Confrontaties

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Vraag 1. Hoe heet de therapeut van Salomé en beschrijf zijn karakter. Kan Frits wel haar therapeut zijn?

Frits: therapeut van Salomé in het jeugddetentiecentrum. Heeft vroeger een programma gepresenteerd over Nederlanders in de Rimboe.

Salomé: zwart meisje zit vast in het jeugddetentie-centrum. Zij moet in therapie bij Frits. Zij stelt zich voor hoe Frits dit programma pitcht bij zijn baas.

Vraag 2. Hoe heet het programma dat genoemd wordt in het boek?

Vraag 3: 

1. Waarom vindt Salomé het programma zo erg?

2. Hoe kijkt Salomé naar haar therapeut Frits?

3. Vind je Salomé te kritisch of vind je dat ze gelijk heeft?

Welke woorden karakteriseren Salome het best? Meerdere antwoorden kunnen goed zijn

1. Vergevingsgezind
2. Intelligent
3. Kwetsbaar
4. Cynisch

Wie ziet Salomé als haar grootste voorbeeld?

1. Tante Céleste
2. Haar vader
3. Haar moeder
4. Nico

Wat is NIET kenmerkend aan Bekono's schrijfstijl?

1. korte zinnen
2. verwijzingen naar de Griekse mythologie
3. poëtisch
4. sierlijk lange zinnen

Wat is het genre van het boek?

1. Ontwikkelingsroman
2. Doktersroman
3. Historische roman
4. Chicklit (tienermeiden)

Wat is het centrale thema van het boek?

Welk deel verbaasde / raakte je en waarom?

Wat is je mening over dit soort programma's? Kunnen die vandaag de dag nog? Waarom wel/niet?

Wat is de grootste open plek in het verhaal?

Geef nu het boek een cijfer

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Onderbouw hier waarom je dit cijfer gegeven hebt. Vind je het terecht dat het boek zo veel prijzen heeft gewonnen?