klas 2TL - bij Hfd. 1 - uitleg de vorm van het bijvoeglijk naamwoord (1)

C'est un film intéressant.
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een ...
1 / 15
volgende
Slide 1: Open vraag
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

C'est un film intéressant.
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een ...

Slide 1 - Open vraag

Het bijvoeglijk naamwoord
Un film intéressant. >> mannelijk enkelvoud
Une série intéressante. >> vrouwelijk enkelvoud
Deux films intéressants. >> mannelijk meervoud
Deux séries intéressantes. >> vrouwelijk meervoud

  • In het Frans past het bijv nw zich aan naar het zelfst nw.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw ev krijgt dus
A
niets erbij
B
een extra e
C
es erbij
D
s erbij

Slide 4 - Quizvraag

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw krijgt een extra ...
A
e
B
s
C
es
D
niets

Slide 5 - Quizvraag

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
niets erbij
B
es
C
s
D
e

Slide 6 - Quizvraag

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
s
B
niets erbij
C
es
D
e

Slide 7 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord.
Léa est une fille ______________ (blond).
A
blonde
B
blond
C
blonds
D
blondes

Slide 8 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord.
La maison est très ______________ (grand).
A
grande
B
grand
C
grandes
D
grands

Slide 9 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord.
J'ai deux cousins ______________. (français) > tip: un cousin
A
française
B
français
C
françaises

Slide 10 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord.
J'adore les jupes ______________ (bleu)> tip: la jupe!
A
bleus
B
bleues
C
bleu
D
bleue

Slide 11 - Quizvraag

Maak de zin goed af:
C'est un film ___ (difficile).

Slide 12 - Open vraag

Maak de zin goed af:
J'adore ta robe ___ (vert)

Slide 13 - Open vraag

Maak de zin goed af:
Léa et Anna sont ___ (petit).

Slide 14 - Open vraag

Maak de zin goed af:
Ce sont deux garçons ___ (français)

Slide 15 - Open vraag