Hoofdletters
- Aan het begin van bijna elke zin;
- Bij namen.
Voorbeeld: De regels op de Sint-Jozefmavo zijn strenger geworden.
Komma
- Tussen twee persoonsvormen;
- Bij opsommingen (maar niet als je het woordje en gebruikt).
Voorbeeld: Als het buiten te warm is, blijven Jaap, Piet, Frits en Nico lekker binnen.
Punt, uitroepteken of vraagteken
Aan het einde van een zin zet je een punt, vraagteken of uitroepteken!