minuten bespreken we de opgaven.
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel van deze les
1.3.1 Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies.

Slide 4 - Tekstslide

Pak je schrift.

Slide 5 - Tekstslide

Dierlijke cel
Plantaardige cel

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag!

Eerste 5 minuten in stilte zelfstandig

Daarna mag je (op fluistertoon) overleggen
Maak van basisstof 3: opdracht 1, 2, 4, 5, (6, 7, 8)
Klaar? Lees basisstof 4 

timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

Weet je het nu?
1.3.1 Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies.

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk
Basisstof 3: 
opdracht: 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8

Slide 9 - Tekstslide

De lever hoort bij het
A
Bloedvatenstelsel
B
Voortplantingstelsel vrouw
C
Zenuwstelsel
D
Verteringstelsel

Slide 10 - Quizvraag

Zet op volgorde van groot naar klein
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel
Cel
Organisme

Slide 11 - Sleepvraag

De aorta hoort bij het
A
Ademhalingsstelsel
B
Spierstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Bloedvatenstelsel

Slide 12 - Quizvraag

MOLECUUL
ATOOM
ORGAAN
ORGANISME
ORGAANSTELSEL
WEEFSEL
CEL

Slide 13 - Sleepvraag

Zet van klein naar groot
A
Weefsel, cel, orgaan
B
cel, weefsel, orgaan
C
orgaan, cel, weefsel
D
cel, orgaan, weefsel

Slide 14 - Quizvraag

Organisatieniveau van groot naar klein
A
orgaan -organisme -weefsel -cel -organenstelsel
B
organisme- organenstelsel- orgaan - weefsel - cel
C
weefsel - cel- orgaan - organisme- organenstelsel
D
organenstelsel- orgaan - organisme - weefsel- cel

Slide 15 - Quizvraag

Het skelet is een ...
A
organisme
B
orgaanstelsel
C
orgaan
D
cel

Slide 16 - Quizvraag

Welk orgaan is dit?
A
Maag
B
Long
C
Darmen
D
Lever

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een weefsel
A
Cellen in verschillende organen met een vorm en functie
B
de cellen in een orgaan
C
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie

Slide 18 - Quizvraag

Wat is tussencelstof?
A
materiaal dat zich tussen en rond cellen bevindt
B
materiaal dat zich tussen en buiten de cellen bevindt
C
cellen die zich tussen en rond de cellen bevinden
D
geen van deze antwoorden

Slide 19 - Quizvraag

Tussencelstof komt voor bij
A
kraakbeenweefsel
B
beenweefsel
C
beiden
D
geen van beiden

Slide 20 - Quizvraag

Wat voor weefsel is dit?
A
kraakbeenweefsel
B
huidweefsel
C
botweefsel
D
spierweefsel

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een orgaan?
A
Een orgaan is een deel van een organisme met een of meer functies
B
Een orgaan is een deel van het menselijk lichaam met een of meer functies
C
Groep organen met dezelfde functie
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 22 - Quizvraag