Woche 51

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

V4 Duits, Woche 51

Beginopdracht

V4du3:

Donnerstag (40 Min.)

KLT

Montag (80 Min.)

HW nakijken

Wörter Lektion 4

KLT üben

V4du10:

Freitag (80 Min.)

Uitval

Donnerstag (40 Min.)

KLT

L4 GR1: Adjektive

L4 GR1: Komparativ

Komparativ = vergelijkt x met y

--> vergrotende trap

Positiv = stellende trap

Komparativ = vergrotende trap 

Superlativ = overtreffende trap

L4 GR1: Komparativ

Komparativ = vergrotende trap 

klein -> kleiner

schön -> schöner

nett -> netter

modern -> moderner

jung -> jünger

alt -> älter

Regel = ...... + er

L4 GR2: Passiv

Passiv = passieve constructie

Ik word opgegeten

De hond wordt uitgelaten

Wij worden in de maling genomen

Vorm van werden + voltooid deelwoord

L4 GR2: Passiv

	werden
ich	werde
du	wirst
er/sie/es	wird
wir	werden
ihr	werdet
sie/Sie	werden

L4 GR2: Passiv

Voltooid deelwoord =

voor zwakke werkwoorden: ge + stam + t

voor sterke werkwoorden: STAMPEN

lopen, liep, gelopen

doen, deed, gedaan

lezen, las, gelezen

Herhaling Präteritum

Aufgabe 12

S. 47

Schritt 1: Zoek de 7 sterke werkwoorden uit het kader

Schritt 2: Sterke werkwoordsvormen overschrijven

Schritt 3: Vormen invullen

Sterke werkwoorden = onregelmatige werkwoorden (LEREN!), 

zwakke werkwoorden = regelmatige werkwoorden

Hausaufgaben für Dienstag

- Maken: 

- Leren: 

Hausaufgaben für Donnerstag

- Maken:

- Leren: 

Hausaufgaben für Freitag

- Maken:

- Leren: