Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
V2 - Wiederholung Modalverben
modale werkwoorden
Berlin
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
modale werkwoorden
Berlin
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn modale werkwoorden?
Dit zijn hulpwerkwoorden die in een zin een extra lading aan een ander werkwoord geven.
Ik
kan
goed schaatsen, ik
moet
werken,
mag
ik iets vragen?
In het Duits zijn dit de werkwoorden
dürfen, können, mögen, müssen, sollen, wollen, wissen, möchten.
Slide 2 - Tekstslide
Merkmale Modalverben im Präsens
Modalverben hebben in de o.t.t. drie kenmerken:
1. meervoud vervoeg je zoals altijd (
esttenten-regel
).
2. Ich & er/sie/es -vorm krijgen geen uitgang
3 Klinkerverandering bij ich, du, er/sie/es (sollen niet)
Slide 3 - Tekstslide
dürfen
können
mögen
müssen
wollen
sollen
wissen
ich
darf
kann
mag
muss
will
soll
weiß
du
darfst
kannst
magst
musst
willst
sollst
weißt
er, sie, es
darf
kann
mag
muss
will
soll
weiß
wir
dürfen
können
mögen
müssen
wollen
sollen
wissen
ihr
dürft
könnt
mögt
müsst
wollt
sollt
wisst
sie, Sie
dürfen
können
mögen
müssen
wollen
sollen
wissen
In de tegenwoordige tijd (o.t.t.)
Slide 4 - Tekstslide
Verbinde die Modalverben mit der Bedeutung.
müssen
kunnen
mogen, toestemming hebben
leuk vinden, lusten, aardig vinden
moeten (je behoort iets te doen, een ander vindt dat het moet)
moeten (het is noodzakelijk)
willen (beleefde manier)
willen
möchten
mögen
dürfen
können
sollen
wollen
Slide 5 - Sleepvraag
können
ich
du
er/ sie/ es
wir
Ihr
Sie / sie (2)
stam
foute antwoorden
können
könnt
kannst
kann
können
kann
könn
kannen
könne
könnst
Slide 6 - Sleepvraag
Er ________ das Buch nicht finden.
A
könn
B
Könnt
C
kann
D
kannt
Slide 7 - Quizvraag
_________ du das Buch nicht finden?
A
könnt
B
könnst
C
kannt
D
kannst
Slide 8 - Quizvraag
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
wollen
willst
will
wollt
wollen
wollen
will
Slide 9 - Sleepvraag
Er________ gleich seine Hausaufgaben machen.
A
willt
B
wollt
C
will
D
woll
Slide 10 - Quizvraag
Samengevat:
Je weet nu het betekenisverschil tussen müssen en sollen:
müssen = moeten (noodzaak)
sollen = moeten (wil van iemand anders)
Slide 11 - Tekstslide
Die Lehrerin sagt, ihr _______ die Hausaufgaben machen!
A
sollt
B
müsst
Slide 12 - Quizvraag
Hausaufgaben _______ gemacht werden,
sonst bekommt man eine Strafe.
A
sollen
B
müssen
Slide 13 - Quizvraag
MÜSSEN
WISSEN
SOLLEN
KÖNNEN
moeten (noodzakelijk)
moeten ("bevel")
weten
kunnen
Slide 14 - Sleepvraag
houden van
kunnen
toestemming krijgen
willen
moeten
moeten
van een ander
weten
wollen
mögen
dürfen
sollen
müssen
können
wissen
Slide 15 - Sleepvraag
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
dürfen
darfst
darf
dürft
dürfen
dürfen
darf
Slide 16 - Sleepvraag
Warum .... ich das nicht?
A
dürfen
B
darf
C
dürft
D
darfst
Slide 17 - Quizvraag
Wir ..... nicht fernsehen.
A
darf
B
darfst
C
dürfen
D
dürfen
Slide 18 - Quizvraag
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
wissen
weißt
weiß
wisst
wissen
wissen
weiß
Slide 19 - Sleepvraag
Er (wissen) die Antwort nicht.
A
wisst
B
weißt
C
weiß
D
wissen
Slide 20 - Quizvraag
Was (wollen) ....... Sie wissen?
A
will
B
wollen
C
willst
Slide 21 - Quizvraag
dürfen
können
mögen
müssen
sollen
wollen
wissen
moeten (noodzaak)
lekker vinden
kunnen
mogen
moeten (bevel)
willen
weten
Slide 22 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
Trabi M3 Kap 6
April 2024
- Les met
26 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
13.11. modal hww
November 2023
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Modalverben
Mei 2024
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Modalverben
Januari 2024
- Les met
50 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
instructie modale hulpwerkwoorden
Maart 2024
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
N - modale werkwoorden tegenwoordige tijd
Juni 2021
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Modalverben tegenw. tijd
Mei 2024
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Kapitel 8 B Modalverben sollen, wollen, mögen, möchten
April 2024
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1