Onderstreep de pv en zet zinsdeelstrepen.
Zet wg, o en lv boven de juiste zinsdelen.
x wg o lv wg
In een wip en een knip | had | de leraar | het klusje | geklaard.
Let op! Er kunnen zinsdelen overblijven, die benoem je niet.
Het onderwerp en het lijdend voorwerp beginnen nooit met een voorzetsel.